Direct naar artikelinhoud
Column

Gelukkig voor de dokter had ik te weinig kracht om haar kabinet in frut te slaan

Elke Neuville.Beeld Bob Van Mol

Vincent Byloo en Elke Neuville. Partners in crime en in de liefde. Hij maakt radio, zij tv. Ze schrijven over alles wat hen beroert, in co-ouderschap: de ene week zij, de andere week hij. Vandaag: Elke Neuville.

Lieve familie en intimi, beste lezers. Ik ben ziek.

Eerst dacht ik aan een uitgezaaide hersentumor. Vervolgens aan een vleesetende bacterie die stelselmatig alle organen uitschakelt. Alle symptomen waren er. IJlen van de koorts, zweten als een rund, het uitstoten van onsamenhangende woordengroepjes en kreunend gebral. Fluorescerende slijmpartijen die zich via de luchtpijp een weg naar buiten banen. Na drie dagen van systemische ontbinding in de zetel en het uitkiezen van passende pianomuziekjes voor mijn nakende teraardebestelling, heb ik mij toch maar op handen en knieën naar de huisdokter begeven, in de hoop op palliatieve sedatie. Of experimentele stamceltherapie. Maar de aangezochte dokteres was eerder kort over mijn toestand.

“Iets viraal. Ik kan eventueel een neusspray voorschrijven.”

Het dedain waarmee ze haar diagnose stelde. Zonder zelfs maar op te kijken van haar scherm. De desinteresse – en wellicht ook medische onkunde – betreffende mijn aandoening deed mijn al geïnfecteerd bloed nog harder koken. Gelukkig voor haar had ik te weinig kracht in wat overbleef van mijn weggevreten armspieren om haar kabinet aan frut te slaan. Ik droop af, mijn neus droop mee.

Mijn lief weigerde mij zelfs te ontzien bij het verdelen van de huistaken. Dat krijg je dan met een levensbedreigende ziekte die zo simpel klinkt als ‘verkoudheid’

Op de terugweg naar huis bedacht ik me: er moet dringend een zelfhulpgroep komen voor patiënten wier aandoening – en bijbehorend lijden – niet serieus genomen wordt. Voor zij die in de kou blijven staan wanneer de verzamelde medische wereld systematisch wegkijkt. Het is juist dat stuitende gebrek aan erkenning dat zo mogelijk meer pijn doet dan de ziekte zelf. 

Met een ‘verkoudheid’ dwing je geen medelijden af bij je ploegbaas. Krijg je van je collega’s geen bloemstuk of een ‘get well soon’-kaartje opgestuurd. Mijn lief weigerde mij zelfs te ontzien bij het verdelen van de huistaken. Dat krijg je dan met een levensbedreigende ziekte die zo simpel klinkt als ‘verkoudheid’. Terwijl het even correcte label ‘acute respiratoire broncho-insufficiëntie’ een exponentiële toename aan meewarige blikken zou teweegbrengen. Een multigediplomeerd geneesheer kan toch wel een zwaarwichtiger term verzinnen voor ‘keelpijn’, ‘prikkelbare darm’ of ‘lichte kater’, die in proportie is met het veroorzaakte leed.

Zolang Maggie De Block potdoof blijft voor mijn verzuchting, begin ik zelf al eigenhandig – en met mijn laatste krachten - met een oproep tot mentaliteitswijziging. Voortaan spreek ik over een rinofaringytisch empyeem wanneer ik met een loopneus zit. Gastro-intestinale idiopathische spasmae bij plotse buikkramp. Enkele dagen werkverlet door een ernstig geval van paronychia? Tuurlijk, blijf maar thuis. Terwijl je met ‘gescheurde nagel’ op je ziektebriefje wellicht heel wat minder compassie krijgt. Voorts hoop ik dat u, lezer, in de toekomst bespaard blijft van een contusie van de phalanx distalis hallucis, wanneer u bijvoorbeeld uw teen stoot aan de bedrand, en dat die hardnekkige proctalgia fugax voorspoedig herstelt met een reeks kine-beurten. Een rectale operatieve ingreep is niet aan te raden, welke elegante term je er ook voor verzint.