Direct naar artikelinhoud

Howard Jacobson Terechte Booker Prizewinnaar?

Een beetje onverwacht ging Howard Jacobson vorige week met de Man Booker Prize 2010 lopen. Nadien beweerden een aantal Britse literatuurcritici dat ze dit van kilometers ver hadden zien aankomen, terwijl het winnende boek, The Finkler Question, het bij de bookmakers - en dus ook bij het grote publiek - helemaal niet goed had gedaan. Wie had er nu gelijk, vroegen we ons af, en dus gingen we lekker languit liggen lezen.Door Marnix Verplancke

Wanneer de 49-jarige Julian Treslove na een avondje uit met twee Joodse vrienden op een boogscheut van zijn huis door een vrouw in elkaar wordt geslagen en daarbij al zijn waardevolle bezittingen verliest, zit hij vooral met één vraag: wat zei dat mens toen ze op zijn hoofd sloeg? Ze riep immers iets, en na veel puzzelen en nadenken meent hij ook te weten wat: “You Jew”. Terwijl een minder problematisch aangelegde man dit als een komische toevalligheid zou beschouwen, gaat Treslove piekeren en begint hij na verloop van tijd zelfs aan zijn eigen identiteit te twijfelen. Misschien is hij zijn hele leven in feite wel een Jood geweest en beseft hij dat nu pas, schiet hem door het hoofd, en wordt het zo stilaan tijd om de identiteitsswitch ook daadwerkelijk uit te voeren.

Zionistische ernst & Joodse humor

Treslove is het hoofdpersonage uit Howard Jacobsons vorige week met de Man Booker Prize bekroonde roman The Finkler Question, een boek dat zionistische ernst en Joodse humor aan elkaar probeert te koppelen en daar wat ons betreft niet altijd in slaagt. De premissen van de roman zijn nochtans uitstekend en de drie mannen rond wie het boek draait hebben elk een heel eigen en onweerstaanbare persoonlijkheid. Treslove is een man van twaalf stielen en dertien ongelukken. Hij is verhuizer geweest, melkman, schrijnwerkersassistent en schoenwinkelmanager en in ieder baantje had hij wel een liefje, wat deze ongeneeslijke, aan opera verslaafde romanticus op twee zonen is komen te staan die wel bij hun moeder maar niet bij hem zijn opgegroeid. Het was niet te harden, zegt een van die moeders achteraf, al dat gesterf op de platenspeler. Momenteel werkt hij als bekende kop en doet hij tegen betaling zijn intrede op feestjes waar een paar celebs niet zouden misstaan. Niet dat hij op iemand specifiek lijkt, maar wanneer je hem ontmoet denk je geheid: hé die heb ik al eens op tv gezien.

Zijn vriend Finkler kent hij al van op school, waar hij de eerste Jood was die hij ooit ontmoette. Voor hem waren alle Joden voortaan Finklers, en hij vroeg zich onophoudelijk af hoe een Finkler op deze of gene situatie zou reageren. De man zelf studeerde filosofie en ging daarna populaire zelfhulpboekjes schrijven met titels als The Existentialist in the Kitchen en The Little Book of HouseholdStoicism, wat hem heel wat bekendheid en zelfs een paar tv-reeksen op de BBC opleverde. Finkler is pas weduwnaar geworden. Ooit had Treslove de liefde bedreven met de veel te jong gestorven Tyler, terwijl ze samen naar een van Finklers filosofieprogramma’s zaten te kijken, louter om te weten hoe het was met een Joodse, wat op een grote teleurstelling uitliep toen de vrouw bekende zich tot het Jodendom bekeerd te hebben om met haar man te kunnen trouwen.

De tragische Libor vervolledigt het drietal. Deze Tsjechische Jood was ooit de geschiedenisleraar van Treslove en Finkler. Ook hij is net weduwnaar geworden, maar zijn relatie met zijn vrouw was heel anders dan die van Finkler met Tyler. Hij bedroog haar niet om de haverklap zoals de tv-filosoof dat deed, maar bleef haar vijftig jaar hondstrouw. Zijn Malkie was immers zijn grote liefde, degene die hij boven Marlene Dietrich had verkozen omdat haar hals eleganter was dan die van een zwaan. Alleen had hij dit zo stil in het oor van Malkie gefluisterd dat ze in plaats van het Engelse ‘swan’ het Jiddische ‘svontz’ had verstaan, en aangezien dit ‘penis’ betekent werd ze toch even van haar stuk gebracht door dit compliment.

Vrouwen & het Jodendom

Een boek over drie mannen gaat in realiteit natuurlijk altijd over vrouwen, en vooral dankzij Tresove en Finkler passeren er heel wat de revue, wat soms tot hilarische toestanden leidt, zoals die keer toen Treslove een vrouw een kaars zag aansteken in een kerk, hij op haar toestapte en zei dat het helemaal niet zo erg was en hij er haar wel overheen zou helpen. Bleek het iemand die gewoon verzot was op kaarsen en twee weken later zijn bed in brand stak.

Maar meer nog dan over vrouwen praten Libor, Treslove en Finkler over het Jodendom. Een Jood is iemand die urenlang kan dooremmeren over wat het betekent Jood te zijn, merkt een van hen op en dat is inderdaad wat er schort aan dit boek, dat ondanks al zijn humor bij momenten toch strontvervelend is. Als was hij een Britse Woody Allen legt Jacobson zijn personages volstrekt onnatuurlijke dialogen in de mond waarmee hij overduidelijk iets wil bewijzen. Finkler wordt bijvoorbeeld lid van ASHamed Jews, een vereniging die opkomt voor de rechten van de Palestijnen en waarvan de leden om de twee weken een avond vergaderen over de vraag of ze nu wel of niet zionistisch zijn en of een boycot van Israëlische intellectuelen dringend dan wel ongewenst is. Wanneer zijn zoon echter betrokken raakt bij een vechtpartij ten gevolge van zijn standpunten bedenkt Finkler zich en probeert hij de vereniging eigenhandig een andere kant op te drijven.

Waarom is de Jood de eeuwige rode doek in de stierenvechtersarena van deze wereld, vragen Finkler en Treslove zich af, welk effect heeft besnijdenis op je seksleven, en waarom denkt iedereen dat een Joods museum over de Holocaust gaat? Voor de hoogbejaarde Libor, die schat van een man, zijn het echter vragen die in het niet vallen bij het verdriet voor zijn dode Malkie. Voor hem hoeven al die grote vragen niet meer. Nee, wat hem interesseert zijn de meer existentiële mysteries. Hoe komt het, vraagt hij zich bijvoorbeeld af, dat hoe ouder je wordt, en hoe meer je begint te krimpen, je broek steeds korter lijkt te worden?

l Groeide op in een Joods gezin en hield daar een expliciet Joodse identiteit aan over. Niet dat hij praktiserend is, maar qua levens- en wereldvisie ziet hij zichzelf in een 5.000 jaar oude Joodse traditie werken.

l Na een korte academische carrière gooide hij zich begin jaren tachtig op het schrijven van zijn komische, deels autobiografische debuutroman Coming from Behind, over een school die uit geldgebrek beslist te fuseren met een voetbalclub en hoorcolleges begint te geven in het stadion, wat volgens de schrijver ook daadwerkelijk is gebeurd.

l Wordt weleens de Britse Philip Roth genoemd, al ziet hij zichzelf meer als een Joodse Jane Austen.

l Steekt niet onder stoelen of banken dat hij een zionist is en laat geen kans voorbij gaan om mensen die kritiek hebben op Israël of oproepen tot een boycot van Israëlische producten in het openbaar te hekelen.

l Won met zijn recentste roman The Finkler Question vorige week de Man Booker Prize, ook al is het volgens kenners van zijn werk zeker niet zijn beste boek. Die eer gaat naar Kalooki Nights, dat het in 2006 niet verder schopte dan de longlist van die prijs.