Direct naar artikelinhoud
Lopende Zaken

Het enthousiasme waarmee CD&V de staat nog maar eens wil hervormen, doet denken aan vroeger

CD&V-voorzitter Wouter Beke kwam deze week pardoes met het voorstel om de staat te hervormen.Beeld BELGA

Als het op het hervormen van de staat aankomt, tonen sommige Vlaamse politici een moeilijk te begrijpen wellust. De kans is klein dat die lust in de komende tien jaar ook echt bevredigd gaat worden.

De week bracht slecht en goed nieuws voor N-VA. Slecht nieuws: de vaststelling dat het wanbeheer van de uitreiking van humanitaire visa onder Theo Francken zo uit de klauwen gelopen was dat nu zelfs premier Charles Michel (MR) in de Kamer diende toe te geven dat als de staatssecretaris al niet uit de regering opgestapt was, hij dat nu zeker wel zou moeten doen.

Het goede nieuws kwam er vanwege concurrent CD&V. Pardoes komt voorzitter Wouter Beke met het voorstel de staat te gaan hervormen. Dat zou in de volgende regeerperiode kunnen voorbereid worden tegen 2024.

Natuurlijk reageerde N-VA meteen dat zo’n staatshervorming vast ook sneller kan, als ze toch nodig is. Zo makkelijk scoor je maar zelden een doelpunt in de Wetstraat.

Het is niet helemaal duidelijk waarom CD&V plots van dit idee bevallen is. In de verste verte valt aanleiding noch noodzaak te bekennen. De vorige, behoorlijke stevige zesde staatshervorming is pas in deze regeerperiode echt volledig uitgevoerd geraakt. Aan Vlaamse zijde eist juist Beke er graag het auteurschap voor op. Niet eens onterecht. Nu al hongeren naar meer, lijkt op toegeven dat je half werk afgeleverd hebt.

Ligt er soms een onderzoek op het bureau van Wouter Beke dat erop wijst dat de partij bloedt op haar rechterflank?

De actie is zo onbesuisd dat ze enkel als tactisch manoeuvre te begrijpen valt. Ligt er toevallig een onderzoek op het bureau van de voorzitter dat erop wijst dat de partij bloedt op haar rechterflank? Dient het wegsijpelen van kiezers naar N-VA (dat ook zelf kiezers zou kunnen verliezen, maar dat is weer een ander verhaal) afgedamd te worden?

Het lustige enthousiasme waarmee CD&V de staat nog maar eens wil gaan hervormen, doet denken aan vroeger tijden. Generatie na generatie toppolitici raakte vanaf de jaren zestig behept door het idee van de staatshervorming: als je er geen had meegemaakt, was je geen echte staatsman. De staat hervormen leek wel een hobby voor politici te zijn. Wouter Beke is zowat de laatste erfgenaam van dat klassieke CVP-ideaal.

Nog in het begin van de eeuw, toen N-VA-voorganger VU wegzonk in onmin, overtroefden CD&V en Open Vld elkaar met een communautair opbod. Voor ze het goed en wel zelf beseften, omarmden de congressen van beide partijen plots het confederalisme.

Intimiderend dominant

Van die confederale neiging werd nog maar weinig vernomen sinds er met N-VA een partij naar de top geschoten is voor wie confederalisme en zelfs separatisme wel ernst is.
Niet dat N-VA al veel confederale winst geboekt heeft. Bewust werden de voorbije vijf jaar alle communautaire eisen in de koelkast gehouden. Voor de komende vijf jaar ziet het er ook niet te best uit. “Laten we realistisch zijn”, bekende Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) twee weken geleden in Le Soir: “Er komt geen verklaring voor een herziening van de Grondwet.” En zonder zo’n verklaring komt er geen confederalisme.

Het brengt ons bij een interessante paradox: hoe groter de nationalistische partij, hoe kleiner de kans op een grote staatshervorming. Juist omdat N-VA zo intimiderend dominant is, kan de partij geen partners vinden om de kern van haar programma uit te voeren. De Franstalige partijen zijn niet gek. Zij hebben geen enkel belang bij zo’n omwenteling.

In Vlaamsgezinde kringen leeft een ander denkspoor. Daar gelooft men dat de Franstalige partijen stilaan wel zo’n belang hebben. Simpel: centen. Precies door de laatste staatshervorming is een nieuwe financiering van de deelstaten voorzien, die het armere Wallonië benadeelt, luidt het.
Eerder vroeg dan laat zal dat de Franstalige partijen opnieuw naar de onderhandelingstafel lokken.
Het probleem is dat die verwachting niet helemaal klopt. Zeker, het Waalse Gewest dreigt centen te verliezen na verloop van tijd, maar dat valt al met al nog wel mee. Tot 2025 worden de verschillen sowieso uitgevlakt, ook daarna blijft de kloof beperkt.

Hoe prominenter de N-VA in de federale regering zit, hoe duurzamer de communautaire vrede

Uit een berekening van de Leuvense hoogleraren André Decoster en Willem Sas uit 2013 blijkt dat de combinatie van Franse Gemeenschap en Waals Gewest tegen 2030 zo’n 110 euro per inwoner zou kosten. Maar ook Vlaanderen zou per kop 63 euro inleveren. Het verschil blijft dus redelijk beperkt. Het idee dat de Franstaligen de eerstkomende tien, vijftien jaar uitgehongerd kunnen worden, is dus in ruime mate wishful thinking.

Geen appetijt

Daarbij spelen ook twee politieke argumenten. De Vlaams-rechtse hoop dat gedwongen besparingen in Wallonië de PS zuur zouden opbreken, lijkt niet echt uit te komen. De PS doet het niet te best, maar de grootste klap dreigt voor de MR van federaal premier Michel.

Nog belangrijker wellicht is dat er bij een ruim deel van de bevolking, in tegenstelling tot in de jaren 70-80 en het begin van de eeuw, helemaal geen communautaire appetijt is. De vele binnenlandse blokkages – met de vier ruziënde klimaatministers als krachtig symbool – lijken veeleer het pad te effenen voor een tegengestelde beweging van vereenvoudiging en herfederalisering.

Zo komen we bij een tweede paradox: hoe prominenter de N-VA in de federale regering zit, hoe duurzamer de communautaire vrede. In die federale regering liep het lang niet altijd gesmeerd, maar, bijvoorbeeld op de gezagsdepartementen Binnenlandse Zaken of Defensie, heeft N-VA de Belgische staat toch mee gestut. Dat is ook logisch: het is nu eenmaal moeilijk om de tak af te zagen waar je zelf op zit.