Michel bijt van zich af over Libische fondsen: 'Onaanvaardbare beschuldigingen' van parlement

Was de premier op de hoogte van het VN-oordeel dat ons land de miljoenen aan interesten op de Libische tegoeden niet had mogen vrijgeven? Dat blijft onduidelijk. Maar de premier beet vanmiddag in de Kamer van zich af. 'De feiten dateren van de vorige legislatuur.'

avh, evg

Het parlement buigt zich al maanden over de vraag of België 1 tot 2 miljard euro naar ­Libië mocht laten vloeien. Dat zijn de geschatte interesten en andere opbrengsten van samen meer dan twaalf miljard euro aan Libische tegoeden, die na de val van leider Moammar Kadhafi in 2011 op ­bevel van de Verenigde Naties in ons land werden bevroren.

Nochtans heeft het VN-sanctiecomité voor Libië, dat bestaat uit alle vijftien de leden van de VN-Veiligheidsraad, daar definitief klaarheid over geschapen: de vrijgave gaat in tegen het sanctieregime. Het oordeel, dat op de website van de VN terug te vinden is, dateert al van 17 december vorig jaar, maar bleef onder de radar. De Standaard onthulde vandaag die informatie.

Sinds begin dit jaar sprak premier Michel in de Kamer driemaal over de Libische fondsen. Hij sprak niet over de nota van 17 december. De oppositie nam premier Michel vanmiddag onder vuur in de Kamer. 'U hebt absolute openheid beloofd', merkte SP.A-kamerlid Dirk Van der Maelen op. 'Maar u hebt op geen enkel moment gezegd dat de VN al een oordeel heeft geveld over de interesten die België vrijgaf. Ofwel wist u over de nota, maar hebt u nagelaten de Kamer te informeren, ofwel wist u het niet, omdat uw minister van Buitenlandse Zaken u niet had ingelicht.'

Premier Michel reageerde bijzonder gepikeerd. 'Ik wil ingaan tegen deze onaanvaardbare beschuldigingen. Ten eerste is de beslissing om de interesten uit te betalen genomen in 2011, onder een vorige regering. Ten tweede heb ik altijd gezegd dat ik loyaal zou samenwerken met het parlement, en dat zal ik blijven doen, ik zal ten laatste op 15 maart een rapport bezorgen. Tenslotte brengt de nota van 17 december geen extra informatie, dat is enkel de bevestiging van wat we al wisten.'

Met die laatste uitspraak verwijst Michel naar een oordeel van een expertenpanel, aangesteld door het VN-sanctiecomité van september 2018. Dat panel oordeelde toen dat de betalingen vanuit België (de interesten) strijdig waren met de bindende VN-resoluties. Maar dat was slechts een adviserend rapport. De nota van 17 december velt een formeel oordeel over ons land. Het blijft dus onduidelijk of Michel op de hoogte was van die nota. Feit is dat de premier op 21 februari in de Kamer sprak over 'een interpretatie' van de VN-resolutie die België volgde (in 2011). Maar over de nota van 17 december zei hij niets.

Michel ziet dus in de nota van 17 december geen nieuwigheid. Nochtans vermeldde Michel nog dat de Belgische schatkist op 20 december aan Euroclear, dat de Libische fondsen beheert, naar aanleiding van de nota heeft gevraagd om geen interesten meer uit te betalen. Maar Euroclear was daar al een jaar mee gestopt, volgens Michel.

Van een jacht in Cannes naar een Brusselse bank

thumbnail: null
thumbnail: null
thumbnail: null

Vijf jaar lang liet België – tegen de VN-sancties in – in totaal 1 à 2 miljard euro naar Libië vloeien: interesten en andere opbrengsten van de meer dan twaalf miljard aan Libische tegoeden die na de val van leider Moammar Kadhafi in 2011 in ons land bevroren werden. De Standaard zoekt drie dagen lang uit hoe dat in zijn werk ging.

Vandaag: Hoe kwam het geld in ons land terecht?

Vrijdag: Waarom gaf ons land de opbrengsten, vermoedelijk als enige, vrij?

Zaterdag: In wiens handen kwam het geld terecht?