Direct naar artikelinhoud

Schoonheid tegen vergankelijkheid

Wat zit er in de Poolse bodem, dat een land zoveel sterke dichters kan voortbrengen? Er waren de Nobelprijswinnaars Czeslaw Milosz en Wislawa Szymborska. En nu is er Adam Zagajewski, opnieuw een dichter van wereldformaat.

Adam Zagajewski (°1945), die in Lviv geboren werd, een hele tijd in Parijs verbleef en sinds 2002 in Krakau woont, is een dichter die de grote levensvragen aan bod brengt in zijn werk. Poëzie is voor hem een veruitwendiging van de mens die zijn plaats zoekt in de geschiedenis en geconfronteerd wordt met persoonlijke en maatschappelijke veranderingen.

Over de taak van de dichter schreef Zagajewski in 2002 in een essay: "Geïnspireerd en overweldigd door de traditie, dat grote tumult van gestorven stemmen, probeert hij een blik te werpen op de toekomst die altijd zwijgt. De gedachten die hij wil uitdrukken lijken tot geen enkele taal te behoren, ze gaan in hem tekeer als nog een element naast lucht, water en vuur."

Zijn poëzie vertoont een verlangen naar de extase. Maar ze schuwt de ironie niet. Zagajewski verwoordt de tegenstrijdige krachten die in de werkelijkheid aanwezig zijn. En hij kijkt er met de blik van een vervreemde naar. Hoe zou het anders kunnen, voor een dichter die geboren werd op een plaats die achtereenvolgens aan verschillende landen toebehoorde, die aanvankelijk politieke poëzie schreef, maar ook de schaduwzijden zag van het partijactivisme. En van de collectief geëngageerde geest in de Poolse literatuur in de jaren zestig en zeventig. Dat versmalde de blik te veel, vond hij. Daarom, en om de liefde, trok hij naar het Westen. Dat hij anders, meer esthetiserend, ging schrijven, ligt deels aan de basis hiervan.

Daarnaast is de invloed van de meer op het metafysische gerichte Czeslaw Milosz merkbaar. Toch blijft Zagajewski's werk een ethische bekommernis hebben. We kunnen er ons van overtuigen in de voortreffelijke bloemlezing uit zijn werk, Tracht de verwonde wereld te bezingen, mooi vertaald door René Smeets en Kris Van Heuckelom.

Verbaasde blik

Met het gedicht dat ik koos, werd Zagajewski overal bekend, omdat The New Yorker het een week na de aanval op de Twin Towers afdrukte. Toch gaat het niet over 9/11, maar over een tocht die de dichter bijna twee decennia daarvoor samen met zijn vader langs verlaten Poolse dorpen ondernam. Het is een oproep om met de schoonheid de vergankelijkheid te bestrijden.

Onlangs verscheen ook een bundel met de laatste gedichten van die andere grote Poolse dichter, Wislawa Szymborska (1923-2012). In haar werk schuwt ze religie en politiek engagement. Ze kijkt verbaasd en met een soort onwetendheid naar de werkelijkheid. Van het onooglijkste en van de tragiek die een alledaags karakter heeft, kan ze een wonderlijke gebeurtenis maken. Zoals in het gedicht 'Kettingen', waarin het niet alleen gaat over wat de hond niet kan bereiken. De bundel bevat dertien gedichten, vertaald door Karol Lesman. Dat lijkt niet veel, maar toch loont Zo is het genoeg de moeite. De bundel bevat namelijk ook facsimile's van de handschriften en enkele onafgewerkte gedichten. En alsof het niet op kan, is er ook nog een dvd van het uitstekende filmportret Einde en begin van John Albert Jansen aan toegevoegd. Hij slaagde erin om de mediaschuwe Szymborska tweemaal te interviewen.

zo 24/3 | 11.30-12.15 uur, De Munt Adam Zagajewski praat over zijn poëzie met zijn vertaler René Smeets.

Adam Zagajewski, Tracht de verwonde wereld te bezingen, Uitgeverij P, 94 p., 22,50 euro. Vertaling: René Smeets en Kris Van Heuckelom.

Wislawa Szymborska, Zo is het genoeg, De Geus, Breda, 61 p., 19,95 euro. Vertaling: Karol Lesman.

Tracht de verwonde wereld te bezingen

Tracht de verwonde wereld te bezingen.

Gedenk de lange junidagen,

de wilde aardbeien, de druppels roséwijn.

De brandnetels, die steevast door ballingen

verlaten panden overgroeiden.

Je moet de verwonde wereld bezingen.

Je aanschouwde stijlvolle jachten en schepen;

één had een lange reis voor de boeg,

anderen wachtte enkel het zilte niets.

Je zag vluchtelingen op weg naar nergens,

je hoorde de beulen een lied van vreugde zingen.

De verwonde wereld hoor je te bezingen.

Gedenk de ogenblikken waarop jullie samen waren

in een witte kamer, het gordijn bewoog.

Keer in gedachten terug naar het concert

toen de muziek losbarstte.

In de herfst raapte je eikels in het park

en bladeren dwarrelden over de littekens van de aarde.

Bezing de verwonde wereld

en de grijze, door een lijster verloren veer,

en het zachte licht, dat dwaalt en verdwijnt

en weerkeert.

(Adam Zagajewski)

Kettingen

Een hete dag, een hondenhok en een hond aan de ketting.

Een paar stappen daarvandaan een kommetje met water.

Maar de ketting is te kort en de hond kan er niet bij.

Voegen we aan dit plaatje nog één detail toe:

onze veel langere en minder zichtbare kettingen

die ons in staat stellen in alle rust hieraan voorbij te gaan.

(Wislawa Szymborska)