Iraanse Koerden in het offensief tegen Teheran: ‘We spiegelen ons aan de IRA’

De gewapende vleugel van de KDPI: 'Onze aanslagen zijn een vergelding voor de anti-Koerdische repressie.' © Getty Images

Al vier jaar voeren de Iraanse Koerden op de grens met Irak een lauwwarme oorlog tegen Teheran. De Verenigde Staten zien het graag gebeuren. Knack sprak met de vertegenwoordiger van de Koerdische Democratische Partij van Iran (KDPI) bij de Europese Unie. ‘We vragen geen wapens. We vragen diplomatieke steun.’

Of hij zich als vertegenwoordiger van de Koerdische Democratische Partij van Iran (KDPI) bij de Europese Unie wel veilig voelt in een druk café in Brussel? Hesam Dastpish (44) vindt de vraag niet vergezocht. Tenslotte is de KDPI een in Iran verboden verzetsbeweging die al tientallen jaren een gewapende strijd voert tegen de Islamitische Republiek. De Iraanse inlichtingendiensten elimineren desnoods hinderlijke ballingen. Vorig jaar nog zette Nederland twee Iraanse diplomaten uit als represaille voor de moord op twee Nederlandse Iraniërs in 2015 en 2017. ‘Ik ben voorzichtig’, zegt Dastpish, een in Teheran opgeleide politicoloog die in België als asielzoeker is erkend.

Hopen op hervormingen binnen het Iraanse regime is naïef. Alleen zware druk, zoals een boycot, heeft effect.

Hesam Dastpish, KDPI

Zeventigjarige smokkelaars

Anders dan hun volksgenoten in Turkije, Syrië en Irak lijken de 7 miljoen Iraanse Koerden geen rol van betekenis te spelen in de complexe crisis in het Midden-Oosten. ‘Dat klopt niet’, zegt Dastpish. ‘We zitten er middenin. In 2015 heeft de KDPI met enkele kleinere Koerdische verzetsbewegingen een protocol gesloten. Het staakt-het-vuren dat we al twintig jaar respecteerden, had ons niets opgeleverd. We hadden niet meer rechten gekregen, er waren geen investeringen of banen gekomen. Daarom hebben we de rasan (Koerdisch voor ‘heropostanding’, nvdr) gelanceerd.’ Het initiatief escaleerde sindsdien meermaals tot rechtstreekse confrontaties op de Iraans-Iraakse grens. De Iraanse artillerie bombardeerde KDPI-kampen in de Koerdische Autonome Regio van Irak (KAR).

Toch is de rasan geen militair offensief, benadrukt Dastpish. ‘We spiegelen ons aan de grassrootsaanpak van de IRA in Ierland. In eerste instantie stimuleren we allerlei vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals stakingen en betogingen. Maar we hebben wel degelijk gewapende cellen die gerichte aanslagen plegen, meestal tegen leden van de Iraanse Revolutionaire Garde die de Koerdische gebieden controleren. We zien het niet als terrorisme maar als een vergelding voor de groeiende anti-Koerdische repressie. Alleen al bij de grensovergangen werden vorig jaar 71 ongewapende burgers doodgeschoten.’

De slachtoffers zijn haast zonder uitzondering smokkelaars, de zogenoemde kolbars. Op de website van BBC News demonstreren ze hun vak: mannen, soms zestigers en zeventigers, laden vlak over de grens in Irak loodzware vrachten op hun rug. Autobanden, koelkasten, televisies, luiers, cosmetica, alcohol, halve supermarkten schuifelen stoetsgewijs over steile, besneeuwde bergpaden. Lawines, sneeuwstormen maar ook landmijnen eisen geregeld een dodelijke tol. En bij de Iraanse grens loert er nog een gevaar. ‘De karavanen worden vaak beschoten door de grenspolitie of de Revolutionaire Garde’, zegt Dastpish. ‘De strijd tegen wapensmokkel, luidt het officieel. Onzin, want wapens worden nooit per karavaan gesmokkeld. Heel wat kolbars werken in feite voor officieren van de Revolutionaire Garde. Zelf verdienen ze een schamele 20 dollar (17,6 euro, nvdr) per tocht, het grote geld blijft bij de Gardisten kleven. De goederen gaan naar Teheran of Isfahan, door de sancties is er in heel Iran een gigantische zwarte markt gegroeid.’

Hesam Dastpish, KDPI
Hesam Dastpish, KDPI

‘De kolbars zelf zitten in de tang. Door de systematische marginalisering van Koerdistan is er geen werk. Smokkelen is de enige manier om te overleven, onder de kolbars zitten trouwens heel wat afgestudeerden met een master-diploma. Hun lot symboliseert zowat de neokoloniale uitbuiting waarvan mijn volk het slachtoffer is.’

Anti-Iran-top

Minder dan ingewikkeld wordt het nooit in Koerdistan. De KDPI wordt in de KAR gedoogd. Door het regime in hoofdstad Erbil, maar ook door de Turks-Koerdische PKK, die de bergen militair controleert. Tijdens de Iraans-Iraakse oorlog in de jaren 1980 steunde de Iraakse dictator Saddam Hoessein de KDPI, terwijl het Iran van ayatollah Khomeini de Iraaks-Koerdische peshmerga’s van wapens en munitie voorzag. Die geschiedenis verklaart waarom de KDPI gedurende twintig jaar een staakt-het-vuren in acht nam. Dat gebeurde vooral onder druk van de Iraaks-Koerdische president Massoud Barzani, die als de dood was voor Iraanse represailles tegen de KAR.

Dat de KDPI die terughoudendheid deels heeft laten varen, komt niet alleen door de groeiende repressie in Iran, maar meer nog door de veranderde regionale context. Het succes van Rojava, de Noord-Syrische regio waar de aan de PKK gelieerde YPG met westerse steun een autonome Koerdische protostaat weet te handhaven, inspireert. Nog belangrijker is het elan van de anti-Iran-coalitie die de VS, Saudi-Arabië en Israël hebben gesmeed. Het opblazen van de nucleaire deal en het herinvoeren van economische sancties was geen eindpunt, Washington stuurt openlijk aan op een regimeverandering in Teheran. De door Amerika belegde Midden-Oosten-conferentie die vorige maand in Warschau plaatsvond, werd niet voor niets als een anti-Iran-top aangekondigd. Net dat opzet verklaart de afwezigheid van de meeste EU-landen, die de nucleaire deal en hun economische relaties met Iran willen vrijwaren.

Iraanse Koerden in het offensief tegen Teheran: 'We spiegelen ons aan de IRA'
© .

‘Dat is een vergissing’, vindt Dastpish. ‘Na veertig jaar theocratische dictatuur snakken alle Iraniërs naar verandering. Het is naïef te hopen op hervormingen binnen het regime. Alleen zware druk, zoals een economische boycot, heeft effect.’

Matuur nationalisme

Hoe diep zit de KDPI in de anti-Iran- coalitie? Laat de partij zich als proxy gebruiken om de regimeverandering te bewerkstelligen? ‘We zijn geen huurlingen die rijden voor externe partijen’, zegt Dastpish. ‘We vragen geen wapens maar diplomatieke steun. Als er over de toekomst van Iran wordt gepraat, moet er ook naar de Koerden worden geluisterd.’

Peyman Jafari heeft begrip voor de verzuchtingen van de Iraanse Koerden, maar koestert twijfels over de strategie. ‘Onvermijdelijk ontstaat de perceptie dat ze zich opnieuw voor een kar laten spannen’, zegt de Iran-deskundige van de Universiteit van Amsterdam. ‘De Koerdische partijen kunnen beter samenwerken met de Iraanse oppositie om langs politieke weg hervormingen af te dwingen. Natuurlijk is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ook bij de Iraanse oppositie leeft er veel wantrouwen jegens het Koerdische nationalisme.’

Wat niet helpt om de perceptie te counteren: de Nederlandse KDPI-vertegenwoordiger is een prominent lid van het Iran Comité, dat in Den Haag lobbyt voor harde sancties. ‘Zulke comités bestaan in verschillende Europese landen’, zegt Jafari. ‘Het is een publiek geheim dat ze zijn opgericht onder impuls van Israël, in een poging om de normaliseringspolitiek van president Barack Obama tegenover Iran te saboteren.’

Veel nieuws is er niet onder zon. In de jaren 1990, onder president George Bush, gaf het Pentagon 400 miljoen dollar uit voor een studie over etnische spanningen in Iran – en niet met de bedoeling om die spanningen te verminderen. Toch heeft Hesam Dastpish er alle vertrouwen in. ‘Het pan-Koerdische nationalisme is matuur geworden. En met het internet en satelliettelevisie is ook de solidariteit gegroeid. De opkomst van de pro-Koerdische HDP in Turkije, het succes van de KAR, de ontwikkelingen in Rojava: ook de Iraanse Koerden volgen het op de voet. We beseffen dat bondgenootschappen tijdelijk en voorwaardelijk zijn. Alle Koerden weten het: de bergen zijn onze enige echte bondgenoten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content