Direct naar artikelinhoud

Wie bij wil zijn, moet imker worden

Bijen houden zit in de lift. Vorig jaar kwamen er 409 nieuwe imkers bij, in 2010 waren dat er maar 186. Vooral milieubewuste twintigers en dertigers die de bedreigde bij willen redden, zorgen voor de stijging.

België telt op dit moment zowat 3.000 imkers die aangesloten zijn bij de Koninklijke Vlaamse Imkersbond (KonVIB). Was het ledenbestand vroeger oud, dan verjongt het de laatste jaren zienderogen. De starterscursussen barsten vaak uit hun voegen. In de provincie Antwerpen, bijvoorbeeld, schreven tot voor een paar jaar meestal een tiental imkers in spe in voor zo'n lessenreeks. Nu is dat aantal gemiddeld verdrievoudigd, met uitschieters tot 70 deelnemers. In Vlaams-Brabant kwamen er op een jaar tijd alleen 99 imkers bij en is een lessenreeks met 80 kandidaten, waarvan de jongste elf jaar is.

Het is de nieuwelingen zelfs niet per se om de honing te doen, zo zeggen de vereniging. "Oudere imkers hebben vaak een hele resem kasten staan en zijn vooral geïnteresseerd in de honing", zegt Frans Daems van de Limburgse Imkersbond, "maar bij de nieuwe, jongere leden lijkt dat anders. Zij zijn vooral milieubewust en willen hun steentje bij dragen aan het behoud van de natuur."

De doorbraak van de bij kwam er nadat 2010 uitgeroepen werd tot jaar van de biodiversiteit. Plots zagen de imkerverenigingen de interesse toenemen. "De bij werd dat jaar uitgekozen als symbool", zegt Filip Wouters van KonVIB. "Er kwamen veel verhalen over hoe de bij belangrijk is voor de biodiversiteit, maar tegelijkertijd ook bedreigd is, en dat sprak blijkbaar aan."

"Een paar bijenkasten in je tuin zetten is voor veel mensen een makkelijke manier om iets aan het milieu te doen", zegt Daems. "Het is een hobby die niet al te veel inspanningen vergt. We merken ook dat de nieuwe leden vaak geen intentie hebben om een hele reeks kasten te zetten. Ze houden het kleinschalig."

Al moet je het bijen houden nu ook weer niet onderschatten, meent Wouters. "Het is geen dure hobby: een kast kost tussen de 60 en 110 euro, kledij is een paar tientallen euro's en materiaal om te oogsten kun je vaak lenen, maar je moet er toch wel tijd in steken. De meeste beginners hebben een kast of twee, drie en vanaf mei heb je daar toch elke week een uur of twee, drie werk aan. Dan moet je elke honingraat controleren om te zien of er geen tweede koningin bijkomt want als dat gebeurt vertrekt de oude koningin en neemt ze de helft van het volk mee. Dan ben je zo goed als terug bij af. Maar als je de bijen verzorgt en ze in aanloop naar de winter suikerwater geeft, dan levert een kast toch gauw 10 kilo honing op."