Direct naar artikelinhoud

Hypotheekreuzen Fannie en Freddie onder de sloophamer

Fannie Mae en Freddie Mac waren de blinde vlek in de financiële hervorming van Washington na de financiële crisis. Een grote blinde vlek. De twee hypotheekreuzen hebben samen zo’n 1.500 miljard dollar (1.100 miljard euro) woonkredieten in portefeuille.

Beide ondernemingen speelden een cruciale rol in de Amerikaanse vastgoedbubbel, de bron van de financieel-economische crisis in 2008 en 2009. Ook al waren het privé-ondernemingen, toch konden de twee hypotheekreuzen bijna even goedkoop als de Amerikaanse overheid op de kapitaalmarkten financieren. De twee genoten immers van een impliciete overheidsgarantie, aangezien Washington ze inschakelde bij het beleid om zo veel mogelijk Amerikanen een huis te laten verwerven.

Amerikanen konden relatief goedkoop een hypotheek afsluiten door die te laten garanderen door Fannie & Freddie. Daardoor waren de twee belangrijk voor politiek Washington, omgekeerd beschikten ze over een indrukwekkende lobbymachine in DC.

Probleem was dat de goedkope quasi-overheidsfinanciering in combinatie met het privéstatuut en laks, versnipperd overheidstoezicht toxisch bleek. De hypotheekreuzen laadden hun portefeuille vol met rommelkredieten. Tijdens de gouden jaren dopeerde dat hun winstgroei, wat de twee aandelen met hun schijnbaar stabiele winstgroei tot Amerikaanse goedehuisvaderaandelen deed uitgroeien.

Vanaf de zomer van 2006 begonnen de huizenprijzen in de VS echter te zakken, en op de monsterachtig grote balans van Fannie Mae en Freddie Mac begon de ene na de andere tijdbom af te gaan. Uiteindelijk moest de overheid de twee in 2008 nationaliseren, met een prijskaartje van 150 miljard dollar (110 miljard euro) voor de belastingbetaler.

Dieperik

Sindsdien is ‘Frannie’, zoals de twee samen worden genoemd, voor Washington de olifant in de kamer waar niemand echt naar durft te kijken. Enerzijds willen de Republikeinen zo snel mogelijk komaf maken met de overheidsinterventie op de huizenmarkt. Anderzijds beseft elke weldenkende mens dat een snelle ontmanteling de Amerikaanse huizenmarkt, die pas onlangs tekenen van stabilisatie vertoonde, weer de dieperik dreigt in te sturen.

Daarom start minister van Financiën Tim Geithner de ontmanteling, maar dan heel geleidelijk. “Dit is een fundamentele hervorming, om de door de overheid gesubsidieerde hypotheekinstellingen af te wikkelen. We starten de hervorming nu, maar we gaan het stapsgewijs en voorzichtig doen, zodat we het herstel van de huizenmarkt ondersteunen.” Kortom: we zullen op eieren lopen om de huizenmarkt niet te doen instorten.

“Met de financiële crisis trok de privésector zich uit de woningmarkt terug, waardoor de overheid nu negen op de tien woonkredieten garandeert”, stelt het rapport vast. “Die bijstand was essentieel om de huizenmarkt te stabiliseren. De regering-Obama gelooft echter dat onder normale omstandigheden de privésector, met aangescherpt toezicht, de voornaamste bron van woonkrediet moet zijn én ook verantwoordelijk voor eventuele verliezen.”