Slechts 27 vastbenoemde leraren vorig schooljaar ontslagen

© ss

27 op 100.000 of net geen 0,03 procent. Zo weinig vastbenoemde leraren zijn vorig schooljaar aan de deur gezet. Een opvallend laag cijfer, zeker in vergelijking met de privésector, waar 1,14 procent gedwongen moest vertrekken. Moet een leraar al zijn moeder vermoorden om ontslagen te worden? “De regels moeten alleszins dringend versoepelen”, zegt het katholiek onderwijs.

Jens Vancaeneghem

Hij sloeg een caféganger dood en toch behoudt leraar Joris V.B. uit Hasselt zijn vaste benoeming. De man is wel twee jaar uit zijn ambt ontzet, maar daarna kan hij gewoon weer voor de klas staan, in dezelfde school. Het nieuws in onze krant van gisteren doet de ouders van de betrokken school steigeren. Wat moet een leraar dan wél mispeuteren om ontslagen te worden?, is de teneur.

Het gevoel lijkt bevestigd in de cijfers. Vorig schooljaar werden slechts 27 vastbenoemde leerkrachten aan de deur gezet, op een totaal van zowat 100.000. Ongeveer 0,03 procent dus. Terwijl het in de privé volgens onderzoek van sociaal secretariaat Securex in 2015 om 1,14 procent van alle werknemers ging, of 1.140 op 100.000.

Het verschil zit hem in de vaste benoeming. Na een aantal jaar in dienst krijgen leraren daar recht op. Het biedt hen werkzekerheid en beschermt hen volgens de vakbonden tegen de willekeur van directies.

Om zo iemand te ontslaan, moeten directeurs strikte regels volgen. Het kan enkel na twee opeenvolgende negatieve evaluaties – een procedure van twee jaar – of als tuchtmaatregel. Dat laatste betekent dat de leraar iets ernstig mispeuterd heeft. In juni bijvoorbeeld is een leerkracht ontslagen omdat hij veroordeeld was voor het bezit van kinderporno, en de school niet op de hoogte bracht van het vonnis. Een andere lerares moest vertrekken omdat ze 100 euro stal uit de handtas van een collega.

Soepelere regels?

Volgens het katholiek onderwijs moeten de regels rond ontslag dringend versoepelen. Want leraren die in beroep gaan, halen meestal hun slag thuis. Van de 14 keer dat beroep werd ingediend in 2015 is het ontslag slechts 6 keer bevestigd.

“Het eerste wat de beroepskamer doet, is kijken of de procedure wel goed gevolgd is”, zegt directeur personeel Marc Keppens. “Pas daarna kijken ze naar de inhoud. Zelfs als een directeur inhoudelijk een heel sterk dossier heeft, maar bijvoorbeeld het adres van de kamer van beroep is vergeten, dan blijft het ontslag niet overeind. De procedures zijn zo ingewikkeld dat sommige directeurs er gewoon niet aan beginnen.”

Duidelijk signaal?

Professor onderwijsrecht Alexander De Becker (UHasselt) heeft begrip voor de bezorgdheid, “maar de mogelijkheden tot ontslag zijn er. Directeurs moeten hun angst overwinnen en zich desnoods laten bijstaan om de procedures toe te passen.”

Ook onderwijsvakbond COC vindt dat de koepel de verkeerde conclusies trekt. “Het lage ontslagcijfer toont net aan dat leraren hun job goed doen”, zegt secretaris-generaal Koen Van Kerkhoven. “Meer dan 70 procent van de Vlamingen heeft vertrouwen in de leraar. Dat is toch een duidelijk signaal? Leraren hebben een voorbeeldfunctie en de overgrote meerderheid handelt daar duidelijk naar.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen