Direct naar artikelinhoud
War on Drugs

“Kalasjnikovs, die brandende auto en gisteren de ontploffingen. Toch een beetje ‘grellig’”

Het Park Spoor Noord staat centraal in de Antwerpse drugsoorlog.Beeld Sander Bral

Vijf auto’s zijn deze week in Antwerpen in vlammen opgegaan of ontploft. Daarmee spoelt er een nieuwe geweldsgolf over de Scheldestad, waarbij alles wijst naar het drugsmilieu. Met als centraal punt de opgeknapte trekpleister Park Spoor Noord.

en

In de nacht van donderdag op vrijdag werden in de Antwerpse Dijlestraat twee granaten onder evenveel auto’s gegooid. In de aangrenzende Rupelstraat ging twee nachten eerder al een wagen in vlammen op. Ook aan de andere kant van Park Spoor Noord en in het zuidelijke district Hoboken werd toen een wagen in de fik gezet. 

De incidenten hebben veel weg van pogingen tot intimidatie, zo stellen deskundigen. Het rommelt binnen de Antwerpse drugsmaffia. Zo staan twee van de drie auto’s die dinsdagnacht werden vernield op naam van de moeders van gekende figuren uit de onderwereld. De derde zou mogelijk voor een zware jongen zijn gehuurd.

Donderdagnacht werd een andere drugsclan geviseerd, meldt Het Laatste Nieuws: de familie El M. Haar Mercedes stond tegenover de woning geparkeerd. Leden van die Marokkaanse familie zijn berucht in het criminele milieu — Brahim El M. was vroeger een van de meest gevreesde portiers in Antwerpen. De granaat was gericht tegen de auto van Mohamed El M. een neef van Brahim. Op de plaats van de aanslag woont ook Youness El M., een jonge kerel die al enkele jaren cel uitzat voor drugshandel. 

Wat hoe dan ook duidelijk is: met de granaten en de brandstichtingen is de rust die even heerste opnieuw doorbroken. In totaal is er nu sinds het midden van 2016 64 keer geschoten, brandgesticht, met granaten gegooid of op een andere manier zwaar geweld gebruikt in de Antwerpse straten. De Scheldestad doet haar naam als internationale draaischijf voor cocaïne alle eer aan. Er is vorig jaar meer dan dubbel zo veel cocaïne onderschept als in heel Nederland. 

‘Kalasjnikovs, die brandende auto en gisteren de ontploffingen. Het is toch een beetje ‘grellig’’
Tine Cassiers, buurtbewoner

No-gozone

Voor de bewoners is het criminele kluwen enkel te vatten in boutades. “Blijkbaar woont hier ergens een slechte boekhouder, want dit is duidelijk het resultaat van een rekening die niet klopt’, grijnst Mustafa El Badani, terwijl hij wijst naar zijn garagepoort in de Dijlestraat. Het ijzerwerk is geperforeerd door honderd kleine granaatsplinters, overal ligt glaswerk van auto’s of ruiten in de goot, en in de inkomhal van de buurvrouw wijst een bezorgde vinger naar een litteken op de middelste traptreden.

“Het geweld is hier een attractie geworden”, zucht El Badani over ‘den Dam’. De buurt, die wat gewrongen lijkt tussen hippe gentrificatie en volkse armoe, was in 2017 al het decor van een schietpartij. In een rolluik van een huis in de Rupelstraat zaten toen achttien kogelgaten. Toch lijkt er bij de meeste bewoners geen sprake van een angstcultuur. “Ik heb me hier altijd veilig gevoeld, en doe dat nog steeds”, zegt een andere bewoner. “Maar als er toevallig iemand in je straat woont die wordt geviseerd, heb je het helaas vlaggen.”

Die ‘iemand’ zou net zoals twee jaar geleden Nordin E.H. zijn. De BMW die eerder deze week in vlammen is opgegaan, zou van zijn moeder zijn. E.H. is al vaker in beeld gekomen, onder meer met de ‘dodenlijst’ van informanten die hij in februari 2017 in brievenbussen en onder ruitenwissers zou hebben verspreid. Een prominente naam daarop was ‘Frank de Tank’. E.H. zou hem verantwoordelijk houden voor het verlies van een lading cocaïne en hem een voorschot hebben betaald om die op te halen. Sindsdien sloeg de vlam in de pan.

“Kalasjnikovs, die brandende auto en gisteren de ontploffingen. Het is toch een beetje grellig”, zegt Tine Cassiers, die samen met buur en acteur Stefaan Degand het incident bespreekt. Die lijkt zich minder zorgen te maken – “dit zijn extreme excessen in een voorts positieve, kleurrijke buurt” – maar herhaalt wel vijf keer het probleem. “They don’t give a flying fuck”, zegt Degand over de relatie tussen buurt en bestuur. Dealers zijn hier niet nieuw, maar de voorbije jaren “zijn sjakoskes op straathoeken ingeruild voor geblindeerde ruiten”.

“Voor de politie lijkt dit soms wel een no-gozone”, zegt Cassiers, die vindt dat er gewoon wat creatiever moet worden nagedacht. “Nu kunnen die gepantserde wagens hier makkelijk aan 70 per uur wegsjezen. Maak het die gasten toch wat moeilijker.” 

Een politiewoordvoerder ontkent dat echter formeel: “In Antwerpen zijn er geen no-gozones, laat dat duidelijk zijn.” Het grote probleem is echter dat er een ijzersterke omerta heerst in het Antwerpse drugsmilieu. De politie lanceerde eind vorig jaar nog een oproep om informatie via het VTM-programma Faroek, maar die leverde niets op. Een getuige die in 2017 wel had gepraat met het VRT-programma Pano werd later in de benen geschoten. 

Straatmentaliteit

“Personen die als dealer zijn begonnen, voeren nu zelf drugs in”, zegt de Nederlandse criminoloog Toine Spapens (Tilburg University), die heeft meegewerkt aan een onderzoek over de Antwerpse drugsmarkt. Kenmerkend aan die figuren is volgens hem dat ze altijd een straatmentaliteit behouden. Geweld wordt beantwoord met geweld, liefst zelfs met meer geweld. In Amsterdam heeft de zogenaamde ‘Mocromaffia’ zo jarenlang terreur gezaaid met schietpartijen, gruwelijke liquidaties en zelfs een onthoofding. “Als er een probleem was, werd dat toen vaak opgelost met vuurwapens”, zegt de criminoloog.

Wat staat Antwerpen nog te wachten? Groeit het geweld naar een voorlopig hoogtepunt toe of blijft het bij aanslagen op wagens? De focus van zowel de autoriteiten als de media ligt in elk geval weer op de drugsmaffia. Criminele groepen hebben er echter juist alle belang bij om onder de radar te blijven. “Als een groep veel geweld gebruikt, dan willen andere groepen daar liever niet mee samenwerken”, zegt Spapens. “De Italiaanse maffia werkte in Nederland ook eerst met de Marokkaanse, maar is er door die aanslagen mee gestopt. Ze werken nu blijkbaar liever met de Albanezen, omdat die minder aandacht trekken.”