Direct naar artikelinhoud

Stiptheid treinen daalt 'tot trieste niveau jaren tachtig'

Het gaat van kwaad naar erger met de stiptheid van de treinen. In het tweede trimester van dit jaar reed slechts 86,9 procent van de treinen op tijd of met een vertraging van minder dan zes minuten. Het tweede trimester van vorig jaar was nog 87,5 procent van de treinen 'stipt', zo blijkt uit cijfers van Infrabel.

In het eerste kwartaal was 87,1 procent van de treinen nog 'stipt'. De stiptheid tijdens de ochtendspits verbeterde in het tweede kwartaal licht. Tijdens de avondspits werd het slechter. Er werden ook meer treinen afgeschaft. Doelstelling is dat 90 procent van de treinen op tijd is. Tijdens de ochtendspits voor 8 uur werden reizigers op de hoofdlijnen Brussel-Oostende, Brussel-Doornik en Brussel-Charleroi geconfronteerd met de langste vertraging. Na acht uur was de lijn Brussel-Gent het slechtst.

Belangrijkste oorzaken voor vertragingen in het tweede trimester waren defecten aan het rollend materieel (verantwoordelijkheid van de NMBS), goed voor 23,7 procent. Storingen aan de seininrichtingen, wat onder de verantwoordelijkheid van Infrabel valt, waren goed voor 12,5 procent. De stiptheid van de treinen is gedaald tot het niveau van begin de jaren tachtig, constateert TreinTramBus. "Een trieste ontwikkeling." Na de slechte jaren 1981-1983 verbeterde de stiptheid, tot begin jaren 2000 zelfs 92 à 93 procent van de treinen op tijd reed. "Sinds 2004 is het weer gedaald."

"Die cijfers zijn heel slecht, maar de verantwoordelijkheid van de NMBS is gedaald met 5 procent. We hebben verschillende maatregelen getroffen die duidelijk positieve gevolgen hebben", reageert woordvoerder Jochem Goovaerts. De 300 nieuwe treinen en 120 nieuwe locomotieven die de komende jaren verwacht worden moeten volgens Goovaerts eveneens redding brengen.