Nobelprijswinnaar Günter Grass jaagt Israël op de kast met gedicht
De Duitse Nobelprijswinnaar Literatuur Günter Grass zorgt opnieuw voor controverse. Een gedicht van zijn hand, gisteren verschenen in de Süddeitsche Zeitung, veroorzaakt een storm van protest en beschuldigingen van 'antisemitisme'. In het vers wrijft Grass Israël aan dat het land de wereldvrede op het spel zet. Hij hekelt ook de 'huichelarij' van Israëls westerse bondgenoten. "Waarom zeg ik nu pas, bejaard en met mijn laatste inkt: de nucleaire macht Israël brengt de toch al broze wereldvrede in gevaar?", aldus de 84-jarige Grass in het gedicht Wat gezegd moet worden, dat ook in New York Times en in La Repubblica werd gepubliceerd.
De voorzitter van de Duitse Centrale Joodse Raad, Dieter Graumann, herkende in het gedicht geen poëzie, maar "eerder een haatpamflet". Publicist Henryk M. Broder noemde Grass woensdag in Die Welt "een toonbeeld van het gevestigde antisemitisme".
In het gewraakte gedicht lucht de gevierde schrijver zijn hart over het conflict tussen Iran en het Westen over de Iraanse nucleaire aspiraties. Zo verzet Grass zich tegen de levering van een nieuwe Duitse Dolphin-onderzeeër aan Israël, omdat de duikboot kernkoppen kan vervoeren waarmee Iran rechtstreeks kan geraakt worden. Bovendien, zegt Grass, is het niet eens bewezen dat Iran over een atoombom beschikt". Terwijl Israël zélf wel ondertussen al jaren over een groeiend nucleair arsenaal beschikt. Voorbije zaterdag hadden 1.500 vooraanstaande Duitse intellectuelen in een open brief al geprotesteerd tegen "Israëls nucleaire arsenaal" en "de militaire omsingeling van Iran door de Verenigde Staten." Maar Grass krijgt veel tegenwind. Zo schrijft Der Tagesspiegel dat Grass de Iraanse president Ahmadinejad schromelijk verkeerd inschat door hem "een praatjesmaker" te noemen, terwijl hij in wezen een misdadiger is die er niet voor terugschrikt duizenden politieke tegenstanders over de kling te jagen. Bovendien, zegt de krant, hoeft Grass niet het geweten van Duitsland te spelen, omdat hij zijn kortstondig lidmaatschap van de Waffen-SS als jongeman pas in 2006 bekendmaakte in zijn autobiografie De rokken van de ui.