Direct naar artikelinhoud

Wat kan theater veroorzaken?

'De banken winnen altijd', kopte een krant nog zaterdagochtend, en ook in Angst is dat niet anders: na een machteloze marionetten-dans van twee uur eindigt de politiek vernederd op de knieën. De voorstelling maakt een verhelderende analyse van de houdgreep waarin de economie de politiek houdt. Is dat voldoende?

Angst is de tweede van drie voorstellingen waarin Braakland/ZheBilding (hier samen met de Queeste) zich buigt over het maatschappelijke kantelpunt dat ingezet werd in 2008: in Hebzucht valt een bank, in Angst een land, afsluiter Hoop zal volgend seizoen op zoek gaan naar uitwegen uit de crisis.

Angst begint waar Hebzucht eindigde: bij het omvallen van de banken in 2008 en de onzekere toekomst waarin dat een niet nader genoemd land stort. De spot verschuift van het financiële naar het politieke toneel, want de 'gekozenen des volks' zien zich in een onmogelijke spreidstand om én dat volk te representeren - verkiezingen! - én de financiële markten én waakhond Europa te sussen. Hou in een gedepolitiseerd bestel maar eens je idealen voor ogen.

De christendemocratische premier krijgt door zijn activistische zoon een spiegel voorgehouden en een massa figuranten doet met ons, het theaterpubliek, hetvzelfde. Regisseur Stijn Devillé zette 99 mensen op scène. De passieve aanwezigheid van die '99 procent' confronteert zowel politici als (kies)publiek met de eigen inertie. Angst had ook Onmacht kunnen heten: elk voluntarisme wordt vakkundig doodgeknepen door de Thatcheriaanse dooddoener "there's no alternative". Op de krampachtig volgehouden swing van muzikanten Bert Hornikx en Geert Waegeman laat Devillé zijn politici steeds sneller dansen als puppets on a string.

Devillé is een uitstekende auteur: net zoals Hebzucht is Angst een wervelende en bij momenten schamper-humoristische analyse van de perfect storm waar de wereld op afstevent. In een schitterende scène die op zijn hoogtepunt neigt naar musical legt 'beursautist' Carl Jacobs (Michaël Pas) uit hoe het samenspel van een energie-, ecologie- en economische crisis de wereld daadwerkelijk bedreigt, niet later, maar nu.

Om dat nu gaat het. Om het gevoel van urgentie. Toen Devillé in 2012 Hebzucht maakte, betreurde hij dat de voorstelling te veel werd afgemeten aan wat ze was - theater als kunstvorm - en te weinig aan wat ze veroorzaakte - theater als daad. Het ging hem in de beschouwingen over Hebzucht te veel over het toneeltje, te weinig over de essentie: het maatschappelijk fenomeen dat in Hebzucht werd uitgelicht en de impact daarvan op het publiek. Het leidde tot een gesprek en ook tot een uitnodiging om anders te kijken. Ik wil graag op die uitnodiging ingaan. De vraag is deze keer dus niet: is Angst goed theater, maar wel: wat veroorzaakt deze voorstelling? In hoofd, hart, woord en daad?

Probleem. Ik kan niet in de hoofden en harten van andere mensen kijken. Ik weet niet wat iemand in de dagen of weken na Angst van de voorstelling meedraagt. Ik kan enkel voor mezelf spreken. Zelf kom ik beter geïnformeerd, maar fundamenteel onveranderd uit de zaal. Ik stel ook vast dat bij een uitdrukkelijke oproep tot actie aan de zaal iedereen netjes in zijn stoel blijft zitten. Natuurlijk is dat zo - de aansporing gebeurt in een symbolische ruimte, de theaterruimte, die volstrekt anders is dan de realiteit - dat is nu eenmaal de sterkte én de zwakte van het medium theater.

Volstrekt blank

Adorno zei dat een kunstwerk maar radicaal vernieuwend kan zijn wanneer het een nieuwe taal uitvindt, in plaats van te (s)preken over revolutie in een traditionele taal. Wanneer ik nadenk over mijn eigen gebrek aan verontwaardiging bij Angst, kom ik daarop uit. Angst is een traditionele toneelvoorstelling, gespeeld in een goed toegeruste theaterzaal in een kleine provinciestad en voor een volstrekt blank middenklassenpubliek - waaronder ik - dat niet écht geraakt wordt door de crisis.

Wat zou de voorstelling in mijn hoofd kunnen veroorzaken? Behalve de bedenking dat het goed theater is, met een interessante tekst en gedragen door fijne acteurs? En waarom zou dat niet voldoende zijn? Daar moeten we dan nog eens over spreken, Stijn.