Direct naar artikelinhoud

Europa in de greep van de onzichtbare hand

Vijfenzestig is hij intussen, maar allesbehalve bezadigd. Straks mag Geert van Istendael als eerste Belg ooit in Nederland de prestigieuze Huizingalezing uitspreken. Die zal gaan over een Europa dat gedicteerd wordt door rechtse economen, 'de bende van de onzichtbare hand', zoals hij ze noemt.

Ja, hij is een overtuigd Brusselaar, en ja hij is overtuigd links. Maar hij is ook een Vlaming. Een hardwerkende Vlaming zelfs. Geert van Istendael heeft wat bij elkaar geschreven, het afgelopen jaar.

Deze week nog verschijnt Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen (zie kader), een boek van Van Istendael en Benno Barnard met een titel die voor zichzelf spreekt.

En er komt nog meer. Een dikke week later wordt Van Istendael verwacht in Nederland om er de Huizingalezing uit te spreken. Een hele eer is dat. Noam Chomsky ging hem ooit voor, net als George Steiner, Susan Sontag, Joseph Brodsky, Nadine Gordimer, Jorge Semprun en, vorig jaar nog, Simon Schama.

Vooraleer aan het schrijfwerk te beginnen had Van Istendael de namen van de voorgangers ook zelf even opgezocht. Het was even schrikken. "De lijst is zo indrukwekkend dat ik de aandrang voelde om plots hard weg te lopen."

Maar dat deed hij dus niet. Van Istendael wilde ook heel graag iets vertellen. Iets wat hem hoog zat. Heel erg hoog.

Het is een erg polemische lezing geworden. Misschien nog wel polemischer dan we van u gewend zijn.

Van Istendael: "Omdat de toestand daar misschien wel meer dan ooit om vraagt? Kijk wat er vandaag in Griekenland, Spanje en Italië gebeurt. Hele bevolkingsgroepen worden er tot de bedelstaf veroordeeld. In Italië heeft men in één beweging de democratie afgeschaft en Mario Monti aan het roer gezet, een man die recht van Goldman Sachs komt. Goldman Sachs, dat is toch een bende bedriegers van de ergste soort? Goldman Sachs, dat waren toch de mannen die net voor de crisis gingen speculeren op hun eigen financiële rommelproducten?

"Dat alles gebeurt zomaar, onder auspiciën van een Europese Unie die op hetzelfde ogenblik de sociale zekerheid, toch wel hét kroonjuweel van onze beschaving, aanvalt met een brutaliteit waar ik nauwelijks van terug heb.

"En nee, ik ben niet tegen het idee van een verenigd Europa. Ik ken de voordelen. Ik vind het, om een klein particulier voordeel te noemen, een hele vooruitgang dat ik niet, zoals vroeger, een paar uur moet wachten in Roosendaal om naar Nederland te reizen.

"Waar ik me tegen verzet is dit soort Europa. Als de Europese Unie de Europese sociale zekerheid zou verdedigen, als de Europese Unie democratisch zou zijn, dan was ik er helemaal voor. Maar dit Europa is geen democratisch project. Het is een economisch project. Wat het eigenlijk al vanaf het begin was. Jean Monnet, de vader van de Europese Economische Gemeenschap, was trouwens geen democraat. Hij geloofde in elites die hun ideeën doordrukken. Je kunt zeggen dat de Europese Commissie uiteindelijk wel democratisch gelegitimeerd is, maar dat is flauwekul. De legitimatieketting is zo lang dat ze ergens onderweg breekt."

De EU heeft zopas de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. Een terechte bekroning, vond onder meer Herman Van Rompuy. 'Europa is de grootste vredesstichter ooit.'

"Joegoslavië spreekt dat tegen. Ik weet wel, dat land behoorde niet tot de Unie, maar ik ben wel zoveel Europeaan om te vinden dat een stad als Zagreb Europees is.

"Nee, niet Europa, maar het Warschaupact en de NAVO hebben onze vrede gegarandeerd. Het was een koude vrede, met een vreselijk IJzeren Gordijn. Maar wel een vrede."

U vertelde net dat de EU Griekenland, Italië en Spanje tot de bedelstaf heeft veroordeeld. Je kunt ook zeggen dat de crisis er dankzij de EU niet nog veel zwaarder heeft toegeslagen.

"Dat is maar de vraag. In mijn lezing geef ik het voorbeeld van Spanje. In 2007 had Spanje zes keer meer overschot op zijn begroting dan Duitsland. De Spaanse overheidsschuld bedroeg in 2007 36 procent van het bnp, de Duitse bijna 65 procent. Spanje deed het in 2007 dus veel beter dan Duitsland. Je kunt ook hard maken dat Duitsland die landen mee in de crisis heeft geduwd. De Duitse economie heeft gigantisch geprofiteerd van de vastgoedbubbel in Spanje én de wapens die ze verkochten aan Griekenland. Zo heeft het Duitse bedrijf Krauss-Maffei Wegmann voor 1,7 miljard euro tanks verkocht aan de Grieken. Ik zeg niet dat de Grieken, Spanjaarden en Italianen geen fouten hebben gemaakt, maar Duitsland, en bij uitbreiding Nederland en België, zijn medeschuldig.

"Ik verzet me dus tegen het beeld dat mensen als Wilders zo graag ophangen. Het potverterende Zuiden, waar wij, het hardwerkende Noorden vandaag voor moeten opdraaien. En ik verzet me nog sterker tegen die politici en economen die nu roepen dat we Duitsland als voorbeeld moeten nemen. Duitsland is een succesverhaal geworden omdat het een onderklasse heeft gecreëerd. Een klasse van mensen die werken, maar daar nog nauwelijks van kan leven. Duitsland heeft zo zijn producten goedkoop en met veel succes kunnen slijten aan het buitenland. Maar is dat het succesverhaal waar we nu allemaal een voorbeeld aan moeten nemen?"

We kunnen die producten ook laten maken in landen waar de lonen nog lager zijn, en de sociale zekerheid omzeggens onbestaande.

"Precies. Juist daarom zeg ik: Europa moet zijn geweldige sociale zekerheid exporteren. Uit puur menselijke, morele overwegingen. Of vinden we dat mensen in Bangladesh en China geen sociale rechten moeten hebben?

"Je kunt zeggen dat dat utopisch is, maar Luc Cortebeeck (ex-ACV-voorman) is daar als voorzitter van de Internationale Arbeidsorganisatie al wel mee bezig. Hij onderhandelt net daarover met de Indiërs, Brazilianen en Chinezen.

"En als ik daar nog iets aan mag toevoegen: je hebt vandaag ook nog altijd de mogelijkheid om je eigen economie te beschermen. Protectionisme, ja. Ik weet dat ik daar vandaag in tien kerken tegelijk mee vloek, maar protectionisme kan werken. Ja-Joon Chang, een econoom uit Cambridge, toont in zijn boek 23 Things They Don't Tell You about Capitalism hoe arme landen zich omhoog hebben kunnen werken dankzij protectionisme. Ik ben daar dus helemaal niet tegen. Ik vind ook dat de EU gerust een ecologische of sociale importheffing zou mogen invoeren. Al besef ik dat zoiets vandaag als pure ketterij klinkt."

Veel onheil wordt volgens u gesticht door wat u de 'sekte der economen' noemt. De stichter van die sekte is volgens u Adam Smith, de 18de-eeuwse econoom wiens ideeën over 'de onzichtbare hand' nog altijd invloedrijk zijn.

"Dat is toch onvoorstelbaar? Dat economen die geloven in zoiets obscuurs als 'de onzichtbare hand' het anno 2012 nog voor het zeggen kunnen hebben? En dat die economen zich ook nog eens een wetenschappelijk aura aanmeten? Als de economie een wetenschap wil zijn, dan moet ze, net als bijvoorbeeld de natuurwetenschap, ook voorspellingen kunnen doen. Ik stel vast dat de systeemcrisis die we nu beleven slechts door een kleine minderheid van economen is voorspeld. Nouriel Roubini heeft het voorspeld, maar die mocht je als serieuze econoom niet ernstig nemen.

"Ik stel voor dat die economen een toontje lager gaan zingen, en dat ze een voorbeeld nemen aan de natuurkunde. Die wetenschap kent haar plaats. Elke natuurkundige geeft ootmoedig toe dat men over meer dan 90 procent van de materie nog niets weet. Het is onbekend terrein. Ik weet dat er ook economen bestaan die dat beseffen. Maar dat zijn niet de economen die dicht bij het beleid staan en dus dominant zijn."

Klopt de indruk dat u de afgelopen jaren wat naar links bent opgeschoven? Of is het eerder zo dat u bent blijven staan en dat de rest van de samenleving naar rechts is opgeschoven?

"(blaast) Ik ben ooit bij de toenmalige BRT vertrokken omdat ik niet langer wilde zwijgen. Daar heb ik in mijn eerste boek, Bekentenissen van een reactionair, al over geschreven.

"Maar om op uw vraag te antwoorden: misschien ben ik inderdaad wat naar links opgeschoven en is de rest van de samenleving wat rechtser geworden. (lacht) Het belangrijkste verschil met vroeger is dat ik vandaag beter geïnformeerd ben."

Meer kennis over een onderwerp leidt meestal tot meer genuanceerde standpunten. Bij u is dus het omgekeerde gebeurd?

"Het is inderdaad een opmerkelijke evolutie. Ik begin nu zelfs te vinden dat de gangbare ideeën niet genuanceerd zijn. Het lijkt of ze een bord voor hun kop hebben."

Het verhaal dat u vertelt is sterk verwant met dat van de Nederlandse SP van Roemer. Links populisme, zo wordt gezegd.

"Is er iets mis met de SP? En is er iets mis met partijen die echt luisteren naar het volk?"

Onze sp.a zou wel wat linkser mogen zijn?

"Ik vind van wel. Ik heb nogal wat bezwaren tegen de PVDA, en dan met name de moeite die die partij heeft om sommige aspecten van haar verleden af te zweren. Maar tegelijk vind ik dat die partij vandaag vaak spijkers met koppen slaat. Ze zeggen dingen die de sp.a vandaag niet meer over haar lippen krijgt."

Anders van bijvoorbeeld in Nederland komt links populisme in Vlaanderen niet echt van de grond.

"Ik stel dat ook vast, ja. Gezien de omstandigheden zou je mogen verwachten dat onze PVDA makkelijk 40 procent haalt."

In Vlaanderen worden die percentages gehaald door een partij met een economisch rechts programma.

"Blijkbaar stemmen mensen soms massaal tegen hun eigen belang. Vraag me niet hoe dat komt, ik weet het niet. Dat is trouwens geen specifiek Vlaams fenomeen. In Spanje heeft de rechtse Partido Popular van Mariano Rajoy bij de laatste verkiezingen haar grootste overwinning ooit behaald. Ik heb daar met stomme verbazing naar gekeken. "

Spanje is wel de geboorteplaats van de indignados. Zulke massale betogingen als daar heb je hier nooit gehad.

"Ik ben mee opgestapt met de indignado-betoging in Brussel. Maar ik heb ook toen al gezegd dat die beweging pas echt zou kunnen wegen op het beleid als ze aansluiting zou zoeken bij de vakbonden. Zo'n samenwerking zou twee keer winst betekenen. De indignados kunnen de vakbonden bevruchten met nieuwe, jonge ideeën, terwijl de vakbonden de indignados een structuur te bieden hebben."

Hebben die vakbonden hun beste tijd niet gehad?

"Helemáál niet. De Belgische vakbonden tellen vandaag minstens 3 miljoen leden. Ze zijn hier veel dieper verankerd dan in om het even welk buurland. Het verhaal over de erosie van de vakbonden hoor ik al tientallen jaren. Ondertussen laten de cijfers net het omgekeerde zien.

"Ik zal niet ontkennen dat er vandaag een antivakbondsdiscours wordt gevoerd. Maar of dat discours representatief is voor onze hele samenleving? Het is even representatief als het discours dat op Facebook, Twitter en in de lezersbrieven in de krant wordt gevoerd. Niet representatief dus."

De verkiezingen laten wel een representatief beeld zien. Vlaanderen is rechts, of toch veel rechtser dan Wallonië.

"Dat heeft natuurlijk veel te maken met de N-VA, een partij die scoort met een verhaal dat teert op egoïsme. Het getuigt van een gebrek aan solidariteit dat ik walgelijk vind, maar dat vandaag niet alleen in Vlaanderen opgang maakt. Het rijke Catalonië wil niet langer solidair zijn met de rest van Spanje, Noord-Italië wil niet solidair zijn met het armere Zuid-Italie, en ook in Duitsland hoor je de rijke Bundesländer mopperen dat ze moeten opdraaien voor de minder rijke.

"Nu onze solidariteit met Wallonië opgeven vind ik niet alleen verwerpelijk, het lijkt me ook zeer onverstandig. Vlaanderen is vandaag rijker, ja. Maar voor hoe lang nog? De scheikunde en de autoassemblage heetten tot voor kort de ruggengraat van de Vlaamse economie. Ik moet je niet vertellen dat die ruggengraat ondertussen een pak minder sterk is geworden. Misschien zal straks blijken dat Wallonië veel beter tegen onze postindustriële toekomst gewapend is. Bergen, Waver, dat zijn regio's waar vandaag vooruitstrevend, haast futuristisch wordt gedacht.

"Rijk Vlaanderen versus arm Wallonië? Binnen afzienbare tijd kan het omgekeerd zijn. De technologische evolutie gaat razendsnel, de economische schokken volgen elkaar in hoog tempo op. Enige voorzichtigheid lijkt dus wel geboden. We zouden Wallonië nog wel eens heel hard nodig kunnen hebben."

GESCHIEDENISBOEK

België voor nieuwsgierige kinderen

Deze week verschijnt Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen, een geschiedenisboek van Benno Barnard en Geert van Istendael, geillustreerd door dochter Judith Vanistendael.

Met dit boek willen de auteurs de geschiedenis van ons land vertellen aan jongeren vanaf 12 jaar, te beginnen bij de iguanodons van Bernissart en eindigend in deze eeuw, hun eeuw. "Hij ziet er geweldig spannend en gevaarlijk uit", zo besluiten de schrijvers, "maar ook prachtig en veelbelovend. Maak er een betere eeuw van dan alle vorige."

Barnard en Van Istendael vertrekken bij de bedenking dat kinderen op school nog bitter weinig mee krijgen over de geschiedenis van hun eigen land. In die zin is het boek ook wel te begrijpen als een statement over het geschiedenisonderwijs vandaag. "Voor zover geschiedenis als vak nog bestaat", zegt Van Istendael. "Ik zie dat geschiedenis vandaag vaak wordt ondergebracht in een vak dat wereldoriëntatie heet. Terwijl een systematische behandeling van de vraag naar het wanneer echt wel zijn plaats heeft in lager en middelbaar onderwijs. We vonden dus dat er nood was aan zo'n boek. Maar voor alles wilden we het schrijven omwille van het vertelplezier. In onze geschiedenis wemelt het werkelijk van de meest schitterende verhalen."

De opbouw van het boek is klassiek, chronologisch. "Chronologie is belangrijk", vindt Van Istendael. "Het is belangrijk dat kinderen weten dat Napoleon voor de Eerste Wereldoorlog leefde. Ooit doceerde Benno in Amerika over die oorlog. Een van de intelligentere studenten vertelde hem toen dat hij eindelijk begreep waarom er altijd over de Tweede Wereldoorlog wordt gesproken. Van een Eerste Wereldoorlog had hij nooit eerder gehoord."

Benno Barnard en Geert van Istendael (met illustraties van Judith Vanistendael), Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders), Atlas-Contact, 320 p., 24,95 euro