Minister-president Geert Bourgeois gaf in antwoord op vragen van Wouter Van Besien (Groen) en Rik Daems (Open Vld) een laatste stand van zaken in het CETA-dossier. Terwijl oppositiepartijen Groen en sp.a hun kritiek op CETA herhaalden, zei Bourgeois van zijn kant opnieuw dat het gaat om een goed verdrag dat voor Vlaanderen “welvaart en jobcreatie” kan opleveren.

De Vlaamse minister-president benadrukte dat er vijf jaar lang over het verdrag is onderhandeld. “Het verdrag is uitonderhandeld. We zijn nu niet aan het heronderhandelen”, aldus Bourgeois. Wel is het zo dat er wat “verduidelijkingen” komen, maar volgens Bourgeois gaat het daarbij om dingen die al in het verdrag stonden. Tegelijk is er de vraag om het veelbesproken gerechtsorgaan in het verdrag snel van start te laten gaan.

Bourgeois bestempelde de kritiek van Groen en sp.a, onder meer over de (on)afhankelijkheid van de betrokken rechters en de “voorkeursbehandeling voor multinationals”, als “desinformatie”.

Het CETA-debat eindigde met een incident toen Bourgeois van parlementsvoorzitter Peumans nog de kans kreeg om, omwille van een “persoonlijk feit”, te reageren op een opmerking van Wouter Van Besien. Omdat Van Besien nadien niet meer de kans kreeg om te reageren, verlieten Groen en sp.a het halfrond. “Los van het feit dat ging om een persoonlijk feit of niet, het parlement moet het laatste woord krijgen. Zo ga je niet om met het parlement”, aldus Groen-fractieleider Björn Rzoska. Sp.a-fractieleider Joris Vandenbroucke sluit zich daarbij aan: “Het parlement krijgt het laatste woord. Dat is een heilige regel.”