Turkije: ‘België moet beroep aantekenen tegen de PKK-beslissing’

Koerdische manifestanten in Brussel © Belga
Sarah Lamote
Sarah Lamote Correspondent Ankara

De PKK is geen terroristische organisatie. Dat besliste het Brusselse hof van beroep vanmiddag. De uitspraak stuit op ongeloof en woede in Turkije. Toch is het volgens Turkije nog mogelijk om beroep aan te tekenen.

Vanmiddag werden een dertigtal verdachten in het zogenoemde ‘Ariadne-proces’ vrijgesproken voor lidmaatschap van een terroristische organisatie. Het Brusselse hof van beroep oordeelde dat de PKK een partij is in een ‘gewapend conflict’. Het gaat dus niet om terrorisme maar om oorlog. De terrorismewet kon met ander woorden niet van toepassing zijn.

‘Schandaal’

De Turkse media lijken met één stem te spreken. ‘Een schandelijke beslissing’, klinkt het overal. De Turkse regeringsgezinde krant Sabah zette de toon. De TRT, de Turkse openbare omroep, volgde. Yeni Akit Gazetesi ziet in de Belgische rechtbanken ‘de nieuwe beschermheer van de PKK’. CNN Turkije focust dan weer op de Belgische reactie na ‘het schandaal’.

De Koerdische Arbeiderspartij PKK staat op de Europese terreurlijst en is in Turkije verboden. Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken vindt de beslissing dan ook ‘onaanvaardbaar’. ‘Ondanks het bewijsmateriaal geeft deze uitspraak de terroristische organisaties een gevaarlijke kans tot recuperatie’, klinkt het bij monde van woordvoerder Hami Aksoy.

Toch is het volgens Turkije nog mogelijk om beroep aan te tekenen. ‘We verwachten dat onze bondgenoot België hun verantwoordelijkheid neemt en mee de nodige stappen zet tegen de terroristische organisatie PKK.’ President Erdogan zelf reageerde nog niet. Maar dat lijkt gezien de pre-electorale atmosfeer een kwestie van tijd.

De beschuldigingen tegen de beklaagden waren pittig. Een dertigtal Koerdische individuen en organisaties werden beschuldigd van ontvoering van minderjarigen, afpersing, valsheid in geschriften, PKK-fondsenwerving en PKK-propaganda. Het onderzoek ging in 2006 van start toen het federaal parket had vastgesteld dat de PKK in België en andere West-Europese landen op grote schaal jonge Koerden ronselden om een opleiding te volgen tot guerrillastrijder. In Iraakse trainingskampen zouden ze getraind worden voor de gewapende strijd tegen Turkije en Iran.

Met deze uitspraak oordeelt een rechtbank voor het eerst dat de PKK geen terroristische organisatie is.

Onder de beklaagden bevonden zich Remzi Kartal en Aydar Zübeyir, twee voormalige parlementsleden van de intussen ontbonden Koerdische Partij DEP, maar ook journalisten en organisaties, zoals ROJ tv en STERK Productions uit Denderleeuw, bekend van Koerdische radio- en tv-programma’s. Die laatste zouden dienst gedaan hebben als PKK-communicatiekanalen. Zij worden nu over de hele lijn buiten vervolging gesteld.

Volle emmer?

Met deze uitspraak oordeelt een rechtbank voor het eerst dat de PKK geen terroristische organisatie is. Een precedentwaarde in toekomstige processen – binnen België, Europa en daarbuiten – is niet uitgesloten. Bovendien zou dit vonnis een debat over de plaats van de PKK op de Europese terreurlijst kunnen aanzwengelen.

Verwacht wordt dat de uitspraak de komende dagen de Turkse verkiezingscampagnes en media zal domineren. De lokale verkiezingen van eind maart indachtig, komt de uitspraak Erdogan nog niet zo slecht uit. Hij kan er zijn achterban mee opzwepen en de aandacht trekken van de hele bevolking. Electorale aandacht die op die manier eens niet naar de economische onweerswolken boven het land gaat.

Is dit de druppel te veel voor de Turks-Belgische relaties? De vaak gedoogde pro-PKK-manifestaties in ons land wekken al jaren de Turkse woede op. De verontwaardiging bij Turken is groot wanneer zij wapperende PKK-vlakken in de straten van Brussel zien. Ook de portretten Abdullah Öcalan, de gevangen leider van de verboden Koerdische Arbeiderspartij, zijn voor velen onbegrijpelijk. President Erdogan noemde België al eerder ‘een belangrijk centrum voor de PKK’.

Wat ook bij vele Turken in het geheugen staat gegrift is de ontsnapping van terreurverdachte Fehriye Erdal in 2006 na haar veroordeling in Brugge. Alle Turkse kranten spraken toen schande over België. De extreemlinkse militante van het DHKP-C werd nooit terug opgepakt.

Is dit de druppel te veel voor de Turks-Belgische relaties?

De uitspraak van vandaag is de tweede bittere pil voor Turkije in korte tijd. Twee weken geleden werd bekend dat de echtgenoot van een internationale PKK-topper de Belgische nationaliteit krijgt. Dat ondanks het negatief advies van het openbaar ministerie op basis van rapporten van Staatsveiligheid. Een vzw in Charleroi waar de man actief was, wordt door Europese politiedienst Europol als PKK-uitvalsbasis gezien.

De vrees voor betogingen aan de Belgische ambassade in Ankara of het Consulaat-Generaal in Istanbul is dan ook reëel. Matthieu Branders, woordvoerder van Buitenlandse Zaken, verklaarde aan het Turkse persagentschap Anadolu Ajansi dat de rechterlijke macht onafhankelijk is maar ‘dat dit het standpunt van België om de PKK te zien als een terroristische organisatie niet verandert’. Ook de Belgische ambassadeur in Ankara Michel Malherbe benadrukt dat Turkije een belangrijke partner is en blijft voor ons land.

Zusterorganisatie

Niet alleen de PKK ligt gevoelig voor Ankara. In de nacht van 15 of 16 juli 2016 werd het land opgeschrikt door een staatsgreep. Volgens de regering zit de beweging van prediker Fethullah Gülen hierachter. Een mening die ook gedeeld wordt door oppositiepartijen en door verschillende Turkse onafhankelijke journalisten.

En dan is er de PYD, de Syrische zusterorganisatie van de PKK, en diens militie YPG. Die Syrische Koerden waren de belangrijkste bondgenoot van het Westen in de Syrische burgeroorlog. Zij bevrijdden grote delen van Noordoost Syrië van IS. Maar voor Turkije zijn dat evengoed terroristen. Vorig jaar heeft het Turkse leger het Syrische Afrin veroverd op de PYD. De laatste maanden zegt Erdogan het gebied ten oosten van de Eufraat ‘uit te willen zuiveren’.

Een niet onbelangrijk detail: België komt bijna willens nilles met die groep in contact als het de kinderen van IS-strijders in de Noord-Syrische Koerdische kampen wil terughalen. De YPG als gesprekspartner is voor de Turken sowieso onbespreekbaar. De PKK, haar Syrische tak PYD en de Gülenbeweging. Het zijn terroristische aartsvijanden voor het regime en voor vele Turken.

Rapprochement

Toch komt de uitspraak op ruimer politiek toneel bijzonder ongelegen. Begin 2018 zette Erdogan nog expliciet een politieke dooi in richting Europa.

Die rapprochement was geen overbodige luxe na de maandenlange moddergevechten. In het voorjaar 2017 beschuldigde Erdogan Duits bondskanselier Angela Merkel en Nederlands minister-president Mark Rutten van nazipraktijken omdat ze Turkse ministers hadden verhinderd campagnebijeenkomsten te organiseren in respectievelijk Duitsland en Nederland.

De zuurste reacties lijken nu voorbij. Merkel poseerde ondertussen samen met ‘strategische partner’ Erdogan in Berlijn en herhaalde verschillende keren dat Duitsland een groot belang heeft bij een gezonde economische ontwikkeling in Turkije. Ook met Nederland, waar de ambassadeur maanden niet welkom was in Ankara, zijn de plooien min of meer gladgestreken.

Dat het nu weer hoog oplaait met een Europees land past dus niet deze detente. De regering Erdogan heeft de Europese Unie broodnodig, niet in het minst om de economische malaise te overwinnen. De EU is de belangrijkste handelspartner voor Turkije en ook in termen van buitenlandse investeringen is de EU de grootste. Al is en blijft terrorismebestrijding van cruciaal belang voor Erdogan. Meer, het is zijn electorale levensader als de economische malaise lang blijft aanslepen.

De vraag rest nu wat het federaal parket zal doen. De uitspraak is opnieuw een opdoffer. Zowel in 2015 als in 2017 oordeelden respectievelijk de Brusselse Raadkamer en de Brusselse Kamer van Inbeschuldingstelling dat de terrorismewet niet van toepassing kon zijn. Het federaal parket ging in beroep en trok uiteindelijk naar het Hof van Cassatie. Die laatste oordeelde midden februari vorig jaar dat het proces opnieuw moest gebeuren. Maar vandaag viel dus opnieuw hetzelfde verdict.

Turkije en de PKK

De strijd tussen de Turkse regering en de PKK kostte sinds 1984 al 40.000 dodelijke slachtoffers. Hoewel er even beterschap in de lucht ging, sprongen in juli 2015 de vredesonderhandelingen tussen de regering van Erdogan en de PKK af. Het geweld barstte feller dan ooit los. Ook in de steden. De PKK en splinterbeweging TAK kozen voor aanslagen in Istanbul en Ankara. In anderhalf jaar tijd vielen er 385 burgerdoden.

Het Turkse leger sloeg hard terug. Vooral in het Zuidoosten van het land is de ravage groot en de onteigeningen talrijk. Internationale mensenrechtenorganisaties zien oorlogsmisdaden langs beide kanten. De PKK zou burgers als menselijk schild gebruikt hebben, het Turkse leger zou onder andere willekeurige executies uitgevoerd hebben. Bijna een half miljoen Turkse Koerden zijn sindsdien op de vlucht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content