Versoepeling maakt einde aan absurde regels bij gebruik van auto van persoon met beperking

Invalide personen kunnen onder strikte voorwaarden een auto aankopen aan een verlaagd btw-tarief van zes procent. De letterlijke toepassing van de voorschriften kan echter verstrekkende gevolgen hebben. De ouder van een gehandicapt kind kan de wagen bijvoorbeeld niet gebruiken indien het kind niet in de wagen zit, met uitzondering van de rit naar school of terug.

"De huidige gunstregeling is verre van gunstig", zegt minister De Croo. De administratie voert daarom drie aanpassingen door aan situaties waarin de wagen mag worden gebruikt. "Met de versoepeling maken we een einde aan het ongemak waar veel mensen met een handicap en hun gezinnen dagelijks mee worstelen".

Als een gezin over één auto beschikt die is ingeschreven op naam van de persoon met een beperking, dan mag ook de echtgenoot met die wagen rijden, op voorwaarde dat de gezondheidstoestand het bezit van een voertuig vereist.

In een gezin met meerdere voertuigen wordt ook toegestaan dat iemand zonder beperking alleen met de wagen rijdt wanneer hij of zij de persoon met een beperking naar een bestemming brengt en daarna terugkeert. Hij of zij moet dan niet blijven wachten, en kan dus later terugkeren om de persoon terug op te halen.

Voortaan wordt het ook toegestaan dat een derde alleen met de auto boodschappen doet voor persoon met een beperking als die door gezondheidsredenen zijn woning tijdelijk niet kan verlaten. Deze regel gold tot voor kort enkel voor een bezoek aan de apotheek.