Direct naar artikelinhoud
Reizen

Het rustigste district van Parijs is niet langer saai, maar cool

‘Le seizième’ in Parijs, vlak bij het Bois de Boulogne, is aan een steile opmars bezig
Beeld Thomas Sweertvaegher

Het exclusieve, conservatieve, beetje lamlendige zestiende arrondissement van Parijs wordt zowaar cool. Journalist Jesse Brouns woont er, en verklapt zijn favoriete spots.

Vijf jaar geleden ben ik, niet zonder vrees, verhuisd van het elfde arrondissement van Parijs naar het zestiende. Van Bastille naar Auteuil, van oost naar west, van het Parijs van liberté, ­égalité en fraternité naar het Parijs van donkergroene overjassen en netjes gestreken polohemdjes van Lacoste.

Le seizième is het grootste en het mooiste arrondissement, maar ook het meest conservatieve. Scoutsjongens in korte broek. Vrouwen in bontmantel. Nicolas Sarkozy, ex-president, woont om de hoek, in het huis van Carla Bruni. Vlakbij, in de rue Erlanger, sprong in april 1975 de populaire variétézanger Mike Brant uit het venster. Op 11 maart 1978 stierf Claude François in zijn appartement op de immer herfstige ­boulevard Exelmans, per ongeluk geëlektrocuteerd aan een lampje in de badkamer. Stoemelings, zoals ze in Brussel zeggen. Fans van Cloclo krabbelen nog vaak hartjes en liefdesbetuigingen op de marmeren gevel van het banale gebouw langs de exit van een autotunnel. De graffiti wordt regelmatig professioneel verwijderd. Want het zestiende is proper. Maar als je er op het juiste moment voorbijkomt, lijkt het alsof de klok van het zestiende in 1978 is stilgezet.

Hallo, bever

We zijn in Auteuil terechtgekomen omdat we daar, en nergens anders, een appartement hebben gevonden met veel licht, een ­uitzicht en een ruim terras, op de hoogste verdieping van een ­elegante constructie uit 1954. Vanop mijn terras — niet te verwarren met een ordinair balkon, dank u — kijk ik neer op Maison La Roche, een meesterwerk van architect Le Corbusier, en daarachter tot de bossen van voorstad Meudon, waar de betonnen Tour hertzienne van architect Pol Abraham over de horizon piept.

Vanuit mijn slaapkamer zie ik een zee van zinken daken, en daar­achter de Eiffeltoren. Die flikkert ’s avonds om het uur, en dan flikkeren de lampen in de keuken mee. Misschien is dat de geest van Claude François. Op de nationale feestdag klim ik met een ladder op het dak om te kijken naar het vuurwerk, en naar de feestvierders, hier en daar, op andere daken. Ik heb in mijn leven veel vuurwerk gezien, maar niets overtreft dat van quatorze juillet in het zestiende arrondissement.

Ik ga vaak wandelen, soms lopen, het liefst rond zonsondergang in de Hippodrome d’Auteuil, aan de rand van het Bois de Boulogne. De verloren ruimte in het midden van die historische renbaan werd jarenlang als parking gebruikt, maar is sinds 2013 een park met sportinfrastructuur, grasvelden en een vijver. Er is zelden iemand te zien en ik stond er ooit oog in oog met een bever. Justin kwam pralines eten uit mijn hand. Wat allicht niet gezond is, maar ik had niks anders bij me en Justin had honger. Ik geloof niet dat je elders in Parijs spontaan vriendjes kunt worden met een verdwaalde bever.

Er komt ook meer schoon volk wonen. Het zestiende is ­tegenwoordig goedkoper dan ­bijvoorbeeld de Marais

Het is niet altijd 1978 in het ­seizième. Het arrondissement wordt stilaan wakker. Vlak naast de hippo­droom is een jaar of twee geleden een opvangcentrum voor vluchtelingen gebouwd, aan de rand van het bos, tegenover een rij exclusieve appartementsgebouwen. Er komt ook meer schoon volk wonen. Het zestiende is ­tegenwoordig goedkoper dan ­bijvoorbeeld de Marais. En er is meer ruimte. In de Marais woont iedereen, op het kruim van de elite na, in vochtige kippenhokken, met van die lelijke middeleeuwse balken aan het plafond. Het zestiende staat vol met sierlijke blokken uit de fifties en sixties.

Sinds een jaar of twee opent het ene trendy adres na het andere, in verder oncoole wijken als Boileau. Of SoAu, zoals het daar nu heet, voor ‘South of Auteuil’. Le seizième sort du ghetto, kopte Le Monde onlangs. Enfin!

Holiday

Holiday begon enkele jaren als magazine: de Franse reïncarnatie van een legendarisch Amerikaans reistijdschrift door Franck Durand, grafisch vormgever voor merken als Chloé, Isabel Marant en Sandro, en partner van Vogue-hoofdredacteur Emmanuelle Alt. Iets later volgde een café (zie verder), en daarna een capsulecollectie sweatshirts en denim. Intussen is Holiday een volwaardig modelabel geworden, met als vitrine een van de mooiste winkels van Parijs, op de benedenverdieping van een typisch appartementsgebouw uit de sixties. De winkel is goed ­verstopt in een straat waar verder volstrekt niets te beleven valt.

11 rue Parent-de-Rosan, holiday-paris.fr

Holiday Café

De vitrine van modeboetiek Holiday.Beeld Thomas Sweertvaegher

Op het eerste gezicht lijkt het alsof Holiday Café, dat gevangen zit tussen een kebabtent en een doe-het-zelfzaak, er altijd geweest is. Maar schijn bedriegt. Het café lijkt gelift uit een film van Wes Anderson — het is de architecturale versie van preppy, met dito food. Voor een lunch met hoog glamourquotiënt.

192 avenue de Versailles, holiday-paris.fr

Le Vif

Gauthier Borsarello is dé dealer in tweedehandskleren van le tout Paris. Hij had al een professionele showroom in de kelder van Holiday die alleen op afspraak ­toegankelijk is, maar enkele maanden geleden opende hij ook een eigen vintagezaak. Gespecialiseerd in T-shirts, militaire parka’s en denim met verzamelwaarde.

101 rue Boileau, @le.vif.vintage

Villa La Roche

Villa La Roche (ook wel Maison La Roche genoemd) is tussen 1923 en 1925 ontworpen door de legendarische architecten Le Corbusier en Pierre Jeanneret voor Raoul La Roche, een Zwitserse bankier en kunst­verzamelaar. Het gebouw is gelukkig in zijn oorspronkelijke staat bewaard en opengesteld voor publiek.

Aan de rand van het seizième, vlak bij Parc des Princes, het ­imposante stadion van voetbalploeg Paris Saint Germain, staat nog een gebouw van Le Corbusier. Het appartement van de architect op de bovenste verdieping kan sinds kort, na een ingrijpende renovatiebeurt, opnieuw bezocht worden. De architect en ontwerper woonde en werkte er van 1934 tot 1965.

10 Square du Docteur Blanche, 24 rue Nungesser et Coli, fondationlecorbusier.fr

Beige Habilleur

Beige Habilleur begon als onlineboetiek voor mannenmode. Later kwam ook de winkel met moeilijk in Europa te vinden labels en een mooie selectie tijdschriften en boeken. Net als elders in SoAu ligt de focus op hedendaags preppy, met merken als Barbarian (rugbyshirts), Filson (houthakkershemden), Jamieson (truien in shetlandwol) Merz b. Schwanen (T-shirts en ­sweats), en persoonlijke favoriet Camber USA (heavyweight T-shirts en hoodies voor bouwvakkers).

83 rue Chardon Lagache, beige-habilleur.com

Cravan

Cocktailbar Cravan.Beeld Thomas Sweertvaegher

Franck Audoux was twaalf jaar geleden een van de oprichters van Le Chateaubriand, het restaurant dat Parijs na jaren in de woestijn terug op de kaart zette als bestemming voor foodies. Hij emigreerde voor enkele jaren naar Londen, schreef een boek over cocktails (French Moderne: Cocktails from The 1920s and 1930s, verschijnt binnenkort), en opende Cravan, een bar met cocktails en een beknopt maar verleidelijk menu in een art-nouveaugebouw van Hector Guimard, die ook de sierlijke ingangen van de Parijse metro ontwierp.

17 rue Jean de la Fontaine, @cravanparis 

La Rotonde de la Muette

Een typisch Parijse brasserie die onlangs onder handen werd ­genomen door het Amerikaanse architectuurbureau Roman and Williams, eerder verantwoordelijk voor de interieurs van het Ace Hotel, The Standard en een ­handvol andere hotels in New York. Ook fijn, enkele deuren verder: het filiaal van de Japanse bakkerij en tearoom Yamazaki, gespecialiseerd in fraisiers – aardbeientaartjes.

12 chaussée de la muette, rotondemuette.paris

Le Belair

Het ronde Maison de la Radio was het grootste gebouw van Parijs toen het in 1963 werd ingehuldigd, en heeft nog altijd een eigen postcode: 75220 Paris. Het gebouw wordt sinds jaar en dag gerenoveerd — en brandde twee jaar ­geleden bijna helemaal uit — maar kreeg wel al nieuwe eet- en drinkgelegenheden. Bar Le Belair, op de tweede verdieping, is knus én glam. Radio Eat heeft een gastronomische kaart. In de studio’s van Maison De La Radio staan voort­durend klassieke concerten geprogrammeerd en je kunt er live radiouitzendingen bijwonen van staatsomroepen France Culture, France Musique en France Inter.

116 avenue du Président Kennedy, maisondelaradio.fr

Jardin des Serres d’Auteuil

Jardin des Serres d’Auteuil.Beeld Thomas Sweertvaegher

De mooiste serres van Parijs liggen ietwat verstopt aan de rand van het Bois de Boulogne, naast Roland-Garros. De eerste botanische tuin op dezelfde plek dateert van 1761, toen Lodewijk XV aan de macht was. De huidige serres in gegoten staal, van architect Jean-Camille Formigé, dateren van 1895-98. De grootste, het Palmarium, heeft een vijver met karpers en een grote vogelkooi met tientallen ­parkieten. Naast de serres ligt het Square des Poètes, een parkje waar tussen de bomen stenen liggen waarin verzen zijn gegraveerd. Romantisch! Gratis!

3 avenue de la Porte d’Auteuil, paris.fr

Hotel Brach Paris

Het nieuwe hotel BrachBeeld Thomas Sweertvaegher

Onlangs geopend in een voormalig kantoorgebouw van de Post uit de jaren 70, met inrichting door Philippe Starck. Dakterras, ­reusachtige ondergrondse gym met 25-meter zwembad, en een restaurant dat net zo goed op hotelgasten als op locals mikt.

39 rue de la Pompe, brachparis.com

En er is nog meer...

• Les pelouses d’Auteuil is een park van 12 hectare in de Hippodrome d’Auteuil. Het park is gesloten op koersdagen (tot acht dagen per maand, afhankelijk van het seizoen). Vlak bij het Bois de Boulogne en op een twintigtal minuten stappen van de Fondation Louis Vuitton, als je de pijltjes volgt.

• Rue Mallet-Stevens, de mooiste straat van Parijs, 7 meter breed en 77 meter lang, volledig ontworpen door architect Rob Mallet-Stevens in 1927.

• Castel Béranger in rue Jean de La Fontaine werd gebouwd door ­architect Hector Guimard tussen 1895 en 1898. Het was het eerste art-nouveaugebouw van Parijs. ­Guimard was in 1894, op zijn 27ste, naar Brussel gereisd, waar hij Victor Horta had ontmoet en zwaar onder de indruk was van zijn Hotel Tassel. Castel Béranger, dat 36 appartementen telt, is behalve art nouveau ook redelijk gotisch, met kasteeltorentjes en een inkomhal die iets heeft van een psychedelische kerker.

• Chaillot, het stukje zestiende ­arrondissement dat het dichtst bij het centrum aanschuurt, telt een aantal van de belangrijkste cultuurtempels van Parijs: Palais de Tokyo, Musée Guimet (voor Aziatische kunst, met een authentiek Japans houten huis op een verloren binnenkoer), het Musée Yves Saint Laurent en het Musée d’Art Moderne.