Noord-Korea en zijn kernwapens en raketten: waarom is dat een probleem?
Het voorbije decennium zijn de spanningen tussen Noord-Korea en de wereld fors toegenomen. Aanleiding was de ontwikkeling van kernwapens door het stalinistische regime in Pyongyang, maar er wordt vooral gevreesd dat die staat zijn kennis ook zou verkopen aan derde landen.
Het extreme communistische regime in Noord-Korea is onberekenbaar, zelfs voor insiders. Sinds de Koreaanse Oorlog -die in feite nooit beëindigd is- is Noord-Korea in tweestrijd met het prowesterse Zuid-Korea. Beide staten streven naar een hereniging van Korea, maar dan wel op hun voorwaarden.
Economisch heeft Noord-Korea de strijd verloren. Het zuiden is een industriële en technologische grootmacht op wereldschaal geworden met zijn "chaebols" of grote bedrijven zoals Samsung, LG en Daewoo. Het noorden is lang blijven steken in een strakke staatseconomie, die pas sinds een tiental jaar lichtjes versoepeld is. Behalve China en Rusland heeft Noord-Korea bovendien geen echte bondgenoten, Zuid-Korea heeft er veel.
Pyongyang heeft dus ingezet op zware militaire bewapening en heeft, met meer dan een miljoen militairen, een van de grootste legers ter wereld. Dat bleek nog niet genoeg, want de voorbije decennia heeft Noord-Korea ook raketten ontwikkeld die steeds verder reiken en sinds 2006 is het een kernmacht. (Lees verder onder de raket).
Een nucleaire garantie?
Het regime van Kim Jong-un beschouwt die nucleaire bewapening als een garantie om te overleven. De voorbije jaren zijn raketten ontwikkeld die een reikwijdte hebben van 4.500 kilometer. Dat zou de Amerikaanse militaire bases in Japan en op het eiland Guam in het westen van de Stille Oceaan kunnen bedreigen. De nieuwe raketten van het type Hwasong-14 en Hwasong-15 zouden ook het Amerikaanse continent kunnen bereiken, maar het is niet duidelijk hoe precies die zijn en of ze kernkoppen kunnen vervoeren.
Bij de laatste Noord-Koreaanse kernproef in 2017 zou ook de testsite van Punggye-ri grotendeels vernietigd zijn
Sinds 2006 heeft Noord-Korea zes ondergrondse kernproeven uitgevoerd. De laatste -in september 2017- bracht een aardbeving met een magnitude van 6.3 teweeg. Volgens Pyongyang ging het om een waterstofbom, al wordt dat door experten betwijfeld.
Die laatste proef zou echter ook de testsite van Punggye-ri grotendeels verwoest hebben. Toeval of niet, kort daarop stak de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un na een bitsige woordenstrijd plots de hand uit naar Zuid-Korea en naar de Verenigde Staten, met de huidige toppen tot gevolg. De site van Punggye-ri zou intussen opgeblazen zijn als gebaar van goede wil.
Wat is het probleem?
Los van het feit dat Noord-Korea op zich een bedreiging is voor Noordoost-Azië gezien de vijandigheid tegenover Zuid-Korea, Japan en de Verenigde Staten, is het regime ook een groot uitvoerder van wapens, ook al is dat fors bemoeilijkt door de scherpere internationale sancties.
Pyongyang verkoopt wapens aan om het even wie ze kan betalen
Noord-Korea voerde in het verleden tal van zijn wapenexpertise uit, ook en vooral naar regimes die het Westen niet erg genegen zijn, zoals het regime van Assad in Syrië en het leger van Myanmar (Birma), berucht wegens de genocide van de Rohingya-minderheid. In feite speelt niet zozeer ideologie als wel economische opbrengst daarin mee en verkoopt Pyongyang wapens aan om het even wie kan betalen.
Zo werd rakettechnologie uitgevoerd en verkocht aan onder meer Pakistan en Iran. Er is geen reden waarom Noord-Korea ook zijn kennis inzake chemische en nucleaire wapens niet zou verkopen aan het buitenland en mogelijk ook aan terroristen. Is het Noord-Koreaanse regime op zich al een bedreiging, dan is de proliferatie van wapens en bijhorende technologie dat nog veel meer, en dat tot ver buiten het eigen schiereiland.