Vrouwen in het stikkot en mannen aan de wagen: zo wil het de traditie, maar er is sprake van een kentering. “Er werken steeds meer vrouwen in de hallen”, zegt Koen De Vogelaere, gekend als Carnavalaalstkoentje van de gelijknamige blog over Aalst carnaval. "De tijd dat vrouwen louter aan het kostuum werken en mannen aan de wagen, is gepasseerd. De verhoudingen zijn zeker niet wit-zwart meer. Er zijn veel meer vrouwen die meehelpen aan de wagen, net als dat er meer mannen zijn die helpen stikken."

Is het ijskoud of zijn de temperaturen zacht: elke dag vind je Cinthia Van der Biest (30) en Mariska Janssens (28) terug aan de wagen van AKV Gratietanders in de werkhallen. “Ik ben graag creatief bezig”, vertelt Van der Biest. “Ik hoor hier meer thuis dan bij de kostuums: met stoffen werken, is niet zo mijn ding”, zegt ze.

Niet bij alle groepen

“Volgend jaar ga ik leren piepschuim snijden aan de Academie van Carnavalskunsten”, zegt Cinthia nog. “Onze groep bestaat voor drie vierde uit vrouwen. Onze mannen hebben ons heel graag in de buurt, al is dat niet bij alle groepen het geval.”

Ook De Salongcarnavalisten zijn trots op hun vrouwelijke medewerkers. "Ik ga er persoonlijk van uit dat een vrouw even goed het 'mannenwerk' kan doen als een man" vertelt Kirsten Brusselmans (45). "Oké, het grote werk zoals lassen en met zware stukken sleuren, is nog meer hun ding, maar piepschuim snijden is eigenlijk secuur werk. Meer en meer vrouwen beginnen daarin hun mannetje te staan en dat is dankzij de cursussen van Gert Schatteman in de Academie voor Carnavalskunsten. Ik zie mezelf geen koppen snijden zoals hem, maar laat me alles daaronder doen, en dat lukt", gaat ze verder. "Van Gert en ons grote voorbeeld, Els Brokken, hebben we heel veel geleerd. Ook van mijn man die de volledige cursus doorliep, krijgen we altijd tips als we die nodig hebben."

Blok isomo

“We zijn er trots op dat we met onze groep letterlijk alles zelf maken, zoals die meer dan dertig handen die je op de wagen ziet”, zegt ook Vanessa Tanghe (32). Zelf zijn ze ook voorstander van meer vrouwen in de hallen. “Ik zou zeggen: durf, haal je creativiteit naar boven en kruip niet in een hoekje weg als je eens verkeerd hebt gesneden. Het is een mes in uw handen nemen, een blok isomo voor u zetten en je zal wel zien waar je uitkomt”, aldus Tanghe.

Bij Schiefregt’oever is Marie-Jeanne Boone (60) druk in de weer met plakken. Al 35 jaar maakt ze deel uit van de carnavalsgroep die nu haar 40-jarig bestaan viert. “Ik heb nog nooit aan het kostuum gewerkt, ik werk altijd in onze loods”, zegt ze. “Je kan moeilijk met 15 vrouwen aan het kostuum werken, terwijl er werk is in de hallen. Ja, ze halen al eens een grap uit: de ladder weghalen als ik boven op de wagen sta”, zegt ze. “Maar dan ben ik langs de binnenkant van een pop naar beneden gekomen... en ik pak ze dan achteraf wel terug”, zegt ze lachend. “Het toffe aan werken in de hallen is dat je ideeën deelt, samen naar iets toewerkt en elkaar leert kennen op andere vlakken.”

Iedereen mag kiezen

Nils Picqueur (40) is dan weer de kostuumverantwoordelijke van de groep Krejeis. “Bij ons in de groep mag iedereen kiezen waar hij het liefste werkt: bij de kostuums of aan de wagen, en zo zijn er vrouwen die in de hallen werken en drie mannen die liever geen zware constructiebouw doen, maar volwaardig aan de kostuums werken. Bij ons heeft een mannelijk lid, Anto, zelfs 60 procent van het stikwerk verricht.”