Direct naar artikelinhoud
Strips

De origineelste stripmaker van het moment is een Vlaming: “Mijn publiek heeft een grote tolerantie voor vreemde shit”

Olivier Schrauwen.Beeld rv/Stephane Mahot

De origineelste stripmaker van het moment? Als het van Maus-auteur Art Spiegelman afhangt, is dat de Vlaming Olivier Schrauwen. Ook zijn nieuwste album, Portret van een zuipschuit, bevestigt die status. Maar zijn stijl zint niet iedereen. “Mijn publiek heeft een grote tolerantie voor vreemde shit.”

Een jongetje zonder ledematen, mishandelde übermenschen of schizofrene kunstenaars… Wie Olivier Schrauwens werken naast elkaar legt, kan er niet naast kijken: ’s mans stijl, personages en verhalen zijn conventioneel noch commercieel. Wellicht net daarom omschreef Art Spiegelman, auteur van de Holocaust-strip Maus, hem in een mail naar Schrauwens Amerikaanse uitgever omschreef als “de origineelste striptekenaar sinds Chris Ware of Ben Katchor”.

Met de verschijning van Schrauwens nieuwste, Portret van een zuipschuit, wordt die indrukwekkende quote opnieuw belicht. Maar de bescheiden, sinds jaren in Berlijn residerende Vlaming, wordt er wat ongemakkelijk van. “Mijn uitgever heeft dat zinnetje uit de mail gelicht en sindsdien gretig gebruikt om mijn boeken te promoten. Wellicht tot het einde der tijden. Ik weet niet of Spiegelman het oké vindt dat zijn privéconversatie als promo werd ingezet. Ik ben geflatteerd, maar neem het ook met een flinke korrel zout.”

Fragment uit ‘Portret van een zuipschuit’Beeld rv

Schrauwen debuteerde in 2006 met My Boy, over een jongetje zonder ledematen in een stijl refererend aan die van de Amerikaanse grootmeester Winsor McCay, de auteur van Little Nemo. Inhoudelijk en grafisch zou hij sindsdien blijven zweren bij een onconventionele aanpak. Foert met het grote publiek. Het was niet aan hem besteed. Althans, dat dacht hij, want hij wist niettemin een gevoelige snaar te raken en werd bedolven onder prijzen en nominaties – waaronder drie voor beste album op het stripfestival van Angoulême.

Irritant

De vraag om zijn eigen werk te omschrijven blijkt een moeilijke. “Ik probeer het vooral níét te omschrijven, want dat zou beperkingen inhouden. En beperkingen op een goeie manier overschrijden is mijn voornaamste drijfveer. Ik hou bijvoorbeeld van humor, maar voel niet de noodzaak om het kluchtig te houden. Een grappige scène mag gerust plots een sombere ondertoon krijgen. Op formeel vlak bedenk ik voor elk boek wel een soort beperking: een stijl, een beperkt kleurengamma of een specifieke vertelmethode.” Of een apart personage, zo blijkt uit Portret van een zuipschuit, waarin het meest irritante strippersonage ooit wordt opgevoerd.

‘Ik hou van humor, maar voel niet de noodzaak om het kluchtig te houden. Een grappige scène mag gerust plots een sombere ondertoon krijgen’
Olivier Schrauwen

“Dat was ook het basisidee: een ‘klojo’ creëren zonder toe te geven aan de hollywoodiaanse neiging om je personages minstens één goeie eigenschap te geven. Dat levert op dramatisch vlak een interessante dynamiek op. In zatte situaties kan comedy bruusk overslaan in drama. Denk maar aan familiefeesten waarop een zatte nonkel over de schreef gaat. Je hebt de neiging om er tot op een zekere hoogte in mee te gaan, maar het maakt het extra pijnlijk wanneer hij dan te ver gaat en de empathie omslaat in aversie.”

‘Portret van een zuipschuit’Beeld rv

Voor zijn nieuwste ging Schrauwen in zee met twee Fransmannen. Florent Ruppert bedacht de verhaallijn en dialogen, Jérôme Mulot ontfermde zich over de decors. Schrauwen boog zich over de personages en inkleuring. Hij ging vooral overstag voor de onorthodoxe werkwijze van het duo. “Voor hun strips beginnen ze met het maken van een film. Ze laten acteurs handelingen improviseren om vanuit die interactie een script op te bouwen. Daaruit kiezen ze ‘stills’ die ze in een striplay-out gieten.”

Hoewel zijn strip nu bij Dupuis verschijnt, bedeelt hij zichzelf geen grote oplages toe. “Het grootste verschil wordt wellicht het soort publiek. Dat is tegelijkertijd een vriend met een grote tolerantie voor vreemde shit én mijn pa die houdt van conventionele strips met goeie tekeningen. In mijn achterhoofd leeft het besef dat beiden mijn boeken zullen lezen.”

Olivier Schrauwen - ‘Portret van een zuipschuit’.Beeld rv

Portret van een zuipschuit is uit bij Dupuis