“Een groot deel van die contacten was heel kort, of waren sms’en, maar er waren ook langere gesprekken van een minuut tot zelfs tien minuten. Waarover praat je zo lang, als je elkaar niets te zeggen hebt” vraagt Michel zich af. Bendrer had verklaard dat Nemmouche hem om een wapen had gevraagd, maar dat hij dat nooit geleverd heeft, en er zelfs niet naar had gezocht.

Volgens het openbaar ministerie kan uit het telefonieonderzoek afgeleid worden wanneer Bendrer het wapen gevonden had. “Op 22 april was er een oproep van tien minuten. We kunnen afleiden dat Bendrer toen aan Nemmouche heeft laten dat hij het wapen had. In dat lange gesprek hebben ze afspraken gemaakt over hoe Nemmouche het wapen in zijn bezit zou krijgen”, zegt Michel. Hij herinnert eraan dat de huisbaas van Nemmouche in Brussel verklaard had dat Nemmouche “iets voor het einde van april” had laten weten dat hij naar Frankrijk moest omdat zijn vader ziek was.

Georganiseerd

Op 24 april gaat Nemmouche naar Marseille, en voor zijn vertrek heeft hij nog contact met Bendrer. Daarna heeft hij het nummer waarmee hij Bendrer contacteerde niet meer gebruikt. “Hij had het niet meer nodig, de bestelling was rond”, aldus Michel.

“Alles was georganiseerd. Er is geen andere reden voor Nemmouche om naar Marseille te reizen, en geen enkele andere reden voor Bendrer om Nemmouche naar Marseille te laten komen.”

Gelogen

Michel vraagt de leden van de jury om zich twee vragen te stellen over al die contacten tussen de twee beschuldigden. “Eén: waartoe dienden die contacten? Dat lijkt ons duidelijk, dat gaat over de wapenlevering. En twee: waarom trekt Nemmouche na al die contacten naar Marseille? Het enige logische antwoord daarop is dat de bestelling klaar is en dat hij ze kan komen ophalen”, zo vult Michel zelf de blanco’s in.

De federaal procureur merkt ook op dat Bendrer in de loop van het onderzoek veel gelogen heeft. “Dat is achteraf aangetoond”. En dat hij zijn versie van de feiten voortdurend veranderd heeft als die leugens aan de oppervlakte kwamen. “Waarom zou hij liegen als hij niets te verbergen heeft?”, klinkt het retorisch.