Direct naar artikelinhoud

De waardigheid van de hoer

Violetta, een van Verdi's mooiste heldinnen, is in Brussel een door ziekte aangevreten prostituee. Regisseur Breth en dirigent Fischer brengen haar hartstochtelijke lijdensweg met akelige precisie en diepgang.

Het feestje in het eerste bedrijf heeft, ondanks het feit dat het in een (proper) bordeel plaatsvindt, nog een dunne laag beschaving. Oké, de patsers die hier verzameld zijn hebben even weinig respect voor elkaar als voor de vrouwen, die er ook op los drinken en snuiven, met Annina op kop (het engagement van de Engelse mezzo Carole Wilson is bewonderenswaardig).

Regisseuse Andrea Breth toont die liederlijke werkelijkheid niet alleen als een gebeuren maar ook als een samenspel van individuen, elk met hun eigen triestige verhaal. De kilte van die omgeving vindt haar tegenhanger in de precieze dosering van emoties die dirigent Ádám Fischer het orkest en het koor toelaat te spelen, en in de even gewaagde als geslaagde eenvoud en soberheid waarmee Simona Šaturová de rol van Violetta opneemt.

Studentendoop

Geen demonstratie van klankschoonheid maar precisie en diepgang. Ook de opbloeiende verliefdheid met Alfredo wordt in miniatuur geschilderd. De breekbaarheid ervan ligt niet in Violetta's ziekte maar in de situatie zelf: de succesvolle hoer en de rijke maar onbedorven adolescent - heel overtuigend gestalte gegeven door de Franse tenor Sébastien Guèze.

In het tweede bedrijf is alles al naar de vaantjes. Alfredo slaagt er zelfs niet in zijn veel te grote landhuis te schilderen, laat staan een bestaan voor hen beiden op te bouwen. Zijn vader heeft overschot van gelijk dat hij hem uit die mislukking wil redden. Scott Hendricks legt als Germont meer nuances - van woede via autoriteit tot verdriet en vertwijfeling - in de scènes met Violetta en Alfredo dan je sinds lang gehoord hebt. En ook in dit kamerstuk geeft Breth scherpe accenten met de nevenpersonages.

In het derde bedrijf wordt de liederlijkheid van het eerste extreem. De prostituees zijn stereotiepe slavinnetjes geworden, die enkel dienen om te vernederen. Een klein meisje wordt met chocolade ingesmeerd uit een kom waarin even later een van de feestvierders zijn gevoeg doet. De mannen vechten en besmeuren elkaar. Het heeft iets weg van een uit de hand gelopen studentendoop met dure hoeren. En met één nobel moment: wanneer vader Germont binnenkomt, bekommert zich hij eerst om de gezondheid van Violetta alvorens zijn zoon, die een aandeel heeft in haar zwakke gezondheid, een klap om de oren te geven. Goed gedaan, denk je. Maar het wil uiteraard niet baten.

Boegeroep

Even later ligt Violetta te sterven in de regen voor de muur van containers, terwijl Annina nog een klant pijpt om voor wat geld te zorgen. De sterfscène wordt een pijnlijke, troosteloze, langgerekte tocht, waarin Fischer opnieuw met ijzige precisie de fases van de doodsstrijd via Verdi's muziek illustreert.

Na afloop: triomfen voor de hoofdrollen en Fischer, luidruchtig 'boe' en 'bravo' voor Breth. Heeft het boegeroep te maken met de gesuggereerde seksualiteit? Of met het feit dat Breth een kind in een scène met veel bloot en vunzigheid liet spelen? De boeroepers hebben in beide gevallen ongelijk: ook dat is de realiteit. Ook in ons land.

Nog voorstellingen in de Munt tot 31 december.