Franse steden maken de rekening na maanden van protest van de gele hesjes

Elke zaterdag, nu al 18 weken na elkaar, een betoging van duizenden boze gele hesjes die met luide manifestaties protesteren tegen hoge taksen en het regeringsbeleid. Veel van die manifestaties ontaarden in geweld en rellen. En dat begint de Franse steden handenvol geld te kosten, meer dan 15 miljoen euro aan schade. Voor heel Frankrijk raamt het ministerie van Economie dat de betogingen de Franse economie doen krimpen met 0,2 procent van het bruto binnenlands product.

Neem Rouen bijvoorbeeld, een stad van zo'n 110.000 inwoners ingebed in een regio van meer dan 500.000 inwoners. De voorzitter van regio Rouen Normandie, Frédéric Sanchez, schat dat de schade in zijn stad al meer dan 1,8 miljoen euro bedraagt.

"Om vernielde verkeerslichten, trottoirs, straatmeubilair en vertraging aan de wegenwerken op te vangen, spreken we nu ons noodbudget aan", zegt Sanchez. "De Franse regering heeft ons wel steun beloofd, maar voor heel Frankrijk zou de eerste enveloppe zo'n 3 miljoen euro bevatten, dat is niet veel, als je weet dat wij in Rouen alleen al bijna 2 miljoen euro nodig hebben."

De winkeliers en handelaars in Rouen klagen eerder over hun inkomsten­verlies op zaterdag dan over opgelopen schade. Matthieu de Montchalin, de voorzitter van de lokale handelarenvereniging "Les Vitrines de Rouen", meent dat winkels in het centrum elke zaterdag 30 tot 70 procent aan inkomsten verliezen.

"Veel klanten durven op zaterdag niet meer naar het centrum komen uit vrees voor het geweld en omdat ze nergens nog kunnen parkeren", zucht de Montchalin. "Mensen die van verder dan Rouen komen voor hun shopping, grijpen nu al naar het alternatief van online winkelen en we vrezen dat we die klanten voorgoed kwijt zijn." 

De winkeliers zijn bang dat ze binnenkort hun lopende rekeningen niet meer kunnen betalen. Lonen, huurcontracten en de aankoop van nieuwe collecties liggen vaak vast, maar als de cashflow terugvalt, komt het water hen aan de lippen te staan.

"Wij rekenen er echt op dat de banken ons helpen met kredietlijnen. Bovendien hopen we dat de Franse regering haar belofte om onze belastingaangiften te versoepelen of de fiscale druk te verlichten ook nakomt", klinkt het bij een ongeruste winkelier in Rue du Gros-Horloge in Rouen.

In Rouen zijn er zo'n 10.000 handelaars en winkeliers die leven van een regelmatige verkoop. De lokale handelaarsvereniging is bang dat 500 tot 1.000 van hen binnenkort zonder job zitten als er niets gebeurt. "Veel van die handelaars hebben dezelfde verzuchtingen als de gilets jaunes", aldus de Montchalin. "Ook zij vechten om te overleven. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat juist die hardwerkende handelaars die ook veel taksen betalen, door dit protest werkloos worden."

Naast Rouen zijn er natuurlijk nog andere centrumsteden getroffen. Vooral in Bordeaux, Toulouse, Montpellier en Grenoble vragen de stadsbesturen hulp aan de regering in Parijs. De Franse hoofdstad is natuurlijk als epicentrum van het wekenlange protest het zwaarst getroffen. Alleen al op de Champs-Elysées spreken de uitbaters van boetieks en shops over een miljoenenverlies aan inkomsten. 

Bekijk hieronder de reportage van Steven Decraene in "Het Journaal":