Direct naar artikelinhoud

Vluchtelingen welkom, maar niet echt

Nu Denemarken ermee dreigt om juwelen en waardevolle bezittingen van vluchtelingen in beslag te nemen, staat er geen maat meer op het opbod aan ontradingscampagnes. Elk EU-land lanceert zijn eigen experiment om asielzoekers tegen te houden.

Het Deense parlement zal weldra een wet stemmen die toelaat om juwelen en waardevolle bezittingen van asielzoekers en mensen zonder papieren in beslag te nemen. De opbrengst dient om het verblijf en de integratie van asielzoekers te financieren.

Het Deense ministerie van Integratie verduidelijkt dat de wet enkel zal gelden voor "bezittingen van aanzienlijke waarde". Voorwerpen zoals smartphones en horloges "die nodig zijn om een zekere levensstandaard in stand te houden" kunnen niet geconfisqueerd worden. Ook "bezittingen met een zekere persoonlijke en emotionele waarde" kunnen niet afgenomen worden.

Zoals te voorspellen was, zorgde de wet voor controverse. Een europarlementslid van de rechts-liberale regeringspartij Venstre stapte al over naar de sociaal-democraten. Maar ook het internationale imago van Denemarken komt onder druk te staan, zeker nadat The Washington Postde Deense wet in verband bracht met de Jodenvervolging: "Het idee om juwelen te confisqueren van mensen op de vlucht heeft een bittere connotatie in Europa waar de nazi's grote hoeveelheden goud van Joden in beslag namen."

Kritische Deense experts maakten al duidelijk dat de nieuwe wet niet veel geld zal opleveren. Waarom de Deense regering dan wél zover gaat om de komst van vluchtelingen te ontraden? Veel heeft te maken met het feit dat buurland Zweden, dat dit jaar maar liefst 200.000 nieuwe vluchtelingen opnam, zijn vluchtelingenbeleid aan het verstrengen is: meer grenscontroles, invoering van een tijdelijk vluchtelingenstatuut en beperkingen inzake familiehereniging. Voor Denemarken schept dit een heel nieuwe situatie: tot voor kort was het niet meer dan een transitland, nu ziet het ernaar uit dat veel vluchtelingen noodgedwongen in Denemarken zullen belanden.

Ieder land op eigen manier

Vandaar dat Kopenhangen uitpakt met zo'n scherpe ontradingsboodschap; in de hoop dat potentiële vluchtelingen via smartphone, radio of het informele circuit zullen horen dat Denemarken hen al hun waardevolle bezittingen zullen ontnemen. Minos Mouzourakis van de Europese vluchtelingenorganisatie Ecre zegt dat de Deense beslissing past in een Europese trend. "Steeds meer lidstaten proberen met allerlei campagnes en een uitholling van hun asielprocedure een ontradingseffect te creëren. De verregaande Deense maatregel luidt een nieuwe fase in in deze race to the bottomwaarbij vluchtelingen steeds minder rechten krijgen."

De expert verwijst onder andere naar een nieuwe regeling in Oostenrijk waar erkende vluchtelingen een statuut krijgen voor maximaal drie jaar en ook de termijn voor familiehereniging heel strikt wordt.

Mouzourakis vermeldt ook naar de ontradingscampagnes van landen als Hongarije, Noorwegen maar ook België om in de landen van herkomst vluchtelingen te ontraden om af te reizen. "Ook dat past in de trend waarbij Europese landen eenzijdige inspanningen doen om vluchtelingen tegen te houden. Landen als Hongarije en Kroatië hebben dan weer een heel andere techniek: hun asielprocedures zijn dermate streng dat nog maar weinig vluchtelingen erkend worden. En in Bulgarije is de situatie dan weer zo dat vluchtelingen vlot erkend worden maar vervolgens geen aanspraak kunnen maken op sociale rechten en aan hun lot worden overgelaten."

Navolging voor Orban

Terwijl hij commentaar levert, laat Mouzourakis regelmatig de naam van Viktor Orban vallen, de Hongaarse premier die dit jaar veel kritiek oogstte omdat hij vluchtelingen met prikkeldraad tegenhield. Maar ondertussen krijgt Orban in steeds meer Europese landen navolging. Voor populistische leiders in Scandinavië, Nederland én België lijkt de Orban-methode de beste standaard om de vluchtelingencrisis te bezweren en electorale winst te boeken. Sinds 17 oktober raakte geen vluchteling meer over de Hongaarse grens, sindsdien steeg Orbans populariteit van 32 naar 48 procent.