© Photo News

Slachtoffers aanslagen Brussel kregen te weinig medische en psychologische bijstand

De slachtoffers van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 hebben te weinig medische en psychologische bijstand gekregen. Dat blijkt uit een rapport van de Verenigde Naties (VN).

De Ierse Fionnula Ni Aolain, speciale rapporteur van de VN, heeft tussen 24 en 31 mei vorig jaar diverse slachtoffers van de aanslagen ontmoet. De VN-rapporteur bracht ook een bezoek aan de gevangenis van Hasselt, waar terroristen en geradicaliseerde gedetineerden vastzitten. Ze maakte een rapport over die ontmoetingen en stelde het vrijdag aan de pers voor.

“België heeft heel wat zaken goed gedaan in de strijd tegen het terrorisme”, zegt Fionnula Ni Aolain. Ze betreurt echter dat er te weinig aandacht is geweest voor de slachtoffers van terreur. “Uit mijn gesprekken is gebleken dat de slachtoffers zich verlaten voelen en moeite hebben om medische of psychologische ondersteuning te vinden. Ze worden getroffen door verlies, pijn en overweldigende trauma’s.” In haar rapport spreekt ze onder meer over “belangrijke lacunes” in de zorg voor de slachtoffers.

Fionnula Ni Aolain stelt ook “fundamentele problemen vast wat betreft mensenrechten”. Ze betreurt onder meer dat er geen “systematisch deradicaliseringsprogramma” bestaat in de Belgische gevangenissen.

Beroepsgeheim

In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de verzameling van persoonsgegevens vindt de speciale rapporteur het noodzakelijk dat er “een duidelijk en respectvol wettelijk kader voor de rechten van de mens inzake de rol van het beroepsgeheim” komt. Ze moedigt de regering ook aan om “een onafhankelijk, effectief en uitgebreid overzicht te maken van de bevoegdheden voor het verzamelen, verwerken, delen en behoud van gegevens in het kader van de strijd tegen het terrorisme”.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer