'Verdachte Strafhof kan president Kenia worden'
Keniaans vicepremier Uhuru Kenyatta (51), die door het Internationaal Strafhof is aangeklaagd voor misdaden tegen de mensheid, kan meedoen aan de Keniaanse presidentsverkiezingen op 4 maart. De rechtbank zei gisteren niet bevoegd te zijn om dat te verbieden.
Burgerrechtenorganisaties hadden een klacht ingediend, omdat de grondwet van het Oost-Afrikaanse land volgens hen niet toestaat dat een verdachte van zulke zware misdaden zich kandidaat stelt voor het hoogste ambt. Kenyatta, zoon van de eerste president van Kenia, is aangeklaagd voor zijn rol bij de geweldsuitbarsting na de vorige presidentsverkiezingen eind 2007. Toen kwamen na geruzie over de uitslag meer dan duizend mensen om het leven. Honderdduizenden Kenianen werden door het etnische en politieke geweld van huis en haard verdreven, en er heerste wekenlang chaos in het land.
Etnische problemen
Het begin van het proces tegen Kenyatta voor het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag staat gepland voor april. Volgens de rechtbank in Nairobi telt dat Kenyatta nog niet is veroordeeld en hij dus officieel onschuldig is. Volgens een advocaat van de klagende burgerrechtenorganisaties betekent de uitspraak de 'officiële dood' van de nieuwe grondwet die na de geweldsuitbarsting van 2007/08 is aangenomen. Daarin staan bepalingen over de integriteit van kandidaten voor hoge openbare functies.
Kenyatta heeft al aangegeven dat hij parttime president en parttime ICC-verdachte wil zijn als hij tot president wordt gekozen. Veel Kenianen vragen zich af of de functie van staatshoofd valt te combineren met de rol van verdachte in een langdurig ICC-proces. Kenia, een land van meer dan 40 miljoen inwoners, is een van de snelst groeiende economieën ter wereld en de grootste economie van Oost-Afrika, maar kent daarnaast tal van etnische en politieke problemen.
Kenyatta zou het eerste zittende staatshoofd worden dat terecht-staat voor een internationaal hof in Nederland. Eerder kwamen alleen oud-presidenten voor de internationale rechter, zoals Slobodan Milosevic (Joegoslavië), Charles Taylor (Liberia) en Laurent Gbagbo (Ivoorkust).