VBO wil dat privacywetgeving GDPR wordt aangepast: "Discriminerend voor ondernemers"

De Europese wetgeving rond privacy - beter bekend als de GDPR - is discriminerend. Dat zegt werkgeversorganisatie VBO. Als ondernemers de wetgeving overtreden, riskeren zij een zware geldboete. Die kan oplopen tot wel 20 miljoen euro, of 4 procent van de jaaromzet als dat nog meer is. Voor overheidsdiensten gelden die sancties niet.

Het VBO stapt nu naar het Grondwettelijk Hof om dat verschil aan te kaarten. "We willen in de eerste plaats een gelijke behandeling", zegt topman Philippe Lambrecht. 

"Dankzij de GDPR worden onze data goed beschermd. Maar die bescherming moet gelden voor data die de privébedrijven verzamelen, en data die de overheid verzamelt", zegt Lambrecht. "De ondernemingen riskeren een zware boete, terwijl de staat niets riskeert voor hetzelfde type inbreuk. We vrezen dat dit een deresponsabilisering van de staat zou kunnen veroorzaken", aldus het VBO. 

De organisatie vraagt dan ook dat de overheid dezelfde boetes zou kunnen krijgen. "Als de overheid vindt dat deze sanctie te hard is, zien we ook niet in waarom de ondernemingen deze sanctie moeten ondergaan", klinkt het.

Minister van Privacy Philippe De Backer (Open VLD) begrijpt de houding van het VBO niet: "Alle maatregelen die Europees zijn vastgelegd gelden zowel voor de private als voor de publieke sector. Alleen gelden in de private sector ook financiële straffen, die geen zin hebben voor publieke entiteiten, want dan zou de overheid aan zichzelf betalen."

"Dat zou een broekzak-vestzakoperatie zijn", vindt De Backer. "We hebben er daarom voor gezorgd dat ambtenaren extra gecontroleerd worden, en ook extra gestraft, als ze niet correct omgaan met data." Voor het VBO "volstaat dat niet", zegt Philippe Lambrecht. "Wij vragen gewoon dezelfde bestraffing. Wij vinden dat het principe van gelijke behandeling verder gaat dan wat de minister zegt."