Belgen vertrouwen elkaar niet
Amper 43% van alle Belgen heeft vertrouwen in zijn medemens. Dat blijkt uit cijfers van de European Social Survey (ESS).
Het geloof van de Belgen in elkaar is bovendien tanende. In 2008 liet nog 46% weten zijn medemens te vertrouwen. Met dat gedrag sluit ons land aan bij zuiderse naties, waar het vertrouwen in elkaar ook niet denderend is. In Spanje gaat het nog om 41%, maar in Frankrijk en Portugal vertrouwt respectievelijk slechts 27 en 19% zijn medemens.
In Nederland daarentegen vertrouwt 67% van de mensen elkaar. Daarmee vestigt het land zich in de Europese kopgroep, die uitsluitend uit Scandinavische landen bestaat. Denemarken is koploper met 76%.
Mark Elchardus, socioloog aan de VUB, is niet verbaasd over de kloof met Nederland. "Landen met een protestantse achtergrond hebben altijd een hoger vertrouwen, ook in de instellingen. Katholieke landen scoren daar traditioneel slechter in."
Behalve in elkaar hebben Belgen ook geen vertrouwen in het rechtssysteem, waar slechts 43% in gelooft. Nog minder appreciatie is er voor de politieke partijen (23%), het parlement (34%) en politici (24%). De Belg heeft dan weer wel een hoge pet op van de politie: 64% denkt dat agenten te vertrouwen zijn.
Elchardus staat te kijken van de cijfers. "De politiek heeft het hier altijd slecht gedaan, maar dat het zo triestig gesteld is, wist ik niet." Volgens de socioloog moeten de lage scores wel zijn toe te schrijven aan de regeringscrisis die ons land meer dan 500 dagen in zijn greep heeft gehad.
"We kunnen niet rond de vaststelling dat we steeds meer op het zuiden van Europa beginnen te lijken", besluit Elchardus, die voorts aanstipt dat in landen met veel vertrouwen de kans groter is dat men gelukkiger is. "Meer vertrouwen leidt ook tot beter functioneren. Vertrouwen is goed voor de economie. We kunnen er best wat van gebruiken."