Direct naar artikelinhoud

Er drijft veel meer plastic in de Noordzee dan gedacht

De bodem van de Noordzee is sterker vervuild met microplastic dan experts tot nog toe dachten. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Wetenschappers wisten al langer dat er plastic in het zeewater aanwezig was. Maar tot nog toe was er enkel sprake van drijvend plastic. Een onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de Vrije Universiteit Amsterdam (IVM-VU) toont aan dat ook de zeebodem ernstig vervuild is. Over de hele Nederlandse kustzone werden stalen genomen. Daaruit bleek dat de bodem van de Noordzee bezaaid is met microplastic. Kleine stukjes plastic met afmetingen van enkele honderden nanometers tot tientallen micrometers.

De plasticvezels kunnen op twee manieren in het water terechtkomen. "Ethyleen wordt onder andere gebruikt om de kleine 'scrub'-bolletjes in tandpasta, shampoo en waspoeder te maken. Zo komen ze in het afvalwater terecht", zegt IVM-VU-directeur Jacob de Boer.

Hoewel een deel van de plasticdeeltjes achterblijft in zuiveringssystemen, slipt een groot deel er toch doorheen waardoor ze in rivier- en zeewater terechtkomen.

"Een tweede oorzaak zijn schepen die plastic materialen zoals tassen en kratten vervoeren. Wanneer deze in de zee terechtkomen, breekt het plastic na enige tijd af tot kleine microscopische deeltjes die naar de zeebodem zakken." Met als gevolg dat ze in de voedselketen terechtkomen. "De ultradunne deeltjes vormen een hechtingsvlak voor microplankton en algen", zegt hoofdonderzoeker en ecotoxicoloog Heather Leslie. "Zijn ze eenmaal zwaarder geworden dan zakken ze naar de bodem en worden ze opgenomen door vissen, krabben en andere zeedieren".

Oplossing gezocht

Er zijn reeds initiatieven ondernomen om de vervuiling van plastic tegen te gaan. In België ging in 2008 'Fishing for Litter' van start. Een project dat vissers de kans geeft het afval dat zij uit hun visnetten halen gratis af te leveren aan de haven in plaats van het opnieuw in het water te gooien.

"We zijn bezig om het project uit te breiden naar andere Europese havens. Dat zou effectiever zijn dan de afzonderlijke projecten die nu in België, Nederland en andere landen lopen", zegt de federale overheidsdienst Volksgezondheid.

"Het is een goed begin, maar nog niet voldoende. Wanneer het aankomt op microplastic, kunnen we voorlopig enkel hopen dat het uit zichzelf afbreekt of dat er een nieuwe sedimentlaag de zeebodem bedekt", reageert de Boer.

Om de ernst van het probleem op te meten, werd het Cleansea-project opgestart. Zeventien organisaties uit elf EU-landen zullen drie jaar lang de kust van Europa onderzoeken en oplossingen voor de vervuiling te zoeken. Hiervoor werd 3,7 miljoen euro vrijgemaakt. De EU hoopt tegen 2020 een zogeheten goede milieustatus van de Europese zeeën te kunnen afleveren.