Direct naar artikelinhoud

Jawel, Thailand kan nog dieper

Het grondwettelijk hof van Thailand heeft premier Yingluck Shinawatra afgezet wegens misbruik van de macht. De beslissing dreigt de slepende politieke crisis in het land verder op de spits te drijven en een nieuwe protestgolf uit te lokken. Vijf vragen over de Thaise impasse.

Wat heeft het hof in Bangkok precies beslist?

In een bindend vonnis hebben de rechters van het grondwettelijk hof niet alleen premier Yingluck maar ook negen ministers de laan uitgestuurd. Dat deden ze met unanimiteit van stemmen. Het onderzoek naar Yingluck kwam er na haar besluit om de directeur van de Nationale Veiligheidsraad, Thawil Pliensri, te vervangen. Indirect kwam die zet Yinglucks schoonbroer ten goede, die chef van de landelijke politie werd.

Tegen Yingluck opende overigens ook het Thaise anticorruptieagentschap een dossier in het kader van de desastreuze afhandeling van het subsidiebeleid voor rijsttelers. Daarbij zou grootschalige corruptie zijn komen kijken.

Wat is de kern van de crisis?

Al sinds november 2013 beweegt de Thaise oppositie hemel en aarde om premier Yingluck weg te krijgen. Yingluck wordt ervan beticht een marionet te zijn van haar broer Thaksin Shinawatra, een steenrijke telecommagnaat die zelf premier was tot 2006, toen het leger hem met een putsch uit het zadel tilde. Thaksin nam de vlucht en woont tegenwoordig in Dubai, vanwaar hij via zuslief de touwtjes in handen zou blijven houden. Toen Yingluck en haar kabinet er eind vorig jaar een amnestiewet wilden doorrammen die op maat geschreven leek van de voor corruptie veroordeelde Thaksin, kwamen hun tegenstanders, vooral de stedelijke hogere en middenklasse, prompt op straat om haar ontslag te eisen. Het onverzoenlijke welles-nietesspel tussen vrienden en vijanden van Thaksin duurt dan ook al jaren.

Wie steunen de premier en haar broer nog?

Diegenen die het meest bij hun beleid gewonnen hebben: de historisch achtergestelde boerenbevolking uit noordelijk Thailand. Zij zagen hun levensstandaard onder Thaksin beduidend hoger worden, bijvoorbeeld omdat hij ziekenhuisbezoeken van omgerekend 30 bath (minder dan één euro) mogelijk maakte en de armsten met forse - volgens de oppositie strikt cliëntelistische - subsidies bedacht. De aanhangers van Thaksin en Yingluck, de zogenaamde Roodhemden, blijven opvallend gemobiliseerd tegen de 'bourgeois' (ex-Geelhemden, vandaag gebruiken ze de blauw-wit-rode driekleur van Thailand als symbool) in het zuiden van het land. Yinglucks aanhangers wijzen er ook op dat haar beleid de voorbije twee jaren al bij al stabiel geweest is, en dat ze het hoofd koel hield in turbulente tijden.

Wie voert de oppositie aan?

De 64-jarige Suthep Thaugsuban van de Democratische Partij, een politicus die in het verleden zelf in opspraak kwam wegens corruptie. Als Suthep zijn zin kreeg, dan zou niet een democratisch gelegitimeerd kabinet Thailand besturen, wel een soort raad van wijzen die de institutionele en electorale augiasstal van het koninkrijk moet uitmesten. Zolang dat niet is gebeurd, zegt Suthep, hebben nieuwe verkiezingen geen zin.

Overigens: als hoge regeringsmedewerker stuurde Suthep in 2010 zelf het leger af op de opposanten, op dat moment de aanhangers van Thaksin. De voorbije maanden was Suthep niet van de barrikaden weg te slaan.

Hoe moet het nu verder in Thailand?

De situatie is onduidelijk. Volgens haar tegenstanders, die gisteren jubelend de straat opgingen, luidt Yinglucks ontslag het einde in van de impasse. Maar dat zou betekenen dat haar aanhangers zich koest houden, wat erg vermoedelijk niet het geval zal zijn. Terwijl Yingluck en de haren zich opmaken voor verkiezingen in juli, wil de oppositie daar in geen geval van weten.

In dit verband is speculatie gerezen over een nieuwe tussenkomst van het leger, de zoveelste al sinds Thailand in 1932 een grondwettelijke monarchie werd. Alleen: de legerleiding steunt veeleer de oppositie, rijkere groepen wier economische belangen niet gediend zijn van internationale veroordelingen, en dus niet van een putsch. Hoe dan ook vragen velen zich af of de uitspraak van het grondwettelijk hof, gistermorgen, niet sowieso al op een 'juridische coup' neerkomt.