De kip is blij, boer en buur iets minder
Met het verbod op de legbatterij is het welzijn van de kip verbeterd. Maar de leghen produceert bij het scharrelen ook zo veel stof dat de gezondheid van de veehouders en de omwonenden is verslechterd.
Anders dan in de oude legbatterij waar de kippen op het spreekwoordelijke A4-tje zaten, hebben de leghennen in de moderne volière-systemen twee keer zoveel ruimte. Ook kunnen ze ouderwets 'op stok' gaan in een klimrek. "Als 's avonds het licht in de stal uitgaat, zie ik binnen een kwartier de concentratie stof op mijn meter met 90 procent dalen", zegt Albert Winkel, die gisteren promoveerde aan de Wageningen Universiteit. Hij verrichtte uitgebreide metingen bij 36 veehouderijen.
Winkel signaleert een akelige paradox. "De leghen kan in de volièrestal lekker scharrelen, maar daarbij produceert ze zo veel stof dat de veehouder klachten aan zijn luchtwegen krijgt." Ook omwonenden hebben veel meer last van fijnstof dan vroeger.
Stofbad
Om de stallucht te verversen, wordt 9 kubieke meter lucht per kip per uur de buitenlucht ingeblazen, zeg maar 200.000 kuub per stal per uur. Omwonenden met COPD en astma hebben een aantoonbaar meer klachten en rond stallen is het aantal longontstekingen verhoogd.
Anders dan het bekende fijnstof van kleine roetdeeltjes uit verkeer en industrie, is het opgescharrelde stallenstof een heterogeen allegaartje van mest, veren, huidschilfers en voer vermengd met de houtkrullen. Allerlei levende bacteriën en dode micro-organismen (endotoxinen) kunnen met dat fijnstof meeliften en gezondheidsschade veroorzaken.
Winkel onderzocht ook technieken die de uitstoot reduceren. "Door het stof te ioniseren met elektronen, plakt het stof aan het plafond. Dat halveert de uitstoot en het kost 5 cent per kip." Een iets duurdere manier is om de strooisellaag te vernevelen met koolzaadolie. "De kip kan wel een stofbad nemen maar het fijne stof klontert samen tot grotere deeltjes", aldus Winkel.
EHBO
Deze technieken moeten wel als een EHBO-doos worden gezien, benadrukt Winkel. Op termijn moeten stalsystemen volgens hem zo worden ontworpen dat de grote geventileerde ruimten waar de kippen eten, leggen en slapen geen hinder veroorzaken voor boer en buurman.
Hoogleraar milieu-epidemiologie Dick Heederik van de Universiteit Utrecht noemt het "een gemiste kans" dat eind jaren 90 niet tegelijk met het dierenwelzijn ook naar de arbeidsomstandigheden van de pluimveehouder is gekeken. "Het is nu een grote uitdaging om een stal te ontwerpen die voldoet aan de eisen voor dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden en gezondheid van omwonenden."