Mehdi Nemmouche neemt kort het woord: “Ik ben in de val gelokt. Als ik kon, zou ik alles anders doen”

In het begin van het proces kondigde Nemmouche steeds weer aan later of aan het einde van het proces te zullen praten. Nu was het zijn laatste kans. “Ik ben in de val gelokt”. Als ik kon, zou ik alles anders doen”, zei Nemmouche in zijn laatste woord aan de jury, voor die in beraad ging. “Mijn advocaat heeft uitgelegd waarom ik gezwegen heb”, klonk het verder. “Dat was geen gebrek aan respect. Mocht ik iets kunnen veranderen, zou ik dat doen. Dank om twee maanden naar ons te hebben geluisterd.”

Ook Nacer Bendrer, medebeschuldigde in het assisenproces, nam het woord. “Ik weet niet wat ik hier in dit verhaal kom doen”, zei hij. “Ik werd opgebeld en heb geantwoord, heb iemand ontmoet en ermee gepraat, maar verder heb ik met deze zaak niets te maken.” Bendrer verwijst daarmee naar hoofdbeschuldigde Nemmouche, die de wapens die gebruikt werden bij de aanslag op het Joods Museum bij Bendrer gehaald zou hebben. Dat ontkent die laatste. “Hij heeft me een wapen gevraagd, maar ik heb het hem niet geleverd.”

De man uit Marseille erkende een strafblad te hebben. “Ik weet dat ik niet blank als sneeuw ben, ik heb stommiteiten begaan in mijn leven en zal ervoor moeten boeten, maar hier heb ik niets mee te maken. Ik word uitgemaakt voor ‘caïd’ (bendeleider, red.) en nog veel meer, en dat snap ik wel.” Volgens Bendrer heeft hij in het dossier en op het proces de waarheid verteld: “Toen ik die slachtoffers zag, was ik diep geraakt. Ik heb mijn deel gezegd, ik heb de waarheid gezegd”.

Hij zei schrik te hebben om voor de jury te staan, “omdat ze me misschien niet begrepen hebben”. “Jullie zijn eenvoudige mensen, zoals ik. Jullie hebben mijn leven in jullie handen. Bedankt om naar me te luisteren.” De beschuldigde zei verder nog dat er nood is aan humanisme. “Mijn advocaten hebben dat humanisme getoond. Het heeft me geraakt om die twee personen voor u bezig te zien. Ik heb een leven dat op me wacht, een vrouw die op me wacht.”

Hij had ook een woord over voor de families van de slachtoffers. “We zijn hier niet in het theater, er zijn families die hun naasten verloren hebben. Zij wachten op de waarheid over hun naasten, en ik vind het bewonderenswaardig dat de advocaten van een vereniging van slachtoffers van terrorisme hier de belangen komen verdedigen van mensen die ze niet kennen.”

Assisenvoorzitter Laurence Massart sloot iets voor de middag de debatten in het proces. Massart geeft de jury nog meer uitleg over de 56 schuldvragen die ze krijgen voorgelegd. Daarna gaan de 12 juryleden samen met Massart en haar twee bijzitters in beraad. Het federaal parket verwacht de uitspraak voor donderdag, maar dat zal natuurlijk afhangen van de duur van het beraad.

Het Openbaar Ministerie heeft gevraagd Nemmouche schuldig te verklaren voor vier moorden met terroristisch karakter en illegaal wapenbezit. Bendrer moet volgens het OM schuldig verklaard worden als medeplichtige aan vier moorden met terroristisch karakter en illegaal wapenbezit.

De aanslag op het Joods Museum op 24 mei 2014 eiste in totaal vier mensenlevens. Een stel Israëlische toeristen, Emanuel (54) en Miriam (53) Riva, en de 66-jarige Française Dominique Chabrier, vrijwilligster in het museum, stierven ter plekke. De 25-jarige museummedewerker Alexandre Strens overleed op 6 juni.