Direct naar artikelinhoud
Strijd tegen IS

Slotaanval tegen Islamitische Staat ingezet

Mannen en jongens die er van verdacht worden IS-strijders te zijn worden gecontroleerd.Beeld AFP

De Democratische Syrische Strijdkrachten (SDF) hebben vrijdag de slotaanval ingezet op het laatste bolwerk van Islamitische Staat (IS) in het oosten van Syrië. Daarmee lijkt het einde van de strijd tegen IS een stapje dichter bij te komen.

De SDF lieten vandaag op Twitter zelf weten dat ze het slotoffensief tegen IS hadden ingezet. “Na de evacuatie van duizenden burgers en van onze in Baghoez gevangengehouden kameraden, is de schoonmaakoperatie van het laatste bolwerk van IS om 18.00 uur vanavond (17.00 uur Belgische tijd) begonnen”, zo twitterde Moestafa Bali. Hij voegde eraan toe dat hij een zware strijd verwacht. Hij verwacht immers dat IS tot het bittere einde zal doorstrijden.

De strijd was enkele dagen opgeschort om de burgers in de stad de kans te geven te vluchten. De door de Koerden geleide militie haalde vrijdag nog mensen uit Baghouz. Die evacués vertelden dat zich geen burgers meer in het dorp bevinden. “En dat degenen die er nog wel zijn niet willen vertrekken”, zegt de woordvoerder.

“Ieder die zich nog in het gebied bevindt, wordt als vijand aanzien”, zei woordvoerder Adnan Afrin van de SDF tegenover het Duitse persbureau DPA. De Syrische troepen doen een grondige check bij alle vluchtelingen uit de stad om te controleren of er zich geen IS-strijders tussen bevinden.

Guerilla

Een overwinning in de stad zou echter nog niet automatisch het einde betekenen van de vier jaar durende strijd tegen IS. Verder naar het westen zijn er nog een paar kleine groepjes IS-strijders waarvan gevreesd wordt dat ze nog lang kunnen standhouden als guerrillabeweging.

Het rijk van de jihadisten bestond enkele jaren geleden nog uit grote gebieden in Irak en Syrië. De Amerikaanse president Donald Trump nam deze week alvast een voorschot op de ondergang van het kalifaat. “We hebben het nu voor 100 procent in handen’’, zei hij tegen Amerikaanse militairen in Alaska.

 Chloorgas gebruikt bij aanval in Doema, bevestigt waakhond chemische wapens

Volgens het OPCW zijn er “redelijke motieven” om te denken dat bij de aanval in Doema, vlakbij de Syrische hoofdstad Damascus, op 7 april vorig jaar een chemisch wapen is gebruikt. En dat chemisch wapen bevatte chloorgas, schrijft de organisatie in een rapport.

Doema was toen in handen van de rebellen. Volgens de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties kam bij de aanval zeker een vijftigtal mensen om. Tot 650 raakten gewond.

Er ontstond een hevige controverse over de gifgasaanval. De Syrische oppositie en het Westen stelden de Syrische regeringstroepen verantwoordelijk. Vanwege het voorval bombardeerden de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië stellingen van het regime van de Syrische president Bashar al-Assad. Syrië en bondgenoot Rusland hebben de beschuldigingen steeds van de hand gewezen. Volgens hen ging het om een geënsceneerde aanval door opstandelingen.

Het OPCW noemt in zijn rapport geen verantwoordelijken voor de aanval.