Direct naar artikelinhoud
Boeken

Discretie en geheimen maken het leven waardevol

Peter Venmans.Beeld Tim Dirven

De moderne tijd heeft lak aan grijstinten, eist onmiddellijke transparantie, wil alles weten en zien. Niet straks, maar nú. De Leuvense filosoof Peter Venmans gaat daar – rustig – tegenin. Net de discretie, onze kleine geheimen, maken ons leven waardevol, stelt hij. 

Onze democratische samenleving kan haar moeilijk missen, maar toch heeft de moderne tijd haar rücksichtslos te grabbel gegooid: de discretie. Het feit dat we ons terughoudend opstellen om de ander ruimte te geven en zo het samenleven te verbeteren, om onszelf tijdelijk in een veilige zone terug te trekken en na te denken, ons niet op te dringen en pas ergens tussenbeide te komen als dat echt noodzakelijk is.

“Discretie”, schrijft filosoof en hispanist Peter Venmans (1963) in zijn pas verschenen, gelijknamige boek, “is het vermogen om zich nu eens wel, en dan weer niet met de zaken van de wereld bezig te houden.” Het is “betrokkenheid die zich niet uitdrukt in opdringerigheid, maar in rustige aandacht, tegen alle vormen van aanmatiging in.”

Ook in dit essay behandelt Venmans, die eerder onder meer het erg lezenswaardige De ontdekking van de wereld. Over Hannah Arendt (2005) en Amor Mundi (2016) schreef, de eeuwige vraag die destijds de oude Grieken al stelden: wat nu eigenlijk het goede leven is? Een goed leven, antwoordt Venmans, is een discreet leven.

Ons schreeuwerige tijdvak zou gebaat zijn bij wat meer discretie. Alleen: de geest is uit de fles. Kunnen we terughalen wat bijna verdwenen is?

Peter Venmans: “Ik ben daar vrij hoopvol over, ja, omdat wij ons vermogen tot handelen niet kwijtgeraakt zijn. Onze tijd wordt misschien bedreigd door de onmiddellijkheid, door de drang om grote vragen veel te snel te beantwoorden. Maar het onderscheidingsvermogen dat eigen is aan discretie, is niet verdwenen. Ik zie de mogelijkheid van een tegenbeweging dus wel, een beetje in de geest van Hannah Arendt (Duits-Amerikaanse Joodse filosofe (1906-1975) die zich verdiepte in totalitaire systemen, red.). Zij zei dat waar twee of drie mensen samenkomen, zij samen kunnen handelen om dingen tot stand te brengen. Discreet zijn kan dus nog.”

Zelfs in tijden van Facebook en andere sociale media?

“Maar ook met Facebook kun je discreet omgaan! Met een zekere listigheid kun je erop verschijnen en verdwijnen. Net dat spel tussen schijn en zijn is essentieel voor de discretie: je even doelbewust terugtrekken om de ander wat plaats te geven, maar je ook niet helemáál terugtrekken. Vandaag wil Mark Zuckerberg via algoritmes allerlei normen opleggen om de privacy op Facebook te verbeteren, maar dat heeft niets te maken met de kunst van de discretie waar ik het over heb.”

‘Discretie is zuurstof, zowel voor de leerkracht als voor de leerling’
Peter Venmans

Discretie is, zoals u in de ondertitel van uw boek stelt, een vergeten deugd.

“Een deugd die verbonden is met een moreel subject. Discretie veronderstelt onder meer agency, het vermogen van de mens om autonoom, maar gericht op de ander, te handelen. Het is ook een filosofische levenskunst. Wie discreet is, respecteert het psychologische privébezit van mensen, maar zit wel op het terrein van de filosofie, niet dat van de psychologie.”

Het gaat bijvoorbeeld niet over de tegenstelling introvert-extravert, waarbij introverte mensen per definitie discreet zouden zijn, extraverten indiscreet.

“Introversie is een psychologische beschrijving van een persoonlijkheidstype, een vrij klinische benadering van hoe mensen psychologisch in elkaar steken. Discretie daarentegen is een houding die door middel van niet al te zware normen bijdraagt aan het goede leven. Dat is veel ruimer dan het fysieke of mentale welbevinden, waar de psychologie over gaat.”

Uw pleidooi voor discretie is intellectueel en cerebraal. Is discretie een elitaire kunst? Of is ze vertaalbaar naar de massa?

“Er zit zeker een hiërarchisch of aristocratisch aspect aan vast. Aristocratie betekent letterlijk een regering van wat de oude Grieken de aristoi, de besten, noemden. Die term slaat niet per se op sociale klasse maar geeft wel aan dat er een morele kwaliteitsnorm is. Welnu, zo’n aristocratie van de geest kan bij iedereen gevonden worden. Denk aan de common decency waar George Orwell het over had, het spontane gevoel voor fatsoen dat hij bij de arbeidersklasse ontwaarde, maar dat onder druk van het totalitarisme, toen burgers hun onderscheidingsvermogen kwijtraakten, verloren ging. En toch, ook vandaag bestaat er nog een spontaan geweten bij de mensen. Het is er voor zover we op redelijke wijze met elkaar spreken en samenleven.”

Het is ook iets wat je kunt aanleren?

“Je kunt mensen common decency bijbrengen via onderwijs en opvoeding. Je kunt ernaar streven dat discretie een habitus wordt, een gewoonte die leerlingen zich eigen maken. Het onderwijs, dat vandaag vaak neerkomt op doorgedreven opleiding, optimalisering en specialisatie, moet ook gaan over basiswaarden die je meegeeft. Discretie heeft daar een plaats in. 

“Discretie is zuurstof, zowel voor de leerkracht als voor de leerling. Vandaag hebben leerlingen te weinig zuurstof: ze worden van kindsbeen af verplicht hun leven zelf te managen. Dat is wat ook van de leerkracht verwacht wordt: zijn ruimte, die stilaan dichtgetimmerd is door allerlei regels en procedures, is niet langer autonoom en veilig. Nochtans, zolang je niet volwassen of moreel meerderjarig bent, heb je een discrete ruimte nodig, die afgescheiden maar niet totaal afgescheiden is van de wereld. Als zo’n ruimte er niet langer is, komt de specifieke wisselwerking tussen binnen en buiten, die zo eigen is aan discretie en daarmee aan het goede leven, nog maar moeilijk tot stand.”

‘Bij elke betekenisvolle omgang met andere mensen hoort discretie’
Peter Venmans

Laat ons het concept amor mundi – ‘liefde voor de wereld’ – nog even belichten. Daar wijdde u eerder al een boek aan en u komt er ook in Discretie op terug.

“Veel mensen vinden dat we te veel op onszelf betrokken zijn en ons meer moeten engageren. Ik deel dat enthousiasme tot op zekere hoogte. Toch is amor mundi geen puur zich engageren in de wereld. Liefde voor de wereld betekent heel vaak ook dat je sommige dingen bewust níét doet, dat je afstand schept en je even terugtrekt. Niet omdat je egoïstisch of onverschillig bent, maar omdat je discretie deel uitmaakt van je liefde voor de wereld.

“Het is zoals in een huwelijks- of liefdesrelatie: zonder discretie werkt zo’n relatie verstikkend. Bij elke betekenisvolle omgang met andere mensen hoort discretie. Respect voor wat niet uitgesproken wordt, voor de schaduwzijde, het geheime, het ongedefinieerde, de grijze zone die net daarom heel veel toelaat. Om het onderwijs nog even aan te halen: het is in de onbepaaldheid dat je dingen leert, dat een leerling agency verwerft, vrijheid als vermogen om te handelen in een ruimte die je krijgt en die je elkaar ook geeft.”

Zelf beantwoordt Peter Venmans, die we bij een ochtendkoffie in Leuven ontmoeten, feilloos aan zijn definitie. Discretie, zo leert ons zijn boek, situeert zich in het veld van het geduld, de nuance, het een eind meegaan met de ander, de gulden middenweg zelfs.
Discretie is bovendien een deugd met sterke christelijke wortels. In het vroege christendom was het volgens menig kerkvader cruciaal om de juiste maat te vinden en extremen uit de weg te gaan. Wie te zeer met zijn geloof uitpakte, was niet discreet – en daarom ongeloofwaardig.
Veel later, in het barokke tijdperk van de contrareformatie en de jezuïeten, wordt discretie vooral het vermogen om de schijn van de ander te doorzien, maar intussen zelf op echtheid in te zetten. Op inhoud en studie, en zo op zelfkennis.

‘Trump is het perfecte tegenvoorbeeld van ‘discretie’. Hij is pure machtswil’
Peter Venmans

De discretie is een bij uitstek christelijke, meer zelfs, katholieke deugd. Kan discretie in sommige gevallen niet voor hypocrisie doorgaan?

“Misschien wel, al schuilt er een groter gevaar in het zwart-witdenken, in de hele idee van zuiverheid. Wij mensen zíjn niet zuiver. Niet zuiver egoïstisch, maar ook niet zuiver altruïstisch. De condition humaine wordt gedreven door een vermenging van motieven. Onze levens zijn vaak verward, we doen dingen die we misschien volstrekt niet willen doen. Daar komen nu eenmaal bepaalde vormen van hypocrisie bij kijken. Je kunt dat tragisch vinden, maar je kunt er ook pragmatisch mee omgaan, soepelheid aan de dag leggen zonder alles te problematiseren. 

“Ik denk bijvoorbeeld niet dat morele helderheid ons hele leven moet overheersen, ik denk ook niet dat we in het dagelijks leven de hele tijd zware morele keuzes moeten maken. Wat we wel moeten weten, is waar we ‘stop!’ moeten zeggen, en wanneer morele keuzes wél noodzakelijk zijn, wanneer we moeten verschijnen in plaats van te verdwijnen.

“We hebben het moeilijk met de tegengestelde waarheden in een mensenleven. Wat wij altijd weer willen, en filosofisch kun je daar Hegel opplakken, is die tegenstellingen ongedaan maken, de these en antithese opheffen in wat dan de synthese wordt. De discretie synthetiseert net niet, maar laat de tegengestelden intact. En ja, soms zullen we dat tragisch vinden, zoals Nietzsche met veel pathos deed, en soms zullen we er pragmatisch mee omgaan en zeggen: ‘C’est la vie.’”

Het leven is geen probleem waar we een oplossing voor moeten vinden, zegt u.

“De existentiële filosofie vraagt zich af wat het goede leven is, hoe we moeten leven om goed te leven. In onze tijd wordt daarbij aan technologische of economische oplossingen gedacht. Dat is wat de ecorealisten doen: zeggen dat het klimaatprobleem technologisch wel opgelost zal raken, waardoor je in een soort einde-van-de-geschiedenislogica belandt. Vanuit de optiek van de discretie kun je de vraag naar het goede leven juist níét in de eerste plaats technologisch, wetenschappelijk of economisch oplossen. Het goede leven gaat over het goede samenleven. Daar komt de hele idee van de amor mundi weer binnen.”

‘Onze tijd wordt misschien bedreigd door de onmiddellijkheid, door de drang om grote vragen veel te snel te beantwoorden’
Peter Venmans

Misschien moeten we discretie duiden aan de hand van wat het níét is. Een Donald Trump is totaal niet discreet, bijvoorbeeld.

“Meer zelfs, hij is het perfecte tegenvoorbeeld van de discretie. Hij is pure machtswil, hij wil zijn macht niet alleen in stand houden, maar ook vergroten en affirmeren. Hij trekt zich helemaal niet af en toe terug om plaats te maken voor de ander. Alles moet juist wijken voor Trump: zijn land net zo goed als de waarheid. Hij doet niet aan zelfbeperking omdat vrijwillige zelfbeperking – minder macht uitoefenen dan je eigenlijk hebt – machthebbers kwetsbaar maakt. 

“Het stuitende aan Trump is dat zijn cynische aanpak werkt. Dat de kiezers zijn onbeschoftheid, zijn brutaliteit voor een soort parler vrai nemen dat ze met de waarheid verwarren, terwijl de waarheid Trump niets kan schelen. Maar hij doet wel alsof het brutale zeggen van de dingen meteen ook betekent dat hij de waarheid claimt. Nee, hij is een pathologische leugenaar en laat dat in alle naaktheid zien, wat overigens zijn populariteit verklaart. 

“Discretie heeft het veel moeilijker, omdat daar vaak allerlei achterkamertjes achter vermoed worden. Zoals Hannah Arendt zei: ‘De waarheid is zwak, ze heeft altijd alle schijn tegen zich.’ De waarheid is nu eenmaal vaak complex en vergt nauwgezette kennis van de feiten.”

U bent behalve filosoof ook hispanist. Uw liefde voor taal spreekt uit uw heel etymologische benadering van discretie.

“De etymologische aanpak zorgt voor een rijker begrip van het woord discretie. Vandaag betekent dat terughoudendheid en reserve, met positieve en negatieve kanten, maar eigenlijk komt het van het Latijnse werkwoord discernere, het onderscheid maken. Het is pas door beide betekenissen samen te nemen, terughoudendheid en onderscheidingsvermogen, dat we het filosofische concept ten volle kunnen bevatten: wat is het verband tussen die twee? Wanneer moet ik me terugtrekken, en wanneer moet ik ingrijpen? 

“Voor extraverte mensen is het moeilijk om zich terug te trekken, voor introverte mensen is het moeilijk om in te grijpen. In beide gevallen is oordeelsvermogen nodig. Terwijl onze wereld het oordeelsvermogen centraal stelt, is er tezelfdertijd maar weinig ruimte voor een overwogen oordeel, omdat er zo’n snelle reactie wordt gevraagd.”

Om het met Walter Benjamin te zeggen: ‘Alles valt ons veel te brandend op het lijf...’

“Er wordt ons voortdurend een sense of urgency voorgehouden. We worden door dringende zaken in beslag genomen, niet door zaken die belangrijk zijn in onze zoektocht naar het goede leven. Vroeger had je tijdens je universitaire opleiding bijvoorbeeld tijd om boeken te lezen, vandaag is dat veel moeilijker door de permanente evaluatie. Studenten hebben de tijd niet meer om te groeien, geen ademruimte, ze worden vanaf dag één al geëvalueerd. Waarom? Omdat in het onderwijs, net als in de politiek en media, het vertrouwen voor een stuk verdwenen is. Zonder vertrouwen kan er ook geen discretie zijn.”

Peter Venmans.Beeld Tim Dirven

U hebt het over doorzichtigheidsutopieën als totalitair project. Is dat de wereld waar we, met dank aan de sociale media en managementcultuur, naar evolueren?

“Voor alle duidelijkheid, het totalitarisme en de open samenleving staan niet haaks op elkaar. Een van de basiskenmerken van de democratie is de openbaarheid van bestuur. Ik pleit dus zeker niet voor de afschaffing van transparantie. Alleen: op het moment dat onze levens radicaal transparant worden, als we het ideaal van de totale doorzichtigheid realiseren, wordt het systeem puur totalitair. Totalitarisme is een radicalisering van het democratische ideaal van openbaarheid. 

“De democratie is juist anders omdat de machten daar gescheiden zijn, de machtsaanspraak van de leider er ingeperkt wordt. In die zin staat de democratie veel dichter bij de discretie. De democratie heeft er baat bij dat de openbaarheid nooit totaal wordt.”

Is de valkuil niet dat discretie toch meer met nostalgie en heimwee naar vroeger in verband gebracht wordt, het idee dat alles toen beter was dan nu, het passéisme?

“Het is alleszins niet in die strekking dat ik me inschrijf. Ik ben heel erg bezig met Hannah Arendt en zij gaat net de nadruk leggen op de voortdurende nieuwheid van de dingen. De geschiedenis ligt niet vast in wetten. Er is geen wet die zegt dat er altijd vooruitgang zal zijn, maar het omgekeerde bestaat ook niet. Je kunt niet zeggen dat we in een decadente fase van onze beschaving zitten, dat het alleen maar kan achteruitgaan en vroeger beter was. De achterkant van het vooruitgangsgeloof is het achteruitgangsgeloof, maar volgens Hannah Arendt zijn dat twee vormen van bijgeloof. De geschiedenis wordt gewoon gekenmerkt door een zekere onvoorspelbaarheid en die heeft heel veel te maken met het menselijke handelen, dat zelf onvoorspelbaar is.

“Ons handelen moet dan ook gericht zijn op het nieuwe, maar niet vanuit een religie van het nieuwe. Onze tijd zou ik in dat verband niet passéïstisch, maar veeleer futuristisch noemen, in de zin van toekomstgericht. We hebben juist erg de neiging om te willen zien hoe onze toekomst eruit zal zien. De enen, onder wie sommige ecologisten, doen dat in apocalyptische zin, en vrezen voor het einde van de wereld. De anderen, de optimisten, denken dat alle heil van technologie en wetenschap zal komen, en dat we het verleden dus achter ons kunnen laten. Het zijn twee tegengestelde uitingen van totale concentratie op de toekomst. Het is dat denken dat ertoe leidt dat alleen STEM-vakken nog interessant bevonden worden en dat de Vrije Universiteit Amsterdam de studie neerlandistiek opgeeft, omdat men in geen enkel opzicht nog geïnteresseerd is in het verleden.”

Maar als we Arendt mogen geloven, dan kan zelfs dát verkeren.

“Wat ik alleszins zie, is een authentieke belangstelling en behoefte van de menselijke ziel om bepaalde dingen opnieuw te ontdekken. In die zin denk ik dat een sector als de onze, letteren en wijsbegeerte, wel degelijk toekomst heeft. Overstelpt door de dringendheid van de dingen, hebben veel mensen behoefte om zich opnieuw met belangrijke zaken bezig te houden. Er zit vermoedelijk een nieuw paradigma aan te komen, al kunnen we er enkel de grote lijnen al van zien en moeten we ook weer niet de illusie hebben om het nu al te doorgronden. Maar ik denk wel dat discretie een van de vormen ervan wordt.”

Peter Venmans, Discretie. Essay over een vergeten deugd, Atlas Contact, 222 p., 20 euro.