‘Eén blauwe plek bij haar zou de handboeien betekenen voor mij’

© Fred Debrock

Gendergeweld staat voor stoute mannen en zwakke vrouwen. Niet omgekeerd. Toch is de dader in één op de vier gevallen een vrouw. We spraken met drie ‘battered men’. ‘Ik kon haar zo de hoek in slaan. Maar wat dan?’

Peter Vantyghem

In België is 24 procent op de beklaagdenbank voor partnergeweld een vrouw. Bij aangiftes van psychisch partnergeweld is één op de drie verdachten een vrouw. Toch lezen we zelden getuigenissen van mishandelde en misbruikte mannen. Zaterdag leest u die wel, in dS Weekblad. Hieronder krijgt u alvast een voorproefje.

Hij zit aan een tafeltje achteraan in een parkcafé in Sint-Niklaas. Een al wat kalende en opvallend rustige mens. We hebben een laatste afspraak om nog wat details door te nemen. Hoeveel medische attesten hij precies liet maken. Hoe dat in zijn werk gaat wanneer een man verkracht wordt. Hoe hij zich vandaag voelt, nu zijn beproeving achter de rug is, maar zowel hem als zijn dochters een lange weg van herstel wacht. En of hij zeker weet dat hij zijn verhaal wil vertellen, onder eigen naam en met foto erbij. Hij knikt. ‘Ik doe dit voor de maatschappij’, zegt hij. Voor die andere mannen die meemaken wat hem is overkomen. Eén heeft hem eens gemaild, en hij heeft geantwoord, maar daar bleef het bij. Zo gaat dat bij mannen: ze praten moeilijk over vernederingen, en wat is er meer vernederend dan een man die door zijn vrouw is afgetuigd? Het wordt vaak niet eens ernstig genomen, laat staan geloofd.

Daarom kijkt Serge Voermantrouw (51) recht in de camera wanneer hij zegt dat hij zeker vijftien keer zware klappen heeft gekregen van zijn echtgenote. Ik heb hem meermaals gesproken en met zijn advocaat vele details doorgenomen. Heeft hij zelf nooit geweld gepleegd? Hij aarzelt. ‘Zij heeft me wel vaak beschuldigd, en daar zijn pv’s van opgemaakt, maar ze draaide de zaken altijd om. Ik heb nooit teruggeslagen.’

Waarom niet? Een man mag zichzelf toch verdedigen als hij geslagen en ‘verwurgd’ wordt? Serge haalt zijn schouders op: ‘Je slaat een vrouw niet.’ Maar eigenlijk heeft hij betere redenen dan dat oude, ridderlijke ideaal. Er waren ook jonge kinderen in huis. ‘Ik wilde hen beschermen, de situatie niet laten escaleren, want daarvan zouden zij de dupe zijn. Ik heb een zwarte gordel karate, ik ken de vitale plekken: een nier, de lever. Ik kon haar zo de hoek in slaan. Maar wat dan? Zelfverdediging gebruik ik alleen in heel hoge nood. Ik weerde haar af, probeerde haar te kalmeren, incasseerde.’

Zijn derde reden legt de problematiek van ‘battered men’ helemaal bloot. ‘Eén blauwe plek bij haar zou de handboeien betekenen voor mij. Daaraan dacht ik op zulke momenten ook. Niet verwonden! Niet slaan! Niet in haar polsen knijpen! Een man die slaat, is een vogel voor de kat. En wat dán met de kinderen?’

Zaterdag leest u in dS Weekblad het volledige verhaal van Serge Voermantrouw, en dat van nog twee andere mishandelde mannen. ‘Ik heb medische attesten, politieverslagen van geweld. Maar wat je als man in de familierechtbank vertelt, dat kan niet waar zijn.’