UZ Gent kreunt onder de parkeerdruk: “We zijn geen bedrijf als een ander”
Het Universitair Ziekenhuis Gent slikt veel meer verkeer dan het aankan. Op drukke weekdagen zijn er zelfs meer auto’s dan parkeerplaatsen. Het ziekenhuis vraagt – al lang – om meer parkeerplaatsen. Het stadsbestuur keurt de bouwvergunning – voorlopig – niet goed.
Het is druk in het Universitair Ziekenhuis in Gent, een van de hoogst aangeschreven hospitalen van het land. Op een steenworp van het Gentse voetbalstadion werken in totaal zowat 6.000 mensen. Zij ontvangen dagelijks ongeveer 3.000 patiënten. Daartussen lopen nog eens duizenden geneeskundestudenten, bezoekers, universiteitsmedewerkers, ambulanciers, leveranciers...
Die mensenzee veroorzaakt de laatste jaren een praktisch probleem: een enorme parkeerdruk. De campus telt namelijk ‘slechts’ 3.219 parkeerplaatsen, waarvan ruim 500 gereserveerd zijn voor bijvoorbeeld ambulances, mindervaliden en technisch personeel. Een stevige mismatch met het aantal automobilisten dat die campus dagelijks binnenrijdt. Dat bewijst ook een telling die het UZ vorige maand uitvoerde. Op een doordeweekse dinsdag slikte het toen in totaal 8.400 auto’s. Tussen 8 en 15 uur waren er constant méér auto’s op de campus dan er parkeerplaatsen zijn. Het gevolg: veel foutparkeerders en honderden mensen die gefrustreerd rondjes rijden, op zoek naar een plekje.
Op een doordeweekse dinsdag zijn er tussen 8 en 15 uur meer auto’s dan parkeerplaatsen in het UZ Gent.
Een joekel van een parkeerprobleem, heet dat dan. Het ziekenhuis schuift al langer een heldere oplossing naar voor: 400 extra parkeerplaatsen. Voorlopig sprint het daar niet ver mee, want de stad Gent weigert de nodige bouwvergunning af te leveren. Daarvoor verantwoordelijk: schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen), wereldberoemd in Vlaanderen sinds het circulatieplan. Hij krijgt de discussie nu voor de zoveelste keer op zijn bord. Enkele weken geleden passeerde het punt nog maar eens op de gemeenteraad. Nu schuift de Reizigersbond een nieuwe oplossing naar voor: een tweede tramhalte op de UZ-campus, zoals die eigenlijk al was voorzien.
Geen bedrijf als een ander
Die tweede halte op de UZ-campus kan een deel zijn van de oplossing, maar is alleszins niet heiligmakend. “We proberen zelf de auto zo veel mogelijk te weren, maar in onze situatie kan dat niet altijd”, zegt Karlien Wouters, woordvoerder van het UZ. “We kunnen onze patiënten niet altijd vragen de wagen thuis te laten. Zij zijn vaak niet mobiel, dat is eigen aan patiënt zijn. Bovendien werkt een deel van het personeel in shifts met lastige, wisselende uren. De fiets of het openbaar vervoer zijn ook voor hen moeilijk. Onze situatie is niet te vergelijken met die van een gewoon bedrijf.”
‘Onze patiënten zijn vaak niet mobiel en een deel van het personeel werkt in lastige, wisselende shifts. We zijn geen bedrijf als een ander’
Een situatie die Watteeuw ook begrijpt. “Uiteraard is het UZ geen bedrijf als een ander en er moet zeker iets gebeuren aan de parkeerdruk. Maar extra parkeerplaatsen zijn nu niet de juiste optie. Let wel: ik heb nooit njet gezegd tegen een verhoogde capaciteit. Wel wil ik dat het UZ eerst andere oplossingen zoekt. De campus ligt in het zuiden van Gent. De files zijn er nu al aan het groeien en dat zal de komende jaren niet verbeteren.”
Daarmee verwijst de Gentse mobiliteitsschepen naar enkele grote uitdagingen. Eerst is er de verdere ontwikkeling van het al erg dynamische zuiden van Gent. Heel wat bedrijven vinden er nu al hun weg heen, bijvoorbeeld in de bedrijvenzone Eiland Zwijnaarde en het Technologiepark. Dan is er nog The Loop, het gebied rond Flanders Expo met ruimte voor nieuwe woningen, groen, winkels, kantoren en vrije tijd. Dat lokt mensen en vaak ook auto’s naar dat al drukke gebied. En dan zijn er nog ingrepen die ogenschijnlijk erg ver van het Gentse bed liggen.
De Oosterweelverbinding is een bekend voorbeeld. Dat is een vooral Antwerps dossier, maar heeft ook een impact op de rest van Vlaanderen. Waarschijnlijk moet ook Gent daardoor extra verkeershinder slikken. Een internationaal voorbeeld is de verbinding Rotterdam-Parijs, waarvoor Frankrijk nieuwe wegen heeft aangelegd. Mogelijk belandt een deel van dat (vracht)verkeer via de E34 in het zuiden van Gent. Dat zuidelijk Gent de komende jaren verder zal dichtslibben, lijkt zonneklaar.
‘Als extra capaciteit de beste oplossing blijkt, zullen we dat goedkeuren’
Meer creativiteit
Net daarom wil Watteeuw geen extra parkeerplaatsen aan het UZ. Hij verkiest wat meer creativiteit van het UZ: een volwaardig bedrijfsvervoersplan, waarin in detail wordt onderzocht welke ingrepen een oplossing kunnen zijn.
“We hebben inderdaad geen document getiteld ‘bedrijfsmobiliteitsplan’, maar hebben toch al veel gedaan”, zegt UZ-woordvoerder Wouters. “We motiveren het personeel om de fiets te nemen, hebben onze parkeertarieven verhoogd om studenten te ontmoedigen met de auto te komen. Er zijn fietsvergoedingen voor het personeel, we stimuleren thuiswerk op dinsdag en donderdag – traditioneel de drukste dagen – en hebben een groepsaankoop opgestart voor elektrische fietsen. Dat zijn maar enkele van de voorbeelden.”
Een hele rist nieuwigheden dus, maar dat volstaat nog niet. “Een bedrijfsmobiliteitsplan is echt wel meer dan dat”, zegt Watteeuw. “Bij de stad Gent hebben we zo’n plan opgesteld. Sindsdien komt 85 tot 90 procent van al het personeel duurzamer naar het werk. Het kan dus een enorme winst opleveren. Als het UZ alle opties heeft bekeken en extra parkeercapaciteit is de beste oplossing, dan zullen we dat goedkeuren.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie
