Direct naar artikelinhoud
Column

Voor een spin in de badkuip deinzen we terug, voor als mens vermomde roofdieren niet

A4JXAB Spider in the sinkBeeld Alamy Stock Photo

Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen.

“We zijn opgelicht door een taxichauffeur”, laat een vriend mij vanuit Vietnam weten. Hij is daar met zijn geliefde op vakantie. “Dertig euro afgezet! The world is full of sharks.”

Ik stuur hem dat dat waar is. Er zijn vierhonderd soorten – de franjehaai, bijvoorbeeld, en de koekjessnijder – en geregeld nog worden er nieuwe gevonden.

“Ik ben echt naïef en te romantisch, hè?”

Ik schrijf dat ik daar ook nog last van kan hebben. Het helpt om, voor je de deur uitstapt, te bedenken dat er roofdieren rondlopen die zich vermommen als mensen. Van de kleine zwendelaar tot de succesvolle psychopaat die je in de hoogste regionen van de samenleving aantreft. Het is vreemd hoe vlot wij ons daartussen bewegen, terwijl we terugdeinzen voor wolvin Naya of voor een spin in de badkuip.

“Ach ja”, schrijft mijn maat, die behalve naïef ook nog eens stuitend optimistisch is, “30 euro is geen stukken van mensen. We overleven het wel. Ik ben ook mijn bril kwijt. Dat is vervelender.”

“Wat klinkt dat ouwelijk”, repliceer ik. “Je hebt toch nog je gehoorapparaat?”

Hij stuurt mij een sticker van een hondje dat zich op de billen kletst. Plus een foto van zichzelf en zijn lief met twee cocktails op de OMG! Rooftop-bar. Ze zien er jong uit en gelukkig. Ik denk: als daar maar geen nageslacht uit voortspruit.

“Catch ya later buddy”
, schrijft mijn kameraad. “We gaan nog wat door de straten van Saigon dwalen.”

We lezen reviews over sneakers voor we die kopen. Maar bij de omgang met de medemens zijn wij voornamelijk aangewezen op onze natte vinger

Hij laat mij achter in mijn catacomben, met wind die waait en in de verte het gejoel van een klimaatbetoging. Wat mijn vriend schreef over haaien, blijft door mijn hoofd spoken. Ik denk aan de wolven in schapenvacht die je op het werk en in de liefde kunt tegenkomen. Narcisten, mensen met een antisociale persoonlijkheid. 

Ik was de dertig al voorbij toen ik mij van hun bestaan bewust werd. Ik ging in Leiden hoogleraar in de psychologie Willem van der Does interviewen. Die had een leuk boekje geschreven: een vakbekwaam overzicht van tien persoonlijkheidsstoornissen, verlucht met tekeningen van Peter van Straaten. Van der Does schrijft over manipulators, ziekelijke leugenaars en partners die emotioneel gehakt van je maken. Het gaat over de dwangmatige, de theatrale en de borderline persoonlijkheid. Sommige schetsen zijn grappig, andere doen je huiveren. Maar allemaal kunnen ze je de ogen openen.

Voor de meeste dingen willen wij graag beslagen ten ijs komen. We lezen reviews over sneakers en espressoapparaten voor we die kopen. Maar bij de omgang met de medemens zijn wij voornamelijk aangewezen op onze natte vinger. Een boekje als dat van professor Van der Does zou op het leerprogramma van elke middelbare school moeten staan. Zeker in een samenleving die, volgens experts, steeds vatbaarder wordt voor persoonlijkheidsstoornissen. Het kan dan van pas komen op tijd te weten wat voor vlees je in de kuip hebt. Noem het verweer tegen de zwarte kunsten, zoals in de boeken van Harry Potter.

Willem van der Does, Zo ben ik nu eenmaal!, Scriptum Psychologie, 176 p., 17,50 euro. Met tekeningen van Peter van Straaten.