Direct naar artikelinhoud
Zorgsector

Rusthuis Strombeek failliet: “Ik ben al een maand niet in bad gegaan”

De koffers van de negentigjarige Marcel Doms zijn gepakt. Deze namiddag verhuisde hij naar een woonzorgcentrum enkele kilometers verder.Beeld BAS BOGAERTS

Heel uitzonderlijk wordt een rusthuis in ons land failliet verklaard. Residentie Anemoon in Strombeek is er een van. De 21 hoogbejaarde bewoners moeten er eind deze week weg. “Ik had het al lang door. Ik ben al een maand niet in bad kunnen gaan.”

Stoofvlees en aardappelen. Dat is de laatste maaltijd die Marcel Doms (90) in residentie Anemoon achter de kiezen steekt. De volgende keer zal hij eten in De Wand, een woonzorgcentrum een paar kilometer verderop. “Voor veel bewoners is de verhuis een drama", zegt hij. “Maar zelf geef ik er niet om. Misschien gaat het in Laken wel beter zijn.” 

Volgens de weduwnaar was Anemoon al langer “een zinkend schip”. Hij wijst naar het koppel dat enkele jaren geleden de uitbating op zich nam. “Ze waren niet bezig met de mensen, maar met de winst.” Doms zag de kokkin en haar smakelijke maaltijden plots verdwijnen, samen met de poetsvrouw die door haar jaren dienst te duur was. Er waren ook veel zorg- en verpleegkundigen die zelf opstapten. “Het personeel dat overbleef, deed zijn uiterste best, maar kwam niet meer aan zijn taken toe. Sommige bewoners lagen te lang in bed. Onze lakens werden ook niet meer wekelijks ververst. Zelf ben ik al een maand niet meer in bad kunnen gaan.”

Vorige week raakte bekend dat het woonzorgcentrum aan de Begonialaan op de zwarte lijst van de Vlaamse zorginspectie raakte. Er gold een verscherpt toezicht. “Maar de sluiting staat los daarvan”, stelt het Agentschap Zorg en Gezondheid. Die heeft te maken met economische redenen.

In de gangen van het rusthuis is er weinig van het faillissement te merken. Sylvia Mockel (54) dweilt er ‘s middags de vloeren precies zoals ze de afgelopen jaren deed. Samen met een negental andere collega’s voorziet ze nog een week lang in de minimumbezetting. “Ik wil de mensen niet in hun vuil laten zitten”, zegt ze, om vervolgens vol te schieten. Want hoewel het loon steeds langer op zich liet wachten en het poetsmateriaal dat ze vroeg nooit toekwam, valt het afscheid haar zwaar. “Ik heb hier zo graag gewerkt.” Dat zal ze nog tot vrijdag blijven doen. “Ik weet dat ik er waarschijnlijk geen cent meer voor zal krijgen, maar dan heb ik tenminste fatsoenlijk afscheid kunnen nemen. Ik wil de mensen hier niet van de ene dag op de andere laten vallen.”

Een recente opmerking in het klachtenboekje van wzc Anemoon.Beeld BAS BOGAERTS

Schaalvergroting

Het is niet de eerste keer dat een commercieel rusthuis over de kop gaat. Een duik in de krantenarchieven leert dat in de afgelopen tien jaar L’Orée in Sint-Genesius-Rode of Ten Bos/La Forêt in Sint-Pieters-Woluwe een gelijkaardig einde kende. “Er zullen er misschien nog een paar zijn, maar het zijn toch echt uitzonderingen”, meent professor Anja Declercq (LUCAS, het Centrum voor Zorgonderzoek en Consultancy van de KU Leuven). 

Aan de basis van een failliet rusthuis ligt volgens haar een simpele oorzaak: dat er meer uitgegeven wordt dan er binnenkomt. “Dit is geen sector waar je snel winst maakt. Je hebt enkel inkomsten via subsidies van de overheid en de dagprijs die bewoners betalen. Met die som moet je best veel kosten dekken, wil je kwalitatieve zorg verstrekken.” 

Volgens haar is dat doenbaar als het beheer goed is. “Het klopt wel dat het voor kleine, commerciële spelers steeds moeilijker wordt. Volgens mij gaan die er op termijn ook helemaal uit. Binnen de sector wordt vooral aan schaalvergroting gedaan, via fusies en samenwerkingen. Uitbaters kunnen zo kosten delen. Een groep met meerdere vestigingen kan ook makkelijker personeel uitwisselen.”

‘Kleine, commerciële spelers zullen er op termijn helemaal uitgaan. Binnen de sector wordt er vooral aan schaalvergroting gedaan, via fusies’
Professor Anja Declercq

Hoofdverpleegkundige Marina Delvoye (51) was er afgelopen donderdag bij toen een curator het personeel in Anemoon bij mekaar riep om het faillissement aan te kondigen. “Heel onwezenlijk is dat”, zegt ze vanop de stoel van de directeur. Daar zit ze al sinds diezelfde donderdag op. “Het uitbatende koppel heeft zich na het bezoek van de curator meteen uit de voeten gemaakt. Ze hebben niks meer laten weten. Wij hebben de meeste bewoners zelf moeten inlichten.” 

Delvoye is heel boos, zegt ze. “Omdat we in een sociale sector werken en je mensen niet op deze manier achterlaat. Maar ook omdat dit sociaal drama voorkomen had kunnen worden.” Er was vorig jaar een overnemer, maar op het laatste moment is de deal dan toch afgesprongen. “Dat zou zijn omdat het uitbatende koppel het niet eens raakte over de rol die ze na de overname in het centrum zou vertolken.” De uitbaters zelf zijn niet bereikbaar voor commentaar. 

In de namiddag neemt Delvoye afscheid van Jean-Claude, die net als Marcel vertrekt. De zestien andere bewoners vertrekken ten laatste vrijdag.

Margaretha Foncé (89) is een van hen. Dat vooruitzicht maakt haar verdrietig, zegt ze. “Het was plezant hier. En nu worden we plots uit mekaar getrokken. Ik heb altijd gedacht dat ik hier tot mijn laatste dag zou blijven.” Haar zoon komt haar spullen morgen inpakken. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze naar Ascot kan, een centrum in de buurt. Drie andere bewoners verhuizen ook naar daar. “Dat stelt mij toch gerust. Dat ik niet van nul moet beginnen en al wat mensen ken. Misschien kunnen we dan eens samen in de zon zitten.”

Een tiental personeesleden in Anemoon heeft beslist nog de hele week te werken. Wellicht krijgen ze daar geen geld meer voor.Beeld BAS BOGAERTS