Nieuwe diersoorten ontdekt in eeuwenoude uitwerpselen van krokodillen
Britse onderzoekers hebben op de Kaaimaneilanden drie nieuwe diersoorten ontdekt. De resten van de dieren werden gevonden in gefossiliseerde uitwerpselen van voornamelijk krokodillen.
Dat schrijven de onderzoekers van de Zoological Society of London. De Kaaimaneilanden zijn interessant voor onderzoekers omdat er maar zelden fossielen worden gevonden, vertelt Lars van den Hoek Ostende, wetenschapper bij Naturalis en zelf niet betrokken bij dit onderzoek. “Je moet gewoon mazzel hebben.”
Dit komt doordat er op de relatief kleine eilanden maar weinig plek is om dierlijke resten te bewaren. Onhandig, omdat veel eilandfauna is uitgestorven en onderzoek ernaar dus afhankelijk is van fossielen. De nieuwe vondsten zijn daarom een “belangrijke aanvulling” in het onderzoek naar eilanddieren in het Caribische gebied, aldus Van den Hoek Ostende.
Knaagdieren
Twee van de gevonden dieren zijn grote knaagdieren, genaamd de Capromys pilorides lewisi en de Geocapromys caymanensis. Deze capromys is geen geheel nieuwe diersoort, maar een ondersoort van een grotere familie van knaagdieren, namelijk de hutia. De derde diersoort lijkt op een spitsmuis, en heeft de naam Nesophontes hemicingulus gekregen. De dieren zijn nergens anders op de wereld ontdekt en dus uniek voor de Kaaimaneilanden.
De dieren zijn hoogstwaarschijnlijk uitgestorven door menselijk toedoen. Toen Europese kolonisten zich begonnen te vestigen namen zij bijvoorbeeld ratten en katten mee aan boord van hun schepen. Deze nieuwe dieren verstoorden het evenwicht op de eilanden, legt Van den Hoek Ostende uit. Zo maakten ze jacht op de inheemse fauna en droegen ‘nieuwe’ ziektes over. Om eenzelfde reden stierf de dodo uit.
Ongeveer een half tot een miljoen jaar geleden leefden er meer dan 130 zoogdieren in het Caribisch gebied, waar elk eiland zijn eigen soorten had. De diversiteit in fauna op de eilanden is sindsdien sterk gedaald. Tegenwoordig leven er nog dertien zoogdiersoorten en zestig soorten vleermuizen.
Dna
In het onderzoek naar de Capromys konden wetenschappers dna-materiaal gebruiken van soortgelijke diersoorten. Hierdoor werd de conclusie getrokken dat het dier een ondersoort is.
Voor de Geocapromys en de Nesophontes was er te weinig dna-materiaal beschikbaar voor dergelijk onderzoek. De wetenschappers hebben toch vertrouwen in hun conclusies, omdat de vorm en opbouw van de botten te sterk verschillen van andere diersoorten.
