Direct naar artikelinhoud

Spoedartsen willen dokters in opleiding langer laten werken

De Belgische spoedartsen vrezen dat patiënten voortaan langer zullen moeten wachten op hulp. Minister van Werk Joëlle Milquet (CDH) heeft conform een Europese richtlijn het wekelijkse aantal werkuren van artsen in opleiding beperkt. De meeste urgentiediensten in ons land draaien voor een groot deel op die artsen in opleiding, maar sinds 1 februari mogen ze strikt genomen nog maar 48 uur per week werken. De dokters kunnen er echter zelf voor kiezen dat aantal systematisch op te trekken tot 60 uur en bij wijze van uitzondering zelfs tot 72 uur. In geval van een ramp kan er nogmaals een uitzondering komen.

Milquet voerde de maatregel in om in orde te zijn met een EU-richtlijn. De spoedartsen zien dat anders: er zou een uitzondering voorzien zijn voor urgentieartsen. Ze doelen op een bepaling die een uitzondering toelaat voor ‘bepaalde activiteiten in het kader van de bevolkingsbescherming’. Jan Stroobants van de Belgische vereniging van Urgentieartsen: “Wij moeten 24 uur op 24 permanentie voorzien.” Volgens Milquet duidt de zin echter op de civiele bescherming. Het kabinet is niet van plan de werktijden uit te breiden. “Er is een jaar over deze maatregel onderhandeld”, klinkt het, “en hij werd unaniem goedgekeurd.”

De spoeddiensten kampen met een zwaar personeelstekort. “We hebben zowat 1.200 artsen te kort”, zegt Stroobants. “Wij vrezen dat artsen in opleiding er niet meer aan toe zullen komen shiften te draaien op de spoed en dat we zwaar in de problemen zullen komen.”