Direct naar artikelinhoud

De docu leeft!

CINEMA. Tien jaar geleden liepen er vier documentaires in de Belgische bioscopen, dit jaar meer dan vijfentwintig. Hoe dat komt? Docu's zijn niet langer belerend, maar wel doorleefd. En ook in België loopt er veel non-fictietalent rond, gesteund door een overheid die de juiste keuzes maakt.

In Nederland is IDFA (International Documentary Film Festival Amsterdam) deze week van start gegaan. Tot zondag 23 november zullen daar in allerlei bioscopen ruim 300 nieuwe en klassieke documentaires vertoond worden. Uit België werden de nieuwe docu's Nathan - Free as a Bird van Roel Nollet en Our City van Maria Tarantino geselecteerd. IDFA ging in 1988 als kleinschalig evenement van start, maar groeide inmiddels uit tot een van de belangrijkste docufestivals ter wereld, waar jaarlijks meer dan 200.000 bezoekers uit binnen- en buitenland op afkomen.

In eigen land is Docville, het Internationaal Documentaire Filmfestival in Leuven, dat dit jaar tien kaarsjes mocht uitblazen, het vaste rendez-vous van de doculiefhebbers geworden. De festivalploeg doet prospectie op gespecialiseerde festivals, zoals IDFA in Amsterdam, maar ook op 'algemene' filmfestivals met een belangrijk documentaireluik, zoals Berlijn, Sundance of Toronto. Maar Docville krijgt sowieso ook veel docu's toegestuurd. Johan Van Schaeren, een van de initiatiefnemers van Docville, schat het aantal tussen de 1.000 en 1.500 inzendingen per jaar.

Minder schools

Zoveel is duidelijk: als filmgenre is de documentaire erg hot geworden. Maar wat is de verklaring? "Dat komt in eerste instantie omdat er straffe films gemaakt worden", zegt Van Schaeren. "De documentaire is in veel opzichten wat minder stoffig geworden. Wat minder met de focus op de ratio en het belerende. Er is een aspect aan toegevoegd, namelijk de emotie, het gevoel. Dat maakt het ook meer cinema en dat spreekt een groter publiek aan. Het klinkt als een cliché, maar het is wel zo: cinema is uiteindelijk emotie. Er zijn nu spannende docu's, ontroerende docu's en komische docu's. Heel dat scala aan emoties, die in fictiefilms aanwezig zijn, vind je meer en meer terug in het documentairegenre.

"Er wordt nog steeds informatie meegegeven, maar het hoeft niet meer noodzakelijk met een schoolse voice-over die zegt wat me moeten onthouden. Een docu als Vergiss mein nicht, over een vrouw met alzheimer, vertelt dat verhaal op zo'n pakkende en persoonlijke manier dat het misschien wel interessanter is dan de klassieke, schoolse documentaire waarin een expert uitlegt hoe die ziekte precies in zijn werk gaat. Dat is natuurlijk óók belangrijk, maar daar zijn klassieke informatie-, duidings- en actualiteitsprogramma's voor. Maar daarnaast is er dus een nieuw segment gekomen, de documentaire auteurscinema. En dat segment heeft zowel in de bioscoop als op televisie zijn plek gevonden. Een programmaslot als De uil van Athene op Canvas komt ook niet zomaar uit de lucht vallen."

In de Gentse bioscoop Sphinx houdt uitbater Patrick Deboes sinds een tijdje een plek in de programmatie, kortweg Doc genaamd, vrij voor documentaires. Deze week was dat bij voorbeeld de Vlaamse docu Maarten Van Severen: Addicted to Every Possibility van Moon Blaisse. Het zijn slechts enkele vertoningen, maar wel op vaste dagen en uren. "Als het om Vlaamse documentaires gaat, komt de regisseur vaak zelf de eerste vertoning in- of uitleiden", zegt Deboes. "Dat zorgt voor een evenementieel aspect en schept een band met het publiek. Via de sociale media wordt vaak, door de makers of hun fans, ook informatie verspreid over de exacte data."

Opwaartse spiraal

De opvallende groei van het 'documentaire-in-de-bioscoop'-fenomeen heeft volgens hem ook veel te maken met de digitalisering. Vroeger moesten er vaak speciaal dure pelliculekopieën gemaakt worden om een docu in de bioscoop te kunnen projecteren, maar tegenwoordig zijn de investeringen (voor DCP of Blu-ray) veel kleiner geworden. "Daardoor zien we ook de nieuwe tendens dat producenten zelf de distributie van hun documentaires in handen nemen", zegt Deboes. Volgens hem is de trend terug te voeren tot het begin van deze eeuw, toen politiek, maatschappelijk en ecologisch geëngageerde documentaires (zoals Bowling for Columbine en Fahrenheit 9/11 van Michael Moore, Supersize Me van Morgan Spurlock en An Inconvenient Truth van Davis Guggenheim) goed scoorden in de bioscopen. En ook de pers meer aandacht aan het documentaire genre begon te besteden.

Ondertussen is er ook sprake van een opvallende hausse wat Vlaamse documentaires betreft, zowel in de bioscoop als op televisie. "Dé grote oorzaak is natuurlijk: er loopt hier veel talent rond", zegt Johan Van Schaeren van Docville. "Maar het is altijd een samenloop van omstandigheden. Van verschillende elementen die op elkaar inspelen. De rol van het Vlaams Audiovisueel Fonds is duidelijk heel belangrijk. Een overheidsfonds dat de juiste keuzes maakt. Het trekt heel consequent de kaart van de documentaire auteurscinema. Een festival als Docville is geen oorzaak van de hausse, maar we stuwen dat wel mee. We bieden ondersteuning en zijn een radertje in het geheel. Er is Flanders Doc, de vereniging van documentaireproducenten die goed werk verricht. Er zijn een aantal distributie-initiatieven, zoals Dalton Distributie, dat vanuit Docville gestart is en dat door Vlaamse Gemeenschap gesteund wordt. Dat zijn allemaal elementen die maken dat je in een soort opwaartse spiraal komt. Er is iets in gang gezet, maar er is nog veel werk."

Versnipperd netwerk

Er zijn in Vlaanderen inmiddels een aantal min of meer vaste vertoningsplekken voor binnen- en buitenlandse documentaires: bioscopen zoals Sphinx, Cartoon's en Lumière, filmhuizen zoals Cinema Zed, Buda, Cinema Zuid en Filmhuis Mechelen, en allerlei culturele centra en filmclubs. Maar het blijft volgens Van Schaeren "een versnipperd netwerk. We lopen achter op de culturele vertoningscircuits in het buitenland. In Nederland werd twaalf jaar geleden door de overheid al een beleid gevoerd, zodat daar ondertussen een netwerk van tussen de 40 en 50 filmhuizen werd uitgebouwd. In Vlaanderen is er al veel gepalaverd over de ondersteuning van culturele vertoningsplekken en er is wel goodwill, maar er is nog altijd geen beleid en geen overkoepelende visie.

International Documentary Film Festival, tot 30 november op diverse locaties in Amsterdam. www.idfa.nl