Direct naar artikelinhoud

De Rode Ridder verjaagt oude gravin uit het kasteel van Horst

Vlaams Gewest koopt middeleeuwse waterburcht uit stripreeks

Gravin Colette de Hemricourt de Grunne heeft het kasteel van Horst verkocht aan Vlaanderen. Daarmee is de tijd van de adel er definitief voorbij. Die van 'Man bijt hond' is gekomen: vanaf volgende week worden de avonturen van de Rode Ridder er voorgelezen.

Door Erik Raspoet

Als volgt is de legende van de Rode Ridder in het Hageland ontstaan. Striptekenaar en scenarioschrijver Karel van Biddeloo voelde de inspiratie opdrogen. Waar kon hij zijn schrijfkramp beter bezweren dan op het kasteel van Horst in Sint-Pieters Rode? Tijdens het nuttigen van enige streekbieren in de bijbehorende taverne kreeg hij de gouden ingeving.

Johan, de koene krijger met zijn roestvrije zwaard en zijn voorliefde voor rondborstige blondines, zou niet langer een dolende ridder zijn. Voortaan zou hij het kasteel van Horst als zijn honk en heerlijkheid beschouwen. "Sommigen vonden die hele mythe maar niets", zegt Marilou Dubois van Erfgoed Vlaanderen. "Historisch onverantwoord, was de kritiek. Maar intussen zijn ze bijgedraaid. Erfgoed Vlaanderen heeft de Rode Ridder geadopteerd. Hij is een bondgenoot in onze marketing. Dankzij hem kunnen we kinderen en gezinnen naar het kasteel lokken."

Toegegeven, de Rode Ridder had het slechter kunnen treffen. Horst is een echte waterburcht die de sfeer van de middeleeuwen ademt. De weergang van de dertig meter hoge donjon biedt een schitterend zicht op de groene heuvels van het Hageland.

Amelryck Pynnock en Margaretha van Aarschot van Schoonhoven dachten evenwel niet aan Toerisme Vlaanderen toen ze de toren in het begin van de vijftiende eeuw lieten optrekken. De constructie moest prestige en militair overwicht uitstralen, en tegelijkertijd beantwoorden aan de eigentijdse comfortnormen. Haardsteden, slaapnissen en latrines herinneren aan de vroegste bewoners. Ook de laatste bewoner, Maria Anna vanden Tympel, heeft sporen nagelaten.

Die adellijke weduwe zou Horst in de zeventiende eeuw gevoelig uitbreiden. Ze liet onder meer een ridderzaal bouwen met weergaloze plafonddecoraties van de Nederlandse stucwerker Jan Christiaen Hansche. "Het was erg uitzonderlijk dat een vrouw als bouwheer optrad", zegt Marilou Dubois. "Maria Anna was trouwens in menig opzicht een merkwaardige vrouw. Ze had een bibliotheek met 250 boeken, spectaculair voor die tijd."

Na Maria Anna vanden Tympel werd het stil in Horst. Het onbewoonde slot viel in handen van het geslacht de Merode, grootgrondbezitters buiten categorie die in Horst weinig meer dan een afgelegen jachtgebied zagen. Pachters mochten op het binnenplein varkens houden.

In 1830, tijdens de Belgische Revolutie, werd het kasteel geplunderd. In 1879, in volle schoolstrijd, werd er een katholiek schooltje ingericht. De voorlaatste eigenaar liet de slotgracht uitgraven tot een populaire vis- en speelvijver. Van een roeibootje in Horst naar het huwelijksbootje in de kerk: het verhaal van heel wat koppels in het Hageland.

Het kasteel is inmiddels aan een grote beurt toe. Stabiliteitswerken aan de donjon, restauratie van muurschilderingen, daken herstellen, de afgrijselijke gaarkeuken uitbreken die in de jaren zeventig werd geïnstalleerd met het oog op bals en trouwpartijen. Om en bij de 10 miljoen euro zijn nodig om het kasteel en het 115 hectaren metende domein aan te pakken.

De plannen liggen al jaren klaar, het geld is voorhanden. Het wachten was op de verlossende handtekening op de notariële akte. "We hebben vier jaar met de gravin onderhandeld", zegt Marcel Vossen, directeur Natuur en Bos in Vlaams Brabant. "Haar notaris speelde het hard. De Vlaamse regering moest met een serieus bedrag over de brug komen, want er was belangstelling uit Japan en Amerika. We hebben ons niet laten chanteren. Zo zwaar tilden we nu ook weer niet aan die buitenlandse belangstelling. Welke Japanner zou hier zijn geld willen inpompen? Horst is een beschermd monument in een beschermd landschap, de mogelijkheden tot exploitatie zijn uiterst beperkt. Uiteindelijk hebben we een goede zaak gedaan. 2,6 miljoen euro voor het kasteel en het domein, dat is vier keer minder dan de oorspronkelijke vraagprijs. Ik mag het eigenlijk niet aan de grote klok hangen, maar we zijn zelfs een stuk onder de schatting van het aankoopcomité van Financiën gedoken."

Maandag heeft de gravin haar handtekening onder de verkoopsakte gezet. Het Vlaams Gewest, meer bepaald het agentschap Bos en Natuur, mag zich voortaan de trotse eigenaar van Horst noemen, al worden restauratie en beheer aan Erfgoed Vlaanderen overgelaten. Of ze zich niet gerold voelt in deze vastgoedoperatie?

De 83-jarige gravin antwoordt met een ontwapenende glimlach. Misschien is de vraag niet helemaal doorgesijpeld. Colette de Hemricourt de Grunne staat erop Nederlands met ons te spreken, ook al heeft ze die taal sinds haar tijd op een Vlaamse school in Brussel niet veel meer gehanteerd.

Na haar huwelijk met wijlen graaf Cornet d'Elzius heeft ze vooral gependeld tussen diens kasteel in de Condroz en hun Franse zomerresidentie, het château de Maiche bij de Zwitserse grens. Het residu klinkt uiterst charmant in de oren.

Af en toe struikelt ze over een woord en laat ze zich depanneren. Hériter, hoe zeg je dat ook weer? Waterburcht blijft een 'waterbucht', maar een kniesoor die daarom maalt. De communicatie slaagt, alleen de geldvraag wordt met een glimlach en een handgebaar weggewuifd.

"Ik ben zo blij met deze verkoop", zegt de kranige bejaarde. "We hebben de ideale koper gevonden. De Vlamingen weten van aanpakken, ze dragen zorg voor hun erfgoed. Ik ben zeker dat ze het kasteel tot in de puntjes zullen restaureren."

Ondanks haar vreugde was er ook een wroeging. "Het doet me wel iets", zegt ze. "Ik ben als kind vaak in Horst geweest. We gingen bootje varen met de kinderen van het dorp. Tijdens de oorlog zijn we er een tijdje gaan schuilen. Toen waren we erg blij met ons kasteel. Er was een boerderij waar we boter en eieren konden krijgen. Van de Duitsers hadden we nooit last. Mijn grootmoeder had haar connecties met graaf Metternich, een vertrouweling van Hitler, aangesproken. Er hing een bordje speciaal voor Duitse soldaten: Streng verboten im Schloss zu gehen.

"Maar het is niet alleen jeugdsentiment. Horst, wat overigens Duits is voor arendsnest, is 350 jaar lang in handen van de Merodes geweest. Dat tijdperk heb ik bij de notaris met één pennentrek afgesloten. Eén dag heb ik ermee ingezeten, maar nu voel ik me vooral opgelucht. Er is een zware last van mijn schouders gevallen. Horst is nu van jullie, de Vlamingen."

Sinds de dood van haar man woont ze een maatje kleiner, op een luxueuze serviceflat in Watermaal-Bosvoorde. De grandeur van het château is niet helemaal verdwenen. We hebben het dan niet over de doorgezakte Louis XV-stoelen, wel over de schilderijen aan de muur.

Er is het prachtige portret van haar oma langs moederskant, de Duitse prinses De Croÿ, die bij de al even aristocratische familie de Merode introuwde. Aan de overkant hangt haar betovergroottante, de gravin de Ribaucourt, die als 15-jarige aan een 17-jarige markies werd uitgehuwelijkt.

"Zie je," vertelt de gravin, "het was in de tijd van Napoleon die, zoals bekend, voortdurend met geldgebrek kampte. Hij had de reputatie rijke vrouwen te trouwen om zijn oorlogskas te spijzen. Daarom heeft graaf de Ribaucourt in allerijl een huwelijk gearrangeerd. Hij was bang dat Napoleon via zijn dochter de hand zou leggen op zijn fortuin."

Het bejaardenhome is een Belgisch bastion. Uit menig raam hangt de driekleur. Er heerst patriottische waakzaamheid tijdens het formatieberaad. Ook de gravin houdt haar tricolore vlag paraat, voor als het er echt om spant.

"Natuurlijk ben ik aan België gehecht", zegt ze. "Mijn betovergrootvader Félix de Merode was een van de stichters van dit land. Zijn broer Frederik heeft zijn leven gegeven in de strijd met de kaaskoppen. Onze familie heeft trouwens uitstekende banden met het hof. Mijn vader bijvoorbeeld was 17 jaar lang grootmaarschalk van koning Leopold III. Als kind ging ik vaak spelen met de prinsjes van Laken. Boudewijn was zes jaar jonger. Ik was als een grote zus voor hem".

Wie de Merode zegt, zegt grond, immens veel grond. Kastelen, jachtgebieden, pachthoven. De prinselijke familie gold als de belangrijkste particuliere grootgrondbezitter van België. Enkele jaren geleden heeft de Vlaamse regering in één klap 1.400 hectaren bos en groen aangekocht, aangelanden van het kasteel de Merode in Westerlo.

"Wees gerust", sust de gravin, zelf een de Merode langs moederskant. "Ze hebben daar nog minstens 500 hectaren liggen. In Lanaken hebben ze wel alles verkocht. Volgens mij hebben ze daar deftig hun broek aan gescheurd."

Het is al decennialang bezig: de aristocratie houdt uitverkoop. Kastelen werden aan de lopende band verbouwd, tot stadhuis, restaurant, congrescentrum of bejaardenhome. Acute geldnood?

Neen, zeg professor Paul Janssens, als historicus gespecialiseerd in de Belgische adel. "De adel is niet meer zo rijk als vroeger, maar de meeste families zitten nog altijd goed in de slappe was. Alleen zijn ze realistisch geworden. Zelfs al ben je rijk, je gooit je geld niet zomaar over de balk. Het onderhouden van een kasteel is peperduur, terwijl het er niet eens comfortabel wonen is. Een moderne villa is veel aangenamer. De tijd van de baron of de graaf op zijn kasteel is voorbij. Er zijn nog maar enkele oude families die er alles aan doen om hun kasteel in stand te houden. Bij de nieuwe adel zijn kastelen nog wel in trek. Die hebben een château nodig om hun status te bevestigen."

Uitverkoop, bij de familie de Grunne is het niet anders. Horst is verkocht, maar ook het kasteel in Wezembeek-Oppem staat al een jaar te koop. Eigenaar Baudouin de Grunne was 36 jaar lang burgemeester van deze faciliteitengemeente, tot de vorige gemeenteraadsverkiezingen, die hij volgens zijn nicht verloor omdat hij te veel naar de Vlaamse kant overhelde.

Een interessante uitweiding, maar waarom heeft ze het slot van Horst eigenlijk verkocht? "Omdat mijn dochter in Frankrijk er geen belangstelling voor heeft", zegt ze. "Het is niet alleen ver van haar bed. Successierechten, dat is het probleem met zo'n kasteel. Je doet je kinderen geen cadeau met zo'n erfenis. Ze betalen zich blauw aan de erfenisrechten. Ten andere, ook het onderhoud valt niet meer te betalen. Mijn man en ik hebben de daken van Horst laten herstellen en dat heeft een fortuin gekost.

"Natuurlijk, Horst is een waterbucht, het heeft nooit een woonfunctie gehad. Maar zelfs een kasteel zoals dat in Maiche is een financiële aderlating. In de winter valt zo'n gebouw niet warm te stoken. We konden er alleen in de zomer naartoe. Weet je, mensen stellen het zich allemaal veel te romantisch voor. Neem het van mij aan. La vie de château, het is niet altijd een paradijs."

Gravin de Grunne:

Horst is 350 jaar lang in handen van de Merodes geweest. Dat tijdperk heb ik met één pennentrek afgesloten. Er is een zware last van mijn schouders gevallen. Horst is nu van jullie, de Vlamingen

Professor Paul Janssens:

Een kasteel onderhouden is peperduur, en comfortabel is het niet