Direct naar artikelinhoud

Zelfhulpradio met Elsschot

Echt zot was hij niet van Elsschot, maar omdat ‘mensen op wier oordeel je vertrouwt’ dat wel waren, begon Pat Donnez hem toch te lezen. De vonk sloeg over. En er kwam een radioserie van: Zot van Elsschot, Donnez’ eerste programma op Klara, gaat zondag van start.

Pat Donnez presenteert negendelige serie over de Antwerpse schrijver op Klara

In Zot van Elsschot gaat Pat Donnez op stap met prominente Vlamingen en Nederlanders - Patrick Janssens! Rik Torfs! Arnon Grunberg! - die houden van de schrijver die vijftig jaar geleden stierf. Samen trekken ze langs de plekken die bepalend geweest zijn in het leven van de auteur, ze spreken met Elsschotkenners en ze duiken in zijn boeken en de archieven. “De opzet is simpel”, zegt Pat Donnez, die met dit programma de overstap maakt naar Klara. “In wezen is Zot van Elsschot een zelfhulpboekje: Wat kunnen we leren van Willem Elsschot? In negen stappen. Het viel me tijdens het lezen op dat je Elsschots werk makkelijk heel praktisch kunt benaderen. Hoe word ik rijk? Hoe kom ik van mijn medemens af? Dat zit er allemaal in. We gebruiken Elsschot dus, letterlijk.”

Dat klinkt nogal oneerbiedig.

“Vind je? Dat is het nochtans helemaal niet. De reeks begint met Michiel Hendryckx, die zegt dat in elke auto verplicht het verzameld werk van Elsschot zou moeten liggen, zodat je hem te allen tijde kunt lezen.”

De reeks is dus vooral enthousiasmerend?

“Dat hoop ik. Al is zij ook eerlijk en rauw, net als Elsschot zelf. Zo zegt iemand op een bepaald moment: ‘Als ik zijn kind was geweest, gooide ik heel het verzameld werk in de vuilnisbak in ruil voor een leuke vader.”

Was u al zot van Elsschot voor u aan de reeks begon?

“Eigenlijk niet. Ik kende zijn werk vreemd genoeg niet goed. Maar mensen op wier oordeel je vertrouwt, zeiden dat ik hem moest lezen. Niet alleen Kaas en Het dwaallicht, maar ook De verlossing, Een ontgoocheling, zijn verzen... En dan is het opeens Elsschotjaar en hoor je diezelfde mensen heel erg intelligente dingen zeggen over de man en zijn werk en sta jij daar maar te stamelen en te zwijgen. Tja, dan begin je te lezen, hé. En toen is het snel gegaan. Ik ben begonnen met Villa des roses en ik ben niet meer gestopt.”

Past Elsschot wel bij u? Hij staat bekend als de zuinige schrijver, de man van ‘geen woord te veel’, terwijl u me iemand lijkt van veel woorden, ja, misschien wel van het barokke.

“Misschien klopt dat voor mijn radiowerk, maar voor mijn schrijfwerk gaat dat zeker niet op. In mijn poëzie staat ook geen woord te veel, als er al niet te weinig woorden in staan. Afgezien daarvan ga ik er niet mee akkoord dat Elsschot een zuinige schrijver zou zijn. Als je hem echt goed leest, dan merk je dat hij ook heel bloemrijk en beeldend kan schrijven.”

Dat Elsschot de man is van ‘geen woord te veel’ is een cliché?

“Elsschot is gewoon een cliché geworden. De zakenman Alfons De Ridder die niet wou dat de mensen wisten dat hij Elsschot was.”

Bent u ondertussen al goed ingeburgerd op Klara?

“Jawel. Ik probeer me te gedragen naar de geplogendheden van de familie (lacht). Ik dacht dat ik in een soort van outer space zou terechtkomen, maar nu blijkt dat mensen die voor Klara werken ook maar mensen zijn. Ze zijn verbazingwekkend goed op de hoogte en laatst zag ik hier zelfs iemand met een iPad rondlopen. Ze kicken ook niet alleen op Mahler, maar even goed op een nachtje doorzakken.”

Was het niet wennen? Als je zo lang voor Radio 1 hebt gewerkt, ga je jezelf dan niet beschouwen als een Radio 1-man pur sang?

“Nee. Ik ben een radioman. Als ik zou willen, zou ik een vrouw zot kunnen krijgen op zijn MNM’s, maar dat is mijn ambitie niet. Ik hou van het soort radio dat ik nu maak.”

U bent nog maar net weg bij Radio 1 en ze schrappen ‘Stories’ al, toch helemaal uw soort radio.

“Ik volg dat heel nauwlettend en ik weet niet of het de goede keuze is. Toch kan ik wel snappen dat het programma misschien nu niet past in het zendschema. Programma’s met goede radiodocumentaires komen en gaan. Dat zie je ook in het buitenland. Terwijl het ene station ermee ophoudt, begint het andere er weer mee. Ik kan alleen maar hopen dat dat soort radio niet verloren gaat. En bij dat soort radio, daar hoort ook Zot van Elsschot bij. Althans, dat hoop ik. We hebben echt geprobeerd filmradio te maken. Ik wil dat de mensen de dingen voor hun ogen zien verschijnen terwijl ze luisteren.”

Eind oktober verschijnt uw debuutroman Marilyn. Is er veel Elsschot in geslopen?

“Oei, nee. Laten we bescheiden beginnen. Er staat wel één zinnetje Elsschot in, maar dat is in de opdracht en daar blijft het bij. Marilyn is een coming of age-novelle die het verhaal vertelt van een jongetje van een jaar of veertien van wie de moeder gelooft dat zij Marilyn Monroe is en de vader, die psychiater is, gelooft dat ook. En het jongetje redeneert: ‘Wie ben ik om hen tegen te spreken?’ (lacht).”