Direct naar artikelinhoud

Belgisch leger behandelt jaarlijks zestig aan alcohol verslaafde militairen

Bij het Militair Centrum Alcohologie dienen zich jaarlijks tot zestig militairen aan met een drankverslaving om op kosten van het leger een residentieel ontwenningsprogramma te volgen. Het Centrum beweert ook de expertise in huis te hebben om drugsverslaafden te behandelen.

Militairen met een alcoholverslaving worden bij Defensie niet onmiddellijk aan de deur gezet. Integendeel: in de kazerne in Heverlee is speciaal een afdeling ingericht waar verslaafden een ontwenningskuur kunnen volgen. “Een residentieel programma dat zes tot acht weken duurt”, legt Yves Coene uit, diensthoofd van het centrum voor crisispsychologie. “De verslaafden leven samen in groep en volgen ook een gemeenschappelijke behandeling.”

Verblijf en therapie worden door Defensie betaald. De therapie is niet verplicht, maar, zo zegt Defensiewoordvoerster Ingrid Baeck, “in de praktijk wordt er toch sterk op aangedrongen. Een militair die volhardt in zijn verslavingsproblematiek wordt definitief ongeschikt verklaard, wat tot ontslag leidt.”

In een eerste fase worden de verslaafden opgenomen in het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek, waar ze onder medisch toezicht een fysische ontwenning ondergaan. “Deïntoxicatie duurt doorgaans zo’n acht tot tien dagen. Het is de periode van de cold turkey”, zegt Coene. Daarna gaat het programma verder in Heverlee. Een psycholoog, twee psychiatrisch verpleegkundigen en twee ervaringsdeskundigen begeleiden de militairen in de psychische ontwenningsfase. De ervaringsdeskundigen zijn militairen die eerder hun verslaving overwonnen en die door de VAD, de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, opgeleid zijn om lotgenoten te coachen.

Volgens Coene heeft het Militair Centrum Alcohologie ook de nodige expertise om militairen met een drugsverslaving op te vangen. Een tiende van de rekruten bij het leger wordt afgekeurd omdat in hun lichaam sporen van druggebruik werd gevonden (DM 3/5).

“Net zoals het alcoholmisbruik in het leger een spiegel is van de maatschappij, kunnen we ervan uitgaan dat er ook militairen zijn die kampen met een drugsverslaving. Wij kunnen die mensen ook behandelen, het verslavingsproces is immers hetzelfde. Het is een van de toekomstpistes die voor het Centrum is bedacht. Er zou dan wel meer knowhow moeten komen over drugs. Voorlopig is daar echter geen budget voor.”

Momenteel verblijven in Heverlee zes verslaafde militairen. “Jaarlijks passeren hier zo’n vijftig tot zestig mensen”, weet alcoholoog Franky Maes. Dat aantal is al verschillende jaren een constant gegeven. De bewonerspopulatie varieert van officieren tot beroepsvrijwilligers. Maar omdat het leger nu eenmaal meer lagere rangen telt, zijn zij het vaakst vertegenwoordigd.

Na hun verblijf gaan de militairen terug naar hun eenheid. Volgens Coene is dat het moeilijkste moment van de therapie. “Het niet makkelijk om de stap te zetten naar een behandeling, zeker niet in een stoere omgeving als het leger. Militairen denken dat hun carrière gefnuikt wordt en vrezen de reacties van hun collega’s. Ze weten dat als ze teruggaan dat ze vragen zullen krijgen, misschien zelfs scheef bekeken gaan worden.”

Op gezette tijdstippen organiseert het Centrum daarom ‘terugkomdagen’. “Je kunt ze nog het best vergelijken met AA-bijeenkomsten”, zegt Coene. “De ex-verslaafden wisselen hun ervaringen uit en ondersteunen elkaar.” Wie hervalt, kan zelfs opnieuw worden opgenomen.