Direct naar artikelinhoud
Harde Smart

De Morgen-journalist interviewt zijn vader over de herontdekking van zijn muziek

Robin en Daan Broos.Beeld Illias Teirlinck

Het Gentse dj-collectief Harde Smart verzamelt vergeten luisterliedjes. Op hun vrijdag te verschijnen album staan ook twee nummers van Daan Broos (67), papa van De Morgen-journalist Robin Broos (34). Benieuwd naar dat onbekende verleden vraagt de zoon zijn vader uit.

Als kind heb ik altijd geweten dat papa ooit muziek maakte. Ergens diep in de jaren 1970 bracht hij zelfs een plaat uit. Op de felblauwe hoes stond een wereldbol, een raket die uit het kader schoot en het vandaag nog altijd hypermoderne logo van Philips. Wij woonden op een steenworp van de Philipssite in Heverlee. In mijn jonge brein had dat allemaal met elkaar te maken. Thuis hadden we drie exemplaren van die lp. Mijn zus en ik zouden er later elk eentje krijgen. Maar de precieze ontstaansgeschiedenis van Daan Broos en Dapokaster heb ik nooit gekend. Laat staan waarom mijn vader nog voor mijn geboorte met muziek was gestopt.

Daan en Robin Broos.Beeld Illias Teirlinck

Zomer, 2015. Het is Belpop-expert Jan Delvaux die me attent maakt op het bestaan van Harde Smart, een Gents dj-collectief dat Nederlandstalige luisterliedjes van weleer in ere wil herstellen. In hun eerste mixtape rijgen ze met gemak 48 vergeten nummers aan elkaar. “En je pa zit ertussen”, mailt Delvaux. Drie keer, zowaar. Niet veel later volgt een bericht van mijn vader zelf. “Iemand heeft me in Humo een ‘onderschat’ artiest genoemd”, schrijft hij verbaasd maar gelukkig.

Vandaag – bijna vier jaar later – staat hij weer op plaat, op het compilatie-album Harde Smart: Flemish & Dutch Grooves from the 70's. Maar wat moet de wereld vandaag met Daan Broos, als ik zelf niet eens weet waar dit allemaal begonnen is? Dus spreken we af om eens stevig door te bomen.

Zij trok langzaam aan haar filtersigaret
En blies de groene rook over het bed
Ze geurde naar het venusgras
Waarop ze had gelegen, onder regen
– uit ‘Maan-Dag’

Kasterlee, 1973. De leiding van een jeugdkamp was op zoek naar muzikanten om de boel wat op te vrolijken en kwam zo terecht bij Paul Beersmans. Vandaag is Paul mijn oom, toen nog enkel een vriend van mijn vader uit het Leuvense caféwezen. De twee prille twintigers namen de job samen aan, onder de snel verzonnen groepsnaam: Dapokaster. Ofwel: Daan, Paul, Kasterlee. “Het was een knipoog naar capodaster, een gitaarklem”, legt papa me uit. “De mode van die tijd zit samengevat in dat woordspel. Blader maar eens door magazines van toen: zulke woordspelen waren een ding. In sommige bladen nog steeds.”

Het duo besloot samen voort te gaan en schuimde jeugdhuizen af. Op hun geïmproviseerde flyer beloofde Dapokaster “een nieuwe sound in muffe tijden”. Uitzonderlijk geschikt voor “iedereen die een avondje-op-niveau wil organiseren”. En: “ze wonnen géén Ontdek de ster of andere jachten” en “zorgen zélf voor de bananen”.

Daan Broos in 1974.Beeld Familie archief

Ze combineerden het gekke en absurde van Neerlands Hoop en het poëtisch-gevoelige van Herman van Veen met een duidelijk eigen aanpak, zowel op vlak van repertorium als instrumentarium. “We gingen telkens op zoek naar een muzikale uitdrukking die paste bij de tekst, los van de stijl. Als we een fietsbel, typmachine of wekker nodig hadden, namen we dat gewoon mee. Als instrument.”

Joe, joe, joe naait het steeds
Joe naait het steeds maar weer
– uit ‘U.S.A.’

Dat ze zongen in een algemeen Nederlands, betekende ook kansen in Nederland. “In die tijd was er een beweging om in een taal te zingen waaruit de luisteraar geen afkomst kon raden. Ik zag daar het begin van de eenmaking van de wereld in. Maar toen werd dit landje in kleinere entiteiten opgesplitst en dat drong door tot de muziek. We zijn amper een zakdoekje groot, maar toch wil iedereen weer in de eigen tongval zingen. Ik heb dat nooit begrepen: door alles zo klein te maken verlies je alle perspectief. En dat gaat zich nog doorzetten, en dan slaat de slinger weer terug. Maar tegen dan ben jij er ook niet meer.” Een weinig geruststellende, doch vaderlijke raad.

Daan Broos in 1974.Beeld Familie archief

In eigen land wist de pers geen blijf met dat rariteitenkabinet, dus werden ze al snel in het vakje ‘kleinkunst’ gestopt. Iets wat de lading amper dekte. “Er werd vaak geopperd dat we beter de poprichting zouden uitgaan, zoals Raymond van het Groenewoud net had gedaan. Maar daar had ik de stem niet voor, die leunde meer aan bij chanson en cabaret.”

Dat ze hun tournee De Drek en Drel Show hadden gedoopt, kon ook op weinig sympathie rekenen. Toch niet bij het oudere publiek. “Daar zijn veel journalisten over gevallen”, zegt mijn vader. “Dat zegt iets over de tijdsgeest, natuurlijk. Maar volgens mij horen journalisten naast het algemene, ook het specifieke te vatten. Wat er aan nieuwe dingen gebeurt, welke nieuwe inzichten er zijn. Ik vind nog steeds dat de keuzes die jullie maken té veel vanuit een buikgevoel worden genomen, de mainstream achternalopen. Zo loop je een heel interessante wereld mis, die nooit in de media aan bod komt.”

Eén stewardess maakt geen lente
O neeneenee
Ik denk slechts aan jou

– uit ‘Schiphol’

In mei 1974 namen mijn pa en oom deel aan het Conamus-concours, een cabaretwedstrijd in het Nieuwe de la Mar Theater in Amsterdam. “In die tijd schreef ik songs aan een sneltreintempo. Onderweg naar Nederland heb ik nog de song ‘Schiphol’ geschreven, een nummer dat we die avond al hebben gespeeld. Omdat Paul de akkoorden nog niet kende, heeft hij à l’improviste bongo gespeeld.” Ze werden eervol tweede, en dat trok de aandacht van platenlabels.

“Al snel zijn we door twee platenfirma’s benaderd om een LP te maken. We kozen voor Philips, omdat Wannes Van de Velde daar ook zat. Daan Broos en Dapokaster werd opgenomen in december 1974 en op 1.500 exemplaren geperst. Vandaag gaat het album voor zo’n 25 euro op Discogs.

Er speelden vooral bevriende muzikanten mee, maar de producer drong ook aan op een vaste studiomuzikant van die tijd: Jean Blaute. Het werd een compromisplaat, met meer poppy arrangementen en veel verboden woorden. Zo werd het woord ‘Palfium’ vervangen door opium op ‘Antwerpen’, een hommage aan de aan Palfium-verslaafde schrijver Roger van de Velde. ‘Sjakies Sjaguaar’ werd geschrapt wegens een merknaam. En ook ‘Kaktus’, een nummer dat ging over fascisme, mocht niet. Er kwam kak in.

Hoes van ‘Daan Broos en Dapokaster’ uit 1975.Beeld RV

Er lag een kak tussen de kaktussen
Buiten hard en plat binnenin
Er lag een fascist tussen de kaktussen
Niemand merkte het verschil
– uit ‘Kaktus’

“Een deel van mijn liedjes waren geopolitieke songs, maar die teksten lagen vaak te gevoelig. Andere gingen over racisme en seksisme, inclusief de male gaze en antimachismo. Er waren liefdesliedjes, maar zonder de clichés. En ook toekomstvisies kwamen vaak aan bod. De meeste onderwerpen van toen zijn anno 2019 nog altijd actueel. Helaas.”

Een paar nummers werden opgepikt door de radio, maar dat de teksten vaak tegen gevoelige schenen schopten, zal niet geholpen hebben. Zo herinner ik me het nummer ‘Kabakret’, waarin eerst de Wetstraat en dan de Reyerslaan eraan moeten geloven. Dat heeft waarschijnlijk meegespeeld, geeft mijn pa schoorvoetend toe. Koppigheid, een trek van de familie Broos. “Maar”, vindt hij. “Het was een eerste voorhoedegevecht tegen het patriarchaat. Die waren toen oppermachtig en zijn dat in vele media nog altijd.”

Ik zit al jaren in de ruimte in dit ruimtetuig
Ik zit al jaren in de ruimte en ik verlang naar huis
M’n thuis daar ergens onder op de aarde
Ik wil naar buiten
– uit ‘Handicap 2000’

In de nasleep van de lp werd Dapokaster nog wel een paar keer uitgenodigd in de BRT-studio. Tijdens het programma Vedetten Labyrint, op 30 mei 1976, waren ze zelfs te gast in een uitzending met Tom Waits. “Toen hij zijn nummer had gespeeld, stapte hij recht op me af met slechts één vraag. Of het magazine dat uit zijn pak stak wel goed in beeld was geweest. Daarop stond namelijk een blote vrouw. (lacht) Toen ik ‘ja’ zei, smeet hij het achteloos in een hoek. Dat was mijn enige woordenwisseling met Tom Waits.”

Twee jaar later besloot mijn vader zijn vaste begeleiding in te ruilen voor een jazzformatie. Hij deed in 1978 nog een tv-opname in het Amerikaans Theater, waar hij nieuwe songs ‘Antwerpen 2’ en ‘Handicap 2000’ uitprobeerde. Daarna gooide hij de handdoek definitief in de ring. “Het leven is er tussengekomen”, zegt hij wel eens. Als in: burgerdienst, lesgeven, trouwen, kinderen. “Ik had geen zin om in die muziekwereld mee te draaien. Het is elke dag vechten, nog steeds heeft dit land geen kunstenaarsstatuut naar waarde.”

Toen drie jaar geleden de muzikale scène van Leuven werd gevierd met een eigen documentaire zat mijn vader daar niet tussen. “Ik heb met veel van die muzikanten samengewerkt, velen van hen ken ik vandaag nog steeds.” Maar steekt dat dan? “Net niet. Ik vond dat ik andere teksten schreef dan hen.”

Buiten de omtrek van de wereld
Zit het verdere licht
In een sobere sofa
Het is net of jij daar zit
– uit ‘Buiten de omtrek’

Leuven, 2019. Vier jaar na hun eerste mixtape brengen de dj’s van Harde Smart – Richard de Muijnck en Michaël De Wilde – een eigen album uit met hun mooiste vondsten. Daartussen opnieuw twee nummers van pa Broos: ‘Maan-Dag’ en het onuitgegeven ‘Handicap 2000’. “Dat doet mij veel plezier, uiteraard”, zegt hij. “We zijn nu 45 jaar later. Maar mijn liedjes zijn terechtgekomen. Op eigen kracht. Ik heb er niks voor moeten doen.”

Dat de dj’s er in hun eerste mixtape al ‘Maan-Dag’ hadden uitgepikt, vindt mijn pa geen toeval. “Aan het eind van dat nummer klinkt er gehijg. Net voor de plaat geperst werd, belde de producer ons in paniek op. ‘Mag dat daar wel opstaan? Dat is toch een vergissing?’ Welnee, het was een erotisch lied, dat móest erbij. Alleen had hij het niet door. Trouwens, het is een grappig toeval: Harde Smart is een verwijzing naar Drs. P. Uitgerekend die man zat in 1974 de jury van dat cabaretconcours in Amsterdam voor.”  

Daan en Robin Broos.Beeld Illias Teirlinck

Hij denkt na. “Het laatste nummer op de lp, ‘Buiten de omtrek’, is de eerste tekst die ik heb geschreven na het nuttigen van kruiden die nog altijd niet gewoon op de markt te verkrijgen zijn. Het is een tekst die altijd blijft doorgaan. Dat nummer mag je op mijn begrafenis spelen.”

Harde Smart: Flemish & Dutch Grooves From The 70's verschijnt op 29/3 bij SDban.
Daan Broos en Dapokaster (1975) staat op iTunes en Spotify.