Direct naar artikelinhoud

De man die Bambi kleur gaf

Walt Disneys wereldberoemde animatiefilm Bambi werd in 1942 geprezen vanwege de baanbrekende tekenstijl. Niemand wist toen dat die van de hand was van een Chinese immigrant. Die baseerde zich op schilderijen uit de Song-dynastie. Tyrus Wong overleed afgelopen vrijdag op 106-jarige leeftijd.

Tyrus Wong behoorde tot de beroemdste Chinees-Amerikaanse kunstenaars van de 20ste eeuw. Voor diverse Hollywood-studio's visualiseerde hij decennialang scripts met architectonische precisie. Pas veel later werd hij een gevierd schilder en ontwerper van uitzinnige prentbriefkaarten, vliegers en serviesgoed.

Zijn aanloop naar die status ging niet over rozen. Net als Bambi werd Wong wreed gescheiden van zijn moeder. Tijdens zijn eerste kennismaking met de vermeende American Dream werd hij uitputtend ondervraagd en gevangen-gezet. En toen was hij nog maar een kind.

Daarna volgden bittere armoede, discriminatie en een schrijnend gebrek aan erkenning - niet alleen voor zijn eminente bijdragen aan de Disney-films, maar ook voor zijn eigen werk. Aziaten werden in het Amerika van de jaren 30 en daarna gezien als marginale figuren. Ze maakten hooguit je huis schoon en deden de was. Wongs uitzonderlijke talenten werden jarenlang onder het tapijt geschoven.

Wong werd in 1910 geboren in een dorp op het Chinese platteland. Al vroeg ontpopte hij zich tot fervent en buitengewoon getalenteerd tekenaar, gesteund door zijn vader. Samen ontvluchtten ze de bittere armoede van China en zochten ze nieuwe kansen in Amerika. Wong liet zijn moeder en zus achter, en zou hen nooit meer zien.

Op 30 december 1920 belandden Wong en zijn vader op Angel Island, aan de westkust van de VS. Daar hadden de douaniers maar één opdracht: houd de Chinezen zo veel mogelijk buiten.

Wongs opa had al in de VS gewoond, en daardoor kwam zijn vader makkelijk binnen. Tyrus zelf werd meteen gevangengezet - het enige jongetje tussen talloze immigranten. "Ik was bang en doodongelukkig."

Een maand later stapten een tolk en een stenograaf zijn cel binnen en werd Wong onderworpen aan een kruisverhoor. Hij had de antwoorden goed geoefend, doorstond de test en werd verenigd met zijn vader in Sacramento. Daar verbasterde een leraar zijn oorspronkelijke naam Tai Yow tot Tyrus.

Al snel vertrok Wongs vader naar Los Angeles om zijn geluk te beproeven in de gokwereld - zijn zoon liet hij achter. Wong woonde in zijn eentje in een pension toen hij naar de basisschool ging.

Vastberaden toog hij twee jaar later zijn vader achterna. Die bleek nog steeds zoekende te zijn naar die Amerikaanse droom, en samen woonden ze op een etage ingeklemd tussen een slagerij en een bordeel. Na school verdiende Wong bij in de huishouding van twee Amerikaanse gezinnen: 50 dollarcent per dag.

Wongs vader was in die miezerige tijd zijn eerste echte kunstdocent: 's avonds laat leerde hij zijn zoon de mores van de kalligrafie - met water op oude kranten, want inkt en papier konden ze niet betalen.

Op de middelbare school ontdekte een leraar Wongs talenten. Hij regelde een zomercursus op het prestigieuze Otis College of Art and Design. Daar studeerde Wong uiteindelijk rond 1930 af. Kort daarna overleed zijn vader en stond Wong andermaal op eigen benen.

Racisme

Hij kreeg een tijdelijke betrekking bij de Works Progress Administration, waarvoor hij bibliotheken en andere openbare ruimten van creatieve schilderingen voorzag. Met vrienden richtte hij de Oriental Artists' Group of Los Angeles op. Ze organiseerden tentoonstellingen van Aziatische kunstenaars - een klap in het gezicht van de gemiddelde Amerikaan die patriottistisch was, en niets van die vreemde Chinezen moest hebben.

Wong trouwde, zocht een vaste baan en vond die in 1938 bij de Disney-studio's, waar hij in-betweener werd: een van de vele bedienden die een tekenfilmfiguur met duizenden schetsen tot leven moesten wekken.

Ook in Hollywood waren Aziaten destijds een negatieve bezienswaardigheid, en dat werd Wong aan alle kanten duidelijk gemaakt. Hij kreeg racistische opmerkingen naar zijn hoofd geslingerd, en in de kantine vroegen ze hem of hij niet in de keuken moest staan. Alsof de baan zelf voor Wong niet al denigrerend genoeg was: hij stond aan de lopende band waar hij eigenlijk aan de ontwerptafel thuishoorde.

Bambi zorgde voor zijn ontsnapping uit deze ellende. Wong vernam dat Disney Felix Saltens beroemde boek uit 1923, over een wees geworden hertje, wilde bewerken tot een tekenfilm, en in een impasse zat. De studio wilde dezelfde technieken toepassen als in het megasucces Sneeuwwitje: een barokke productie waarin alles even duidelijk was getekend, tot en met elk bloemblaadje in de achtergrond aan toe.

Maar in pogingen Bambi tot leven te wekken, werkte dat niet. De herten kregen niet de aandacht die ze verdienden en je zag bij wijze van spreken door de bomen het bos niet meer.

Hier greep Wong zijn kans. Hij zag meteen dat deze film contrasten nodig had en overhandigde zijn baas een serie briljante pastelkleurige landschapstekeningen, gebaseerd op die uit de Song-dynastie (960-1279). Niks geen minutieus nagetekende bomen, het bos werd gereduceerd tot een paar uniek geplaatste vegen van een meesterlijke kwast.

Walt Disney was razend enthousiast. "Wat een wonder, deze oneindigheid van de achtergrond, dit mysterie van het bos!" Wong promoveerde van lopendebandmedewerker tot inspiratiebron van vele Disney-tekenaars.

Hij werkte twee jaar aan Bambi, maar werd in 1941 ontslagen - slachtoffer van een staking waaraan hij niet eens meedeed. Op de aftiteling van de film bungelt hij ergens onderaan. Hij werkte daarna tot aan zijn pensioen bij een andere studio, Warner Brothers.

Hij onderging, zoals vele Aziatisch-Amerikanen, vernederingen na de Japanse aanval op Pearl Harbor in 1941. In 1946 werd hij Amerikaans staatsburger. Hij ontwierp daarna talloze prentbriefkaarten en veel serviesgoed, dat het nu erg goed doet op veilingen.

In 2001 werd hij uitgeroepen tot Disney Legend, waarmee eindelijk zijn invloed op Bambi en de vele animatiefilms daarna werd erkend.

Tyrus Wong laat drie dochters na. Die heeft hij altijd aangemoedigd om te tekenen. Maar niet in een boek. Tekenen binnen de lijntjes die anderen trokken, dat had hij zelf lang genoeg gedaan.

© The New York Times