Direct naar artikelinhoud
Opinie

Als Matjas van Gent een slaapstad wil maken, is hij goed bezig

Als Matjas van Gent een slaapstad wil maken, is hij goed bezig
Beeld Bas Bogaerts

Ben Van Alboom is muziekjournalist, en hij stond mee aan de wieg van het nightlife-platform Red Bull Elektropedia.

Precies anderhalf jaar geleden schreef ik in deze krant een opiniestuk over de verwoede pogingen van de toenmalige burgemeester Daniël Termont om de Gentse club Decadance te sluiten. Termont was toen net door de Raad van State op de vingers getikt omdat zijn diensten zich in het dossier erg onredelijk hadden opgesteld. Decadance mocht openblijven, maar een jaar later gaven de uitbaters van de iconische club er alsnog de brui aan – moegestreden.

Fast forward naar afgelopen dinsdag, toen de nieuwe Gentse burgemeester Mathias De Clercq (Open Vld) aankondigde dat een andere, merkelijk grotere Gentse club, Kompass, met onmiddellijke ingang vier maanden dicht moet. Als je weet dat die de komende maanden verschillende dj’s op de affiche heeft staan die al vlug een paar tienduizend euro per set kosten, weet je dat je de club daarmee – om het zijdezacht uit te drukken – ernstig in de problemen brengt.

Ironisch dat uitgerekend een zelfverklaarde positieve, progressieve én liberale burgemeester een club sluit die zijn stad voor het eerst sinds het einde van I Love Techno weer internationaal op de kaart zet

Al wil ik het in feite verder niet over geld hebben – hoeveel financiële risico’s er ook gepaard gaan met het nachtleven, dat er toch nog altijd voor zorgt dat elke week honderdduizenden mensen een uitlaatklep hebben. De lijst met faillissementen in de sector is lang. Maar ik vind het gewoon ironisch dat uitgerekend een zelfverklaarde positieve, progressieve én liberale burgemeester een club sluit die zijn stad voor het eerst sinds het einde van I Love Techno weer internationaal op de kaart zet.

En die drugsdode dan!”, hoor ik sommigen denken. Begrijpelijk, want daar mag je geenszins licht over gaan. Maar dat geldt – mag ik hopen – voor geen enkele drugsdode. Slechts een fractie ervan is evenwel nightlife-gerelateerd, dus moeten we dan niet eens kijken wat we nog allemaal kunnen sluiten? Of zijn we slim genoeg om te beseffen dat je daarmee in feite het probleem niet oplost, en dat politici in deze liever voor de camera (en voor het nieuws van zeven) met spierballen rollen en symptomen bestrijden dan achter de camera in alle ernst (en aanhoudend) mee te werken aan een diagnose?

Klinkklare onzin

Decadance is nu toch dicht? Het probleem ging daarmee toch van de baan zijn, zei de vorige burgemeester? ‘Ah, ja. Oeps. Oké, weet je wat: we doen ook Kompass dicht! Dan gaat er dit weekend zéker niemand drugs gebruiken. Nee, nee, deze keer gaan we het écht oplossen! Pinky promise!’

Het kleinste kind weet na decennia nachtleven en wetenschappelijk onderzoek dat dat klinkklare onzin is, en dat je uiteindelijk elk café gaat moeten sluiten, wil je het probleem niet zozeer definitief opgelost, maar louter definitief verplaatst krijgen (naar een andere stad, of naar de huiskamer). Maar als dat de toekomstvisie is van Gentse politici, om van Gent een slaapstad te maken in plaats van met de complexiteit van het nachtleven om te gaan, dan zijn ze uiteraard wel goed bezig. En laten we wel wezen: zo onmogelijk is dat allemaal niet. Genoeg Vlaamse steden – niet eens zo veel kleiner dan Gent – waar je na tien uur ’s avonds alleen over straat loopt.

De positieve, progressieve exemplaren die ik ken, willen dat Gentse politici stoppen met dat doofstomme wij-tegen-zijbeleid en die compleet nutteloze repressieve aanpak uit de jaren 90

Maar is dat ook wat de doorsnee Gentenaar wil? Ik betwijfel het. De positieve, progressieve exemplaren die ik ken, willen dat Gentse politici stoppen met dat doofstomme wij-tegen-zijbeleid en die compleet nutteloze repressieve aanpak uit de jaren 90. En ze willen dat Gentse politici én flikken met de gangmakers van het nachtleven in dialoog gaan – niet als tegenstanders, maar als partners, om de belangen van de stad te behartigen en de nog niet in slaap gedommelde Gentenaar een stad die naam waardig te geven. Zoals in Berlijn, waar clubs inmiddels niet alleen als culturele instellingen worden erkend – Kompass is de grootste culturele instelling van Gent; daar valt zelfs niet over te discussiëren – maar ook culturele subsidies krijgen en zelfs financiële steun om het nachtleven meer ecologisch te maken.

Oude wijn in nieuwe zakken

“Ja, maar… Berlijn!”, hoor ik dan vaak. En ja, het is waar: Berlijn is een geval apart. Maar met haar grote studentenpopulatie, progressieve bevolking en rijke geschiedenis op vlak van nightlife en elektronische muziek móet het Gent lukken om het Berlijnse model op kleinere schaal te implementeren, en vervolgens zelf als voorbeeld te dienen naar andere steden toe. Want als je op den duur enkel nog in metropolissen als Berlijn of op een illegale rave in Monceau-sur-Sambre terechtkan om te feesten, ben je echt wel slecht bezig.

“Oude wijn in nieuwe zakken”, zei iemand gisteren tegen mij op café, toen het over Mathias De Clercq ging, en ik kon alleen maar knikken. 

Nu, maak je geen zorgen, Matjas: het was voor tien uur! Maar wil je misschien toch ook eens, in een positieve en progressieve sfeer, over een biodynamisch alternatief voor die oude wijn nadenken? De expertise in Gent is er, en de goede wil ook.