Hoe de Syrische president Assad de oorlog in Syrië heeft gewonnen

Acht jaar geleden kwamen in Syrië tienduizenden burgers op straat. Net als in Tunesië, Libië en Egypte leek de "Arabische Lente" ook in Syrië voet aan de grond te krijgen. Het regime van president Bashar al-Assad reageerde met nog meer repressie en geweld. Daarop grepen de opposanten uiteindelijk zelf ook naar de wapens. Syrië zakte weg in een bloedige spiraal van oorlog. Die oorlog werd gewonnen door de Syrische president Assad, met dank aan Rusland en Iran. 

President Assad in het nauw

Aanvankelijk ziet het er voor president al-Assad niet goed uit. In Tunesië en Egypte hebben demonstraties de autocratische leiders, zoals Hosni Moebarak, van de macht verdreven. Ook in Syrië komen honderdduizenden mensen op straat.

Na de snelle escalatie grijpen ook de rebellen naar de wapens. Door de schaalgrootte van het protest en de steun die de verschillende rebellengroeperingen krijgen, verliest het regime van president Assad zeer veel terrein. Grote steden zoals Idlib, Homs, Derra of Aleppo vallen deels of soms volledig in handen van de rebellen.

Ook bij de hoofdstad Damascus rukken de rebellen steeds verder op. In het noordoosten van het land trekt het regime van president Assad zich de facto terug, ten voordele van de Koerden.

President Assad staat internationaal geïsoleerd. Rusland, China en Iran houden zich op de vlakte.  

Enig lichtpunt voor president Assad is dat hij, in tegenstelling tot in Tunesië en Egypte, kan blijven rekenen op de steun van de machtige Syrische geheime diensten en het leger. Er zijn weliswaar duizenden deserteurs, maar nooit op echt grote schaal, en ook de hogere officieren blijven het regime trouw. Ook verschillende andere minderheidsgroepen blijven trouw aan het regime, of weigeren kamp te kiezen. 

Rusland gooit levenslijn naar Assad, Iran springt mee op de kar

Wanneer tijdens de zomer van 2015 de rebellen de kuststeden Latakia en Tartous dreigen in te nemen, besluit de Russische president Vladimir Poetin militair in te grijpen. Rusland en Syrië zijn al sinds de jaren 70 nauwe partners en werken decennialang militair nauw samen.

Bovendien is Damascus de laatste overgebleven bondgenoot van Moskou in het Midden-Oosten.

Rusland zal aanvankelijk vooral luchtsteun leveren, maar ook zwaar militair materieel, zoals tanks en munitie. Russische "adviseurs" op het terrein leiden de gevechten mee.

Russische gevechtstoestellen bombarderen stellingen van rebellen in Syrië

Ook Iran mengt zich volop in de strijd. Iran is zelf een sjiitisch land en steunt het minderheidsregime van president Assad. Iran is op dat moment zelf verwikkeld in een conflict met de andere soennitische landen in het Midden-Oosten. Iran zal Syrië financieel bijspringen, maar vooral ook strijders leveren. Direct, maar ook via de Libanese Hezbollah-militie, die al jaren steun krijgt van Iran.

Het regime van president Assad deinst niet terug bij de inzet van nietsontziende militaire middelen tijdens het conflict.

Tapijtbombardementen van steden kosten honderdduizenden burgers het leven. Het regime Assad heeft volgens het OPCW, de internationale organisatie die toeziet op de inzet van chemische wapens, ook verschillende keren gifgassen ingezet tegen zijn eigen bevolking.

Syrische rebellen helemaal verdeeld

Het Syrische regime krijgt te maken met een verdeelde en versplinterde interne tegenstander. De rebellen zijn etnisch, maar evengoed ideologisch verdeeld. De "gematigde rebellen" worden weggedrukt en soms zelfs aangevallen door de meer extreme groeperingen.

In de chaos groeien extremistische terreurgroeperingen als al-Nusra en Islamitische Staat. Zowel politiek als militair werken de rebellen elkaar meer tegen, dan dat ze het samen opnemen tegen hun gemeenschappelijk vijand, het regime Assad.

De rebellen vechten niet alleen tegen Assad, maar ook onderling tegen elkaar

De Koerden vechten vooral om hun eigen Koerdische grondgebied vrij te stellen, maar nemen het nooit echt frontaal op tegen het regime in Damascus.

Internationale gemeenschap keek liever andere kant op

Ook het Westen en de Arabische landen zijn verdeeld over de aanpak van het Syrische conflict.

Toenmalig Amerikaans president Barack Obama heeft de verkiezingen gewonnen met de belofte om de Amerikaanse troepen terug naar huis te brengen. Hij heeft weinig zin om de VS opnieuw in een langdurig, uitzichtloos en ingewikkeld conflict te betrekken. Wanneer president Assad gifgas gebruikt tegen zijn eigen bevolking beslist de VS te bombarderen, maar tot een militaire interventie komt het niet.

Europa worstelt dan weer met de nasleep van de bankencrisis en kan of wil zowel politiek als militair geen vuist maken in Syrië. Bovendien blijft de impact van het conflict in Syrië op Europa aanvankelijk erg klein, waardoor er geen echte noodzaak tot ingrijpen is.

Sommige Arabische landen steunen dan weer extremistische rebellengroeperingen. Wanneer terreurgroep IS aanslagen pleegt in Europa zal een Internationale Coalitie, met hulp van de Koerden, terreurgroep IS bevechten. 

En de winnaars zijn...

Acht jaar later blijft er één winnaar over: president Bashar al-Assad, en met hem Moskou en Iran. Assad zit stevig in het zadel en is niet van plan de macht af te staan. Rusland heeft met een beperkt maar meedogenloos militair ingrijpen zichzelf terug op de kaart gezet. Iran heeft in Syrië sjiitische milities die op een boogscheut gelegerd zijn van de grens van erfvijand Israël. President Assad mag dan de oorlog hebben gewonnen, de vrede heeft hij verloren. 

De Koerden in het oosten hebben meer autonomie vandaag dan voor de oorlog. Ook het gebied dat ze controleren, is groter dan voordien. 

Honderdduizenden Syrische burgers, schattingen lopen uiteen van een half miljoen tot een miljoen, hebben het leven verloren. Miljoenen anderen zijn ontheemd en hebben alles verloren. 

President Assad blijft dan wel in het zadel, zowat de helft van de Syriërs heeft geen thuis meer. 

We spraken met Syriërs die naar ons land zijn gevlucht. Hoe zien zij hun toekomst en die van hun vaderland? Bekijk hieronder de reacties:

Videospeler inladen...
AFP or licensors

Meest gelezen