Direct naar artikelinhoud
DM Zapt

Dertig jaar na ‘De duivelsverzen’ blijft de impact van woorden verbazen

Dertig jaar geleden schreef Salman Rushdie ‘De duivelsverzen’.Beeld AFP

Ann De Craemer zet deze week de blik op oneindig. Vandaag over The Satanic Verses, 30 Years On (BBC2).

Het is 2019. We staan op een plein in Bradford, Engeland, samen met Mobeen Azhar, een jonge BBC-reporter met een eigen radiotalkshow. In zijn hand houdt hij een stuk blauwe kaft, deels afgescheurd en schijnbaar verbrand. Ze werd kort daarvoor ruw uit zijn handen gegrist door een man die wild ‘This is the book! This is the book! Come on then!’, tierde en wegvluchtte.

Het is 1989. We staan op hetzelfde plein in Bradford, Engeland, samen met Mohammad Siddique die kort daarvoor thuis paraffine over het vuistdikke boek goot en het aan een stok vastnagelde. De kaft is onberispelijk tot iemand een aansteker tevoorschijn haalt en het boek in lichterlaaie zet. Mannen schreeuwen het uit, de stok is een toorts geworden en de feitelijke aanstoker van een nare kettingreactie die nog steeds voortzindert.

Dertig jaar na de publieke verbranding van Salman Rushdies De duivelsverzen, in 1988 uitgegeven door Penguin Books, gaat Mobeen Azhar voor BBC2 op zoek naar de betrokkenen: de jonge Pakistaan die het boek als eerste las en het in naam van zijn gemeenschap in de fik stak; de moslimgeestelijken die naar Teheran reisden om ayatollah Khomeini ervan te overtuigen een fatwa uit te spreken (op Valentijnsdag nota bene); de toenmalige leider van het racistische National Front die zegt: “This book was the best gift ever for the NF”, en daarna toegeeft dat ze De duivelsverzen niet lazen, dat ze niet van Rushdie hielden maar dat het ledenaantal na de fatwa spectaculair steeg; de journaliste Yasmin Alibhai-Brown die Rushdie indertijd adoreerde maar scherpe vraagtekens plaatst bij de motieven en inhoud van de roman.

Het staat nog steeds vrij te schrijven wat men wil, maar zelfs onderkoeld kwaliteits­papier brandt zeer gewillig

Bovenal gaat Mobeen Azhar op zoek bij zichzelf, op een onbevangen maar slimme manier. Door anderen te interviewen maar ook door zichzelf als geïnterviewde voor de camera te posteren. Dit spel van een ingewijde in de moslimgemeenschap die het aandurft zeer kritische vragen aan zijn geloofsgenoten te stellen – rondwandelend met De duivelsverzen op het plein in Bradford – stemt tot nadenken. Nog het meeste omdat bijna niemand die hij spreekt het boek gelezen heeft.

Die vaststelling is schrijnend, dat een grotendeels gesloten gebleven bestseller zo opruiend werkte en ook nu nog steeds als splijtzwam of excuus moet dienen. Na deze documentaire valt weinig opbeurends over De duivelsverzen te zeggen, met ‘vrijheid van meningsuiting’ als wellicht meest kaltgestellte dooddoener.

Woorden zijn waarde- noch waardenloos, zo blijkt: een pijnpunt dat de reportage zeer scherp blootlegt. Dertig jaar na zijn verschijnen blijft het boek dreigen en de impact van woorden verbazen. Het staat nog steeds vrij om te schrijven wat men wil maar zelfs onderkoeld kwaliteitspapier brandt zeer gewillig.